Y
4
Jj UJ
a#j.
I
r~
J
t
t a m
S- trft
f X'
téétfébc €&*étjZ y L^-nAtyl
fiSgé *V'
23
FC ZEEHUIS
Op 5 maart was het Poe-
riem (lotenfeest), 's Mid
dags werd de Megillah, de
rol van Esther, gelezen en
's avonds kwamen de jon
gens van Maccabi Hatzair
(een zionistische jeugdbe
weging) met een bus uit
Amsterdam om de kinde
ren te vermaken. Ook het
avondeten was kennelijk
bijzonder: Hajo schrijft dat
het bestond uit vlees en
leverpastei.
*4 tt+tU
3
'*4€At4!
,2 Wc-*1®
krt»
f it */J
a VK'>l
ff t
J -IU l
3mtftbi. pc 1 >k*&> A-.tt
=a^5LL t, i
-*f™» E+-. j
Hajo's plattegrond van HetZeehuis.
Op dinsdag 14 maart reis
de een groepje van twaalf
kinderen met de trein naar
Amsterdam, alwaar Hajo
kennissen bezocht. Vrijdag
17 maart gingen de oudere
kinderen per bus naar Alkmaar, waar ze eerst een groot
handel bezochten en daarna naar de kaasmarkt. Om
11 uur waren de kinderen boven op de toren van de
Waag. Volgens Hajo was de klokkenspeler Joods en
speelde hij het Hatikva (lied van de hoop, tegenwoordig
het volkslied van Israël). Daarna werd een oude molen
bezocht en werd de dag afgesloten met een kopje koffie
in een café. Hajo beschreef alles enthousiast en stuurde
zelfs een brochure over Alkmaar mee naar Bielefeld.
Op 18 maart werd een van de jongens Bar Mitzwe in de
synagoge in Alkmaar (Bar Mitzwe is de kerkelijke meer
derjarigheid van een Joodse jongen op zijn 13de verjaar
dag). Hoewel Hajo op 17 maart schreef dat hij hiervoor,
samen met de directrice, naar Alkmaar zou gaan, meldde
hij later dat hij toch niet geweest was. Het was waar
schijnlijk Walter Otto Dreyfuss (geboren op 13 maart
1926) die Bar Mitzwe werd.
Een bezoek aan mevrouw De Kat in Bergen, die, hoewel
zij een auto-ongeluk had gehad en daarom in bed lag,
Engelse conversatieles aan de kinderen gaf, werd uitge
breid beschreven. Hajo en drie andere kinderen werden
door de chauffeur van mevrouw De Kat opgehaald. Hij
was onder de indruk van de chauffeur, het grote huis
"op een hoge heuvel" en de luxe in het huis, waarover
hij uitgebreid aan zijn ouders schreef.
Hajo schreef vaak over zijn kleding. Hij dacht dat hij erg
hard gegroeid was en dat zijn kleding te klein werd,
maar toen hij werd gemeten bleek dat wel mee te val
len. "Dass mein Anzug kleiner ist, ist Einbildung" (Dat
mijn pak te klein is, heb ik mij verbeeld) schreef hij, toen
bleek dat hij in twaalf weken 1,5 centimeter gegroeid
was. Maar hij was wel drie kilo aangekomen! Maar ja,
hij at ook altijd netjes zijn 'Zwiebel Gemüse' op.
FC Zeehuis
Op 1 februari meldde Hajo zijn ouders dat de jongens op
verzoek van het Comité voetbalschoenen en standaard
padvinderskleding hadden gekregen als clubtenue voor
hun voetbalteam. Op 2 maart werd de eerste uitslag ge
communiceerd: FC Zeehuis had op 26 februari met 9-4
gewonnen, waarbij Hajo linksachter speelde. Tegen wie de
wedstrijd werd gespeeld vermeldde Hajo er niet bij, maar
waarschijnlijk was dit tegen een club uit Bergen-Binnen
(BSV of Berdos). Want op 16 maart was het nieuws dat
die zaterdag, de 18de, weer tegen 'Bergen' gespeeld zal
worden, waar FC Zeehuis al tweemaal van had gewonnen,
zoals Hajo trots meldde. De volgende dag zou het team
weer "mit dem Zug" naar Alkmaar afreizen om tegen Alc-
maria Victrix te spelen. Hajo speelde in ieder geval nog
linksachter. Die zondag was ook het afscheidsfeest: op
22 maart verlieten alle vluchtelingenkinderen Het Zeehuis.
Het voltallige Bergense voetbalteam zou op het feest aan
wezig zijn.
Vertrek
Drie heren van de 'Mannschaft' verlieten Nederland op
9 maart 1940, op weg naar de Verenigde Staten: de ge
broeders Heinemann en Arthur Adler. Walter Dreyfuss
verliet Nederland ook, maar veel later, waarschijnlijk pas
in 1943. Samen met enkele andere vluchtelingen, die zich
in Loosdrecht hadden voorbereid op een toekomst in Pa
lestina, probeerden zij de Pyreneeën over te steken om
zo naar Palestina te reizen. Maar op een nacht zat Walter
op een steen, werd door een slang gebeten en overleed.
Werner Grünbaum woonde in de zomer van 1942 bij een
gezin in Amsterdam. Hij werd naar Auschwitz gedepor
teerd met het eerste transport vanuit Westerbork, op 15
juli 1942. Hermann Grünthal woonde sinds maart 1939 in
het Joodse Jongensweeshuis aan de Amstel, vanwaar hij