21 Vluchtelingenkinderen in HetZeehuis. Duitsers in mei 1940 ons land binnenvielen. Achteraf ge zien heeft het gebrek aan barmhartigheid levens gespaard. Maar dat kon niemand in 1938 voorzien. De hoop en ver wachting was immers dat, mocht er oorlog uitbreken in Europa, Nederland net als tijdens de 'Grote Oorlog' (1914- 1918) neutraal zou blijven. Het eerste kindertransport Op 4 januari 1939 arriveerde het eerste grote kindertrans port, bestaande uit 248 kinderen, in Nederland. Een groep van 115 jongens reisde naar Eindhoven waar Philips het Dommelhuis ter beschikking had gesteld. Een groep van 44 meisjes ging naar Losser. Een groep die via Oldenzaal had gereisd, kwam om 11 uur 's avonds in Bergen aan; de andere groep, die via Zevenaar in het land was geko men, kwam met grote vertraging pas om 1 uur 's nachts in Bergen aan. De totale groep bestond uit 50 meisjes en 39 jongens. De oudste was een meisje van bijna 18, de jongsten waren twee knaapjes van bijna 4 jaar oud. Onder hen ook Hans Joachim (Hajo) Meyer uit Bielefeld. Hajo was 14 jaar oud toen hij op die koude winterdag in Nederland aankwam. Tussen 6 januari 1939 en 29 januari 1943 schreef Hajo tijdens zijn verblijf in Nederland vele brieven en kaar ten naar zijn ouders in Bielefeld. In mei 1943 moesten zijn ouders naar Theresienstadt vertrekken. Voor hun vertrek gaven zij alle brieven in bewaring bij niet-Joodse buren. Na de oorlog kwam een van Hajo's broers deze mensen op het spoor en werden de brieven aan hem overhandigd. De brieven, in 2014 gepubliceerd, geven een uniek inkijkje in het leven van een vluchtelingenkind in Het Zeehuis. De Nederlandse regering aarzelde aanvankelijk wat te doen met de toegelaten vluchtelingenkinderen. In eerste instantie was het idee om de kinderen zoveel mogelijk bij familie on der te brengen, want dit zou de regering niets kosten. Maar vrij snel werd besloten dat het toch beter zou zijn alle kin deren in tehuizen onder te brengen. Zo kon beter toezicht gehouden worden op de kinderen en hun verdere emigratie. Bovendien was de vrees dat het de kinderen zo goed zou bevallen bij hun familie dat ze niet meer weg zouden willen. Aan de familieleden, die zich eerder in groten getale bereid hadden verklaard hun neefjes en nichtjes in huis te nemen, werd door de regering om een bijdrage in de 'verpleegkos- ten' gevraagd: 50,- per kind per maand. De meeste familie leden reageerden boos en verontwaardigd: niet alleen was dit bedrag voor hen echt niet op te brengen (een arbeider verdiende in die tijd ongeveer 30,- per week), zij wilden ook niet dat de kinderen naar een tehuis zouden gaan. Op 7 december 1938 had het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolonies onder andere Het Zeehuis in Bergen aan Zee aangeboden aan het ministerie van Binnenlandse zaken ten behoeve van de opvang van kindervluchtelingen. Het Zeehuis zou van begin december 1938 tot eind maart 1939 beschikbaar zijn voor negentig kinderen. Overigens kon ook Villa Russenduin (het huidige Huize Glory) in Bergen aan Zee worden gebruikt voor ne gentig kinderen, maar dit is nooit gebeurd. De koloniehui zen stonden toch altijd leeg in de winter. Er was ook geen verwarming! Voor de vluchtelingenkinderen werden er ka chels ingezet, dit ging ten koste van tien verblijfsplaatsen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2021 | | pagina 23