Uitspanning De Rustende Jager
tut BERGEh
31
de ober. 'Arme stadskinderen die 's zomers een
maandje komen aansterken.' 'Armeluiskinderen
in zo'n beschaafde omgeving?', vraagt moeder
geschrokken. 'Gaan die kopje onder in dezelfde
zee als waarin ik heb gebaad?' Deftige dames
zoals zij zwommen niet, maar namen een bad
Bergen aan Zee was immers een badplaats.
Maar wel in badkleding die alles bedekte.
Elk stukje bloot datje liet zien vonden ze toen
immers onbeschaafd en vies. 'Die kinderen heb
ben een apart stuk strand', zegt de ober.
'Wat is dat voor aardig winkeltje hier tegen
over?', vraagt vader. 'Dat is een kiosk. Kiosken
worden speciaal voor toeristen gebouwd. Dan
kunnen ze op straat iets kopen, zonder een win
kel in te hoeven. Dit is de kiosk van bakker Roos.'
Vader knikt bedachtzaam. Ook Bergen zelf is
dus een echte toeristenplaats geworden.
'Kijken jullie maar even rond, kinders', zegt moe
der. Cato en Cornells besluiten een rondje om
de muur van het kerkhof te gaan lopen.
Deze Rustendejager bestaat vast al heel lang
en die kerk ook, denkt vader, terwijl hij een slokje
neemt. Inderdaad. Al vanaf vroeger tijd liep er
een weg langs de duinrand naar het noorden.
De latere graven van Holland gebruikten die
weg ook voor het besturen van hun graaf
schap. Zo'n Heerenweg oftewel legerweg ging
ook door Bergen en heette Breelaan, omdat die
hier de breedste laan was. In het centrum van
elk dorp op de route kwamen 'uitspanningen',
waar je je paarden kon uitspannen. In Bergen
was dat De Rustendejager. Knechten gaven
de paarden hooi en wreven hun bezwete lijven
droog. Koetsiers en passagiers konden binnen
iets eten en drinken en er eventueel logeren.
Tegenover De Rustende Jager was een smederij.
Handig voor reparaties aan je koets en het
beslaan van paardenhoeven. Voor de smederij
stond een travalje. Cato en Cornelis waren net
terug toen de smid er een paard in vastzette,
zodat het niet kon trappen. Ze zagen de smid
een nieuw hoefijzer smeden, in water afkoelen
en onder een hoef slaan.
Opeens roept vader: 'De stoomfluit van Belloü
We moeten gaan!'. Ze haasten zich naar
het station. Als Bello de bocht bij het Noord-
Hollands Kanaal neemt, wijst vader: 'Kijk,
kalkovens.' Even later vragen Cornelis en Cato:
'Geloven de boeren van Bergen wel in God?
Die kerk daar bestaat voor het grootste deel uit
stukken muur!' 'Volgende keer gaan we die kerk-
ruïne van jullie bekijken!', belooft vader.
Station Bergen had ook een laadperron voor
steenkool en bagage. Op het laadperron
kijken vijf Berger jongens (van links naar rechts:
jaap Tuinman, Rein Maasen, Dirk van de Berg,
Rob Kuipers en Joop de Haan) vertrekkende
badgasten na.
Kalkovens bij het Noord-Hollands Kanaal.
De plaatjes komen van het Regionaal Archief Alkmaar,
behalve de foto van de stoomlocomotief. Die komt van
museum Het Sterkenhuis.
Ansichtkaart Groet uit
Bergen. Op de bovenste foto
uitspanning De Rustende
Jager (rechts), op de kruising
van de Breelaan en de Karei
de Grotelaan. Nu is daar café
d'Alderliefste. De rijwielzaak
was er nog niet, daar was
een pleintje en een bosje.
Op de onderste foto
echts de smederij
met de travalje. Er zit
nu een modewinkel in.
.inks de kiosk van
makker Roos.