13 EREPENNINGEN 8 M. Wiegman Kunstschilder, 1961 7 A. Roland Holst Dichter-schrijver, 1958 9 J. Hemelrijk Raadslid, wethouder, 1962 Adriaan Roland Holst schenkt Lucebert een borrel in in zijn huis aan Nesdijk 7. De dichter-schrijver Adriaan Roland Holst (Amsterdam 1888 - Bergen 1976) werd op 30 mei 1958 tijdens een openbare raadsvergadering benoemd tot Ereburger der gemeente Bergen. De bijbehorende legpenning van de hand van Marijcke Visser (zie pag. 8) en de door zijn goede vriend Lucebert versierde oorkonde werden hem overhandigd door burgemeester W. Huygens. Diezelfde dag vond in De Rustende Jager een feestavond plaats ter ere van zijn 70ste verjaardag een week eerder, bij gewoond door de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen Mr. J.L.M.Th. Cals, die Roland Holst de versierselen overhandigde behorende bij zijn bevordering van Officier in de Orde van Oranje-Nassau tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Het KCB - waarvan Roland Holst natuurlijk lid was - had geld ingezameld om de gemeente een bronzen portretkop van de dichter aan te bieden, gemaakt door Titus Leeser. De duizend gulden die daarna overbleef kreeg Roland Holst als verjaardags- geschenk. De voorzitter van het KCB, Dolf Kamp, sug gereerde hem in zijn toespraak een fonds in het leven te roepen om kunstenaars te steunen. Die duizend gulden vormden daarop het beginkapitaal van de Stichting A. Roland Holst Fonds, die als doel heeft financiële steun te bieden aan kunstenaars die in Bergen woonachtig zijn. Een briljant idee, zeker gezien het feit dat nu, ruim zestig jaar later, kunstenaars hier nog steeds een beroep op kunnen doen. Verder kunnen schrijvers een maand lang wonen en werken in het voormalige woonhuis van Roland Holst aan Nesdijk nr. 7. Jacob (Jaap) Hemelrijk (Winterswijk 1888 - Bergen 1973) was de zoon van een Joodse marskramer die zich, gesteund door goede, betrokken leraren, opwerkte tot doctor in de Klassieke Talen. In 1926 werd hij - een over tuigd SDAP'er - tot veler verrassing benoemd tot rector van het Murmellius Gymnasium in Alkmaar. In 1927 werd hij voor de SDAP lid van de gemeenteraad en in 1957 werd hij wethouder. Daarnaast was Hemelrijk kunstverzamelaar en nodigde hij regelmatig kunstenaars uit voor een maaltijd bij hem thuis in Villa De Spar aan de Eeuwigelaan 28. In 1932 richtte hij met enkele kunstenaars de Bergense Kunste naars Vereniging op met het doel een fonds te vormen om noodlijdende schilders financiële steun te bieden. Daartoe stonden beter gesitueerde kunstenaars werken af om te dering van 7 juli 1948 ontving hij uit handen van burge meester W. Huygens de Erepenning van de gemeente als blijk voor zijn verdiensten. Naast zijn werk als architect en directeur Gemeentewerken vervulde Roggeveen tal van maatschappelijke functies zoals bijvoorbeeld in het be stuur van de VVV en van het Kunstenaarscentrum Bergen (KCB). Matthieu Wiegman (Zwolle 1886 - Bergen 1971) was schilder en ontwerper van glas-in-loodramen. Hij was een van de belangrijkste schilders van de kunststroming de Bergense School (ca. 1915-1925). Op de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam raakte hij bevriend met Arnout Colnot en met Jan van Herwijnen. Met Colnot trok hij veel naar Bergen, waar hij ook Jaap Weijand ontmoette. “Als vogels zijn zij in Bergen neergestreken, aan de rand van het schone dorp. Zij wilden de ruimte zien want de ruimte is hun domein”, was een van zijn uitspraken. Na zijn huwelijk met de zus van Jaap Weijand vestigde Matthieu zich in Bergen in zijn nieuwe huis Het Jonge Hof aan de Meerweg/hoek Doorntjes. Door zijn vriendschap met de schrijver Pieter Talma werd hij ook be trokken bij de oprichting van De Nieuwe Kring, een groep filosofen en kunstenaars in Bergen 1916-1919. Naast de vele reisimpressies bestaat zijn werk voor een groot deel uit religieuze werken. Wiegman was werkend lid van het KCB, dat in 1947 werd opgericht (zie kader). Hij ontving de Erepenning op 31 mei 1961 uit handen van burgemeester L.J. (Lo) de Ruiter ter gelegenheid van zijn 75ste verjaar dag. De bijbehorende oorkonde was gemaakt door Henk van den Idsert.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2022 | | pagina 15