23 VAN SCHONE SOLDATEN NAAR SCHONE KUNSTEN paar jaar terug nog geëerd met een eigen tentoonstelling in Kranenburgh (Noord West Zuid Oost). Reden genoeg om op deze drie kunstenaars nader in te zoomen. Dirk Hubers, keramist Dirk Hubers (Amersfoort 1913 - Guanajuato (Mexico) 2003) werd geboren in een familie van ondernemers in de tabaks-, beton- en steenindustrie. Hij kon zich maar slecht schikken in 'hoe het hoort'. Hij is een typisch voorbeeld van 'twaalf ambachten, dertien ongelukken'. Zo was hij kantoorbe diende, lichtmatroos, jockey en boerenknecht. In 1936 stuurde zijn vader hem naar Denemarken, waar hij tijdens het werken op een buitenplaats een voorliefde opvatte voor traditionele aardewerken bordjes. Dat bracht hem naar een kleine steengoedfabriek op enkele uren fietsafstand. Daar mocht hij zijn handen in de klei steken en voor het eerst iets maken, en daar kreeg hij de smaak te pakken. In 1938 ging hij - terug in Nederland - werken bij atelier Het Kruikje van het pottenbakkersechtpaar Franz en Marguerite Wildenhain in Putten. Hij werd beïnvloed door hun werk; bijzonder gebruiksaardewerk, met veelal abstracte decora ties. Ook werkte Hubers enige tijd voor De Porceleyne Fles in Gouda en Delft. Als hij daar woonruimte zoekt, ontmoet Tegeltableau van Dirk Hubers. Collectie fam. Hubers. hij zijn latere vrouw Betty. Zij huren kamers in hetzelfde huis. Tijdens de oorlogsjaren werkte Hubers in Voorschoten bij de aardewerkfabriek van Pieter Groeneveldt en volgde hij les sen aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. In 1953 doet Hubers mee aan de tentoonstelling '5 heden daagse pottenbakkers' in Museum Boijmans van Beuningen; zijn inzending levert lovende kritieken op. Tussen 1954 en 1956 verblijft Hubers door de week in het atelier van Friso ten Holt in Amsterdam, waar hij werkt aan grote opdrach ten: voor het Provinciehuis in Arnhem, voor een kerk in Den Haag en voor het Thalia Theater in Rotterdam. In deze periode werkt hij met diep uitgekerfde reliëfdecors, onder andere voor forse bloembakken en grote tegeltableaus. In 1956 emigreert Hubers naar de Verenigde Staten, waar hij zich specialiseert in het maken van keramische plastieken. Hij verwerft een functie als docent keramiek aan het New- comb College (Tulane University) in New Orleans. In 1962 koopt hij een oude haciënda bij Guanajuato in Mexico, waar hij zich in 1970 met zijn tweede vrouw vestigt. Het lukt hem niet om een markt voor zijn keramiek op te bouwen. Hij sloopt zijn oven en laat de gestileerde keramieksculpturen die aan zijn creatieve geest ontspruiten, soms bakken bij een bevriende pottenbakker. Daarnaast bouwt hij huisjes, die hij verhuurt. In 2003 overlijdt hij op 90-jarige leeftijd op zijn in 1983 ver worven landgoed Rancho Crudo. Het werk van Dirk Hubers is te vinden in particuliere collec ties, maar ook in de grote musea (Boijmans van Beuningen, Stedelijk Museum Amsterdam). Betty Hubers-Scheuffler, weefster Liselotte (Lilo) Scheuffler (Chemnitz (Saksen) 1907 - Bergen 1991) werd geboren in een familie van dominees, bestuur ders en geleerden. De Kunstacademie in Dresden te mogen volgen was haar liefste wens, maar daarvoor was ze te jong toen ze de middelbare school verliet. In plaats daarvan kreeg zij in haar geboortestad Chemnitz - centrum van textiel - een gedegen technische opleiding aan de Hohere Fachschule für Textil-Industrie (1924-1926), die een beslis sende richting gaf aan haar toekomst en een goede basis vormde voor haar latere studie aan de Kunstgewerbeschule te Stuttgart (1926-1930). Ze had ook het Bauhaus in Weimar kunnen kiezen, maar dat zou te dicht bij huis zijn, want ze wilde de wereld in. Na haar opleiding zag ze een advertentie voor een baan als weefster in Soest, maar hierin kon ze haar creativiteit niet kwijt. Een telefoontje met Jack Vecht, kunsthandelaar/ galeriehouder in Amsterdam, bracht haar naar weverij Het Paapje van Hans Polak in Wassenaar. Daar werkte ze bijna elf jaar en ontwikkelde ze zich tot een belangrijk ontwerper. Uit deze weverij is menig monumentaal kleed van haar hand ge komen (o.a. de voorhang en de doeken over de lessenaars in de synagoge in Enschede, de wandkleden in het gemeen-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2021 | | pagina 25