Boeren in Bergen üüu yai la Vier generaties Staadegaard In de jaren 1993-2003 heb ik mijn stamboom uitgezocht. Zestien generaties heb ik uitge plozen, terug tot vroeg in de 16de eeuw. De eerste generaties woonden in Egmond op Zee en waren visser, stuurlui op de internatio nale zeilvaart (koopvaardij) en visdroger. Gerrit Maartensz Stadigaart werd in de 17de eeuw biersteker en gasthuisvader, zijn zoon Thijs Gerritsz was de eerste 'landman' (akker bouwer) in de familie en vestigde zich in Akersloot. Hij had veel onroerend goed. Daarna ging het slechter met de Staade- gaards: zijn zoon Dirk werd armlastig, mis schien door de runderpest of door misoog sten. Twee generaties verder belanden we bij mijn voorvader Dirk Jansz Staadegaard (1775 1855), die zich op 't Woud vestigde. In dit artikel worden de vier generaties boeren Staadegaard in Bergen beschreven, met aandacht voor kenmerkende gebeurtenissen in hun tijd. 6 JAAP STAADEGAARD Dirk Jansz Staadegaard Het was de ouders en voorouders van Dirk Jansz Staade gaard (Castricum 1775-'t Woud 1855) niet voor de wind gegaan. Toch heeft Dirk kans gezien om een middelgrote boerderij te stichten: Hoeve Anna aan de Banweg op de grens van Bergen en Wimmenum. Hier vestigde hij zich in 1813. De grond was eigendom van 'de behoeftige vrin den' uit het nageslacht van IJsbrand Willemsz Stadegaart (testament uit 1704) en werd beheerd door Dirks neef, die boer was in de Egmonderpolder. Het land was betrekkelijk jong: het maakte deel uit van de Bergermeerpolder, die in 1565 was drooggemalen. Van de zestien kinderen die Dirk Jansz Staadegaard kreeg bij drie echtgenoten, zijn de eerste vijf geboren in Heiloo en de overige elf aan de Banweg: zeven jongens en vier meisjes. De kinderen die aan de Banweg zijn geboren, liet Dirk dopen in de kerk van Bergen. Bij het dopen kwa men kinderen nogal eens in het doopregister terecht met een anders gespelde achternaam. Zo zijn nu de namen Statigert, Statigaard, Staadegaar, Stadegaar, Stadega, Stadegard, Stadegaart, Staadegaart, Stadegaard en Staadegaard bekend. Oorzaak is dikwijls een samenloop Hoeve Anna, in de 18de eeuw gebouwd aan de Banweg. Collectie auteur. van omstandigheden. Ten eerste wilde men het kind zo snel mogelijk laten dopen. Immers, als het kind overleed voordat het gedoopt was, moest het in ongewijde grond worden begraven en zou het dus niet in het hiernamaals komen. De doop gebeurde dan door een op dat moment beschikbare bevoegde geestelijke, die de familie niet altijd kende. De vader was niet altijd in staat om mee te gaan naar de kerk. Bijvoorbeeld in de oogsttijd zou hij - met het vervoer te voet of met paard en wagen - te lang weg zijn. Degene die het kind ten doop hield, was mogelijk analfabeet en kon de familienaam niet schrijven of spellen. Allemaal mogelijke oorzaken waardoor de achternaam in al deze versies in de boeken is gekomen. De voorkant van Hoeve Anna keek uit op de in de 13de eeuw gebouwde Cosmas en Damianus-kapel, die inmid dels in gebruik was als schoollokaal en als woning voor de onderwijzer. Veel van Dirks kinderen zijn er ongetwijfeld naar school gegaan. Toch past hier een vraagteken. Er was in die tijd geen leerplicht, en op de boerderij en in het huishouden met zoveel kinderen was er veel werk te doen. In 1865 is de Cosmas en Damianus-kapel tot op de grond toe afgebrand. Vanaf dat moment moesten de kinderen voor onderwijs lopend naar Bergen om de school aan de Schoolstraat te bezoeken. Vlak bij de boerderij, aan de Herenweg (toen Heer Wegh onder Duyn geheten), lag café De Vriendschap, dat naar men kan aannemen op zon- en feestdagen en met de ker mis de ontmoetingsplek was voor Dirk, zijn familie en zijn buurtgenoten. Het café stond daar waar nu de parkeer-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2021 | | pagina 8