Met dank aan Carla Teutscher en Erik Drenth. Waardevolle informatie is verschaft door Eldert Groenwoud, Piet Ranzijn, Leo Rotthier, Floris Verduin en Allard Willemier Westra, door de geoloog Peter Vos en door de archeologen Jaap Beuker en Fred Brounen, via Het Huis van Hilde. 4 BERGENSE KRONIEK, MEI 2021 Daarin lezen we dat het huis vanaf 1902 werd bewoond door de hoveniersfamilie Jansen, die het in 1970 verkocht aan de familie Groenewoud. Tevens lezen we dat op het achterdeel van het huis in 1974 de kap is gezet die op de foto is te zien, maar dat er voor de rest niets aan was veranderd sinds de bouw begin 19de eeuw. Dit wordt bevestigd door Piet Ranzijn, die al zijn hele leven overbuurman is. Het stuk vuursteen is gevonden in de fundering van de zijvleugel, zo'n 40 cm van de voordeur die zich in de hoek met het hoofdhuis bevindt. De steen lag op een diepte van 20 cm onder de regenton tussen het puin van de fundering (het huis is op staal gebouwd). De tuin zelf ligt zo'n 20 cm onder het straatniveau, veroorzaakt door het weghalen van 20 cm zand in de jaren twin tig van de vorige eeuw ten behoeve van de kalkzand steenfabriek van Maschmeijer. Kijken we verder terug dan de 19de eeuw, dan kunnen we voor Oostdorp redelijk precieze uitspraken doen over de afgelopen 500 jaar. In het hiervoor genoemde boek wordt gemeld dat het Loch Pat op de kaart van Blaeu uit 1662 (zie het kaartje) de voorloper is van de Filarskiweg. En nog eens honderd jaar eerder zien we op de drie oudste kaarten van Bergen - die van Meeus, Lourens Pietersz en Adriaen Anthonis - Oostdorp ook al aangegeven, maar dan minder gedetailleerd. Er is aan de situatie in Oostdorp vanaf rond 1540, toen landmeter Meeus zijn kaart tekende, weinig of niets veranderd. Niet zo verwonderlijk natuurlijk, want Oostdorp ligt midden op de stabiele zuidelijke haakwal van Bergen. We kunnen daarom redelijk veilig concluderen dat onze steen bij de bouw van het huis in de 19e eeuw, of wellicht al eerder bij de voorgangers van het huis, in de fundering terecht is gekomen, misschien afkomstig van een afgebroken huis of boerderij in de naaste omgeving. Conclusie Hoe staan we er nu voor? We hebben vastgesteld dat er voor 2750 voor Christus geen mensen konden wonen in (de omgeving van) Bergen, hooguit een eind verder ten noorden Het huis aan de Filarskiweg 44 omtrent 1975. Foto van A. Schalekamp in Bergen, dorp vol monumenten. van ons dorp. Wel werd ten tijde van de michelsbergcultuur, en ook later in de steentijd, gewoond op de plekken waar nu Abbekerk, Keinsdorp, Slootdorp, Winkel, Zandwerven en Zwaagdijk liggen. En we moeten niet uitsluiten dat in de toekomst nog meer bewoonde plaatsen uit die tijd gevonden zullen worden. Daarnaast is onze steen een vreemde eend in de bijt, omdat de in Noord-Nederland gevonden vuurstenen objecten tot nu toe allemaal uit Helgoland of Scandinavië afkomstig zijn. Ten slotte is het geen 'courant' gebruiksvoorwerp zoals een vuistbijl, pijlpunt of schraper, waarin veelvuldig werd gehandeld. Aan de andere kant kun je stellen dat een hakwerktuig als een pic altijd en overal van pas komt want hij moet op de een of andere manier toch verhandeld of meegenomen zijn. Hoe het ook zij, hij zal van ergens in Noord-Holland op onbekende wijze in Bergen in de fundering van het huis op de Filarskiweg, of van een voorganger van het huis, moeten zijn beland. Op dit moment staan we dus nog altijd voor een intrigerend raadsel.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2021 | | pagina 6