Van schone soldaten
naar schone kunsten
Aan de Sluislaan staan enkele herinneringen
aan de Duitse bezetting. Een daarvan is het
voormalige badhuis voor daar gelegerde sol
daten. Na de oorlog werd het een plaats voor
schone kunsten.
21
SIEME NIKS EN JOOP BEKIUS
Bergen kende in de oorlog een tamelijk grote militaire
bezetting. De aanwezigheid van het vliegveld - na de
meidagen 1940 snel opgelapt en in gebruik genomen
door Duitse jachtvliegtuigen - bracht de behoefte aan een
tamelijk grote verdedigingsmacht met zich mee. Deze werd
onder andere in de bossen rond de Sluislaan in woonbarak
ken gelegerd.
Hiervoor moest aan de Sluislaan ook een aantal nutsvoorzie
ningen worden gebouwd. Aan de oostkant van wat nu het
Paddenpad heet werd een verwarmingsgebouw opgetrok
ken met daaronder een grote stookkelder. Via een systeem
van blokverwarming werden van hieruit de woonbarakken
van de soldaten verwarmd.
Aan de westkant van het huidige Paddenpad werd een
uiterst degelijk badhuis opgericht met stookruimte, kleed
ruimte en wasruimte voor een behoorlijk aantal soldaten
tegelijk, in de vorm van een boerenschuur. Niets wees er op
dat de Duitse bezetter ervan uitging dat het maar een korte
tijd voor dat doel zou worden gebruikt.
Voor de volledigheid noemen we ook het Wehrmachtbor-
deel in het huis Westdorp aan het eind van de Sluislaan.
De grond waarop het verwarmingsgebouw en het badhuis
waren gebouwd, was in bezit van de familie Van Reenen,
maar na de oorlog vervielen de door de bezetter gebouwd
opstallen aan het nationale Bureau Oorlogsbuit, als vijande
lijk vermogen.
Zoals zo vaak ontstond er ook hier een uitgebreide discus
sie over de toekomstige bestemming. Voor het verwar
mingsgebouw was die tamelijk snel afgelopen. In 1947
besloot de net aangetreden burgemeester Huygens dat dit
een ideale plek voor zijn woning was. Zonder veel publieke
discussie werd dit snel geregeld en ondanks een groot
tekort aan bouwmateriaal werd binnen de kortste keren op
de oude stookkelder zijn woonhuis gebouwd. Het staat er
nu nog.
Van badhuis naar woonhuis
Al in het laatste oorlogsjaar, toen het Vliegveld Bergen al
niet meer in gebruik was, had de heer Schuil als leider van
de Kennemer Jeugdbond voor Onthouding (KJVO) zijn oog
op het badhuis laten vallen. Samen met de Katholieke Pad
vinders wilde hij het gebouw gebruiken als jeugdhonk.
In eerste instantie stond het gemeentebestuur hier welwil
lend tegenover. De direct na de bevrijding aangetreden
waarnemend burgemeester Lovink zou volgens de heer
Schuil daarover zelfs al verregaande toezeggingen hebben
gedaan. Maar langzamerhand begon dat tij te keren en
werden eerder gedane toezeggingen vergeten en daarna
met klem ontkend. Dat zijn opvolger burgemeester Huygens
Badhuis, vermomd als boerenschuur, zuidgevel rond 1945. Collectie
Nationaal Archief.
Het pand verbouwd tot ateliers en woonhuis, zuidgevel, 1954. Col
lectie fam. Hubers.