Uitspanning De Rustende Jager tut BERGEh 31 de ober. 'Arme stadskinderen die 's zomers een maandje komen aansterken.' 'Armeluiskinderen in zo'n beschaafde omgeving?', vraagt moeder geschrokken. 'Gaan die kopje onder in dezelfde zee als waarin ik heb gebaad?' Deftige dames zoals zij zwommen niet, maar namen een bad Bergen aan Zee was immers een badplaats. Maar wel in badkleding die alles bedekte. Elk stukje bloot datje liet zien vonden ze toen immers onbeschaafd en vies. 'Die kinderen heb ben een apart stuk strand', zegt de ober. 'Wat is dat voor aardig winkeltje hier tegen over?', vraagt vader. 'Dat is een kiosk. Kiosken worden speciaal voor toeristen gebouwd. Dan kunnen ze op straat iets kopen, zonder een win kel in te hoeven. Dit is de kiosk van bakker Roos.' Vader knikt bedachtzaam. Ook Bergen zelf is dus een echte toeristenplaats geworden. 'Kijken jullie maar even rond, kinders', zegt moe der. Cato en Cornells besluiten een rondje om de muur van het kerkhof te gaan lopen. Deze Rustendejager bestaat vast al heel lang en die kerk ook, denkt vader, terwijl hij een slokje neemt. Inderdaad. Al vanaf vroeger tijd liep er een weg langs de duinrand naar het noorden. De latere graven van Holland gebruikten die weg ook voor het besturen van hun graaf schap. Zo'n Heerenweg oftewel legerweg ging ook door Bergen en heette Breelaan, omdat die hier de breedste laan was. In het centrum van elk dorp op de route kwamen 'uitspanningen', waar je je paarden kon uitspannen. In Bergen was dat De Rustendejager. Knechten gaven de paarden hooi en wreven hun bezwete lijven droog. Koetsiers en passagiers konden binnen iets eten en drinken en er eventueel logeren. Tegenover De Rustende Jager was een smederij. Handig voor reparaties aan je koets en het beslaan van paardenhoeven. Voor de smederij stond een travalje. Cato en Cornelis waren net terug toen de smid er een paard in vastzette, zodat het niet kon trappen. Ze zagen de smid een nieuw hoefijzer smeden, in water afkoelen en onder een hoef slaan. Opeens roept vader: 'De stoomfluit van Belloü We moeten gaan!'. Ze haasten zich naar het station. Als Bello de bocht bij het Noord- Hollands Kanaal neemt, wijst vader: 'Kijk, kalkovens.' Even later vragen Cornelis en Cato: 'Geloven de boeren van Bergen wel in God? Die kerk daar bestaat voor het grootste deel uit stukken muur!' 'Volgende keer gaan we die kerk- ruïne van jullie bekijken!', belooft vader. Station Bergen had ook een laadperron voor steenkool en bagage. Op het laadperron kijken vijf Berger jongens (van links naar rechts: jaap Tuinman, Rein Maasen, Dirk van de Berg, Rob Kuipers en Joop de Haan) vertrekkende badgasten na. Kalkovens bij het Noord-Hollands Kanaal. De plaatjes komen van het Regionaal Archief Alkmaar, behalve de foto van de stoomlocomotief. Die komt van museum Het Sterkenhuis. Ansichtkaart Groet uit Bergen. Op de bovenste foto uitspanning De Rustende Jager (rechts), op de kruising van de Breelaan en de Karei de Grotelaan. Nu is daar café d'Alderliefste. De rijwielzaak was er nog niet, daar was een pleintje en een bosje. Op de onderste foto echts de smederij met de travalje. Er zit nu een modewinkel in. .inks de kiosk van makker Roos.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2021 | | pagina 33