3
Het handschrift waarin het mirakel wordt beschreven. Collectie Regionaal Archief Alkmaar.
het Regionaal Archief). Het is onderdeel van een soort
bloemlezing, die in het begin van de 16de eeuw is ver
vaardigd en door het eerste daarin opgenomen verhaal
bekend staat als de Hollandse Gravenkroniek. De tekst
is mogelijk geschreven in de Abdij van Egmond en moet
zijn gebaseerd op een bestaand, maar niet bewaard ge
bleven document. Het geeft een heel precieze en gede
tailleerde beschrijving van de gebeurtenissen, met zoveel
specifieke details dat de informatie inderdaad lijkt te zijn
vergaard onder ooggetuigen. Dat was in ieder geval de
mening van FJ. Poelhekke, die in 1876 een vertaling van
het verhaal publiceerde, en die observatie is dunkt mij
juist. Wel is er ook hier overdrijving ingeslopen waar het
gaat om het aantal slachtoffers van de overstromings
ramp, maar voor de rest lijkt de tekst soms bijna een
vorm van directe verslaglegging. We horen de betrok
kenen met elkaar praten, zoals in het citaat waarmee dit
artikel opent. Hier en daar zijn de persoonlijke emoties
zelfs zó levensecht beschreven, dat het bijna lijkt op een
romanfragment avant la lettre.
De inleiding geeft een korte beschrijving van de vloed
en zijn gevolgen voor het land tussen Geertruidenberg
en Dordrecht, en gaat dan over naar de lokale gebeur
tenissen in Noord-Holland, om te beginnen in Petten.
Daar brak de zee door de smalle duinenrij, precies op
de plek waar het hoofddorp lag met de parochiekerk.
Deze was van hout en niet van steen, wat op een plek
die al sinds Willibrord een godshuis bezat wel bevreem
ding wekt. Waarschijnlijk ging het hier om een noodkerk
die gebouwd was toen zijn voorganger door kustafslag
in zee was verdwenen - een lot dat het dorp herhaalde
malen overkwam. Petten bestond uit twee gedeelten,
een Noordambacht ('Petten bi der Sipe') en een Zuidam-
bacht ('Petten dat Hondsbos hiet'). De oorspronkelijke
kerk stond in het zuidelijk deel op een plek die later nog
als 'Wilbertsduin' werd aangeduid; de houten kerk van
1421 lag net aan de andere kant van de grens, ter hoogte
van het huidige dorp. Volgens het verhaal hadden hier
400 inwoners hun toevlucht gezocht, een aantal dat wel
licht overdreven is, maar het zullen er zeker zeer velen
zijn geweest. 'Zij vertrouwden op de hechtheid van het
gebouw', staat in de beschrijving, maar dat hield geen
stand tegen de woedende golven. Kerkgebouw, inventa
ris, gelovigen, ja zelfs de doden op het kerkhof werden
meegesleurd en vrijwel niemand overleefde de ramp. Eén
man wist zich drijvende op een hooiberg in veiligheid te
stellen - een wonderbare redding die we in vrijwel iedere
watersnood tegenkomen, en op prenten zien afgebeeld.
De dag na de vloed 'op Zanegeest'
De inbraak van de zee bleef niet beperkt tot Petten en
het achtergelegen gebied, de Werdt (nu de Zijpe- en
Hazepolder). De vloed verspreidde zich naar het zuidoos-
6 ^.*‘1- -«.«F
V- -I ’'1^'"
f""
f J Art» 4|.' n.K.Ï-1 S
J. ƒ.<+- Sr 1
Ifr
,1
K
k. It
It
CmJIL q*r**-l»
-W1*
)-r J
YUKUJ-
,tlUr I.
-
l ‘ty'"1»
rJ.f:,.'. ,l.« tt
J K