FC Zeehuis
Duits-Joodse vluchtelingenkinderen in Bergen aan Zee
Van woensdag 4 januari 1939 tot woensdag
22 maart 1939, precies elf weken, verbleven er
in totaal 96 alleenstaande Joodse vluchtelin
genkinderen uit het Derde Rijk in Het Zeehuis
in Bergen aan Zee. Hoe kwamen deze kinderen
in Bergen aan Zee terecht en wat is er bekend
over hun verblijf in Het Zeehuis en hun lot
daarna?
20
MIRIAM KEESING
Hajo Meyer (links) en Gerd Weinberg.
Nadat in januari 1933 de nationaal-socialisten in Duitsland
aan de macht waren gekomen, besloten veel Duitse Jo
den om te vluchten. Toch kozen sommige Joden ervoor
om in Duitsland te blijven. De redenen hiervoor liepen
uiteen: sommigen konden niet geloven dat de macht van
de nazi's een lang leven zou zijn beschoren, anderen had
den een bedrijf of een ziek familielid dat niet in staat was
te emigreren. Ook al zagen de nazi's emigratie toentertijd
als dé oplossing van hun 'Jodenprobleem', legale emigra
tie vanuit Duitsland werd steeds moeilijker doordat zowel
de nazi's als de ontvangende landen de regels omtrent
emigratie respectievelijk immigratie steeds verder aan
scherpten.
De Kristallnacht - de nacht van 9 op 10 november 1938
waarin duizenden Joodse huizen en bedrijven werden ver
nield, mannen en jongens vermoord of gevangengenomen
werden en synagogen in brand gestoken - veranderde de
situatie van de nog in Duitsland wonende Joden. Vooral
moeders, die er in veel gevallen plotseling na de arrestatie
van hun echtgenoot alleen voor stonden en bovendien
geen inkomsten of woonruimte meer hadden, waren
wanhopig. De kinderen in veiligheid brengen, dat was de
eerste prioriteit. Vlak na de Kristallnacht kwamen veel kin
deren illegaal de grens over. In de dagbladen werden deze
schrijnende taferelen beschreven. De ouders hoopten hun
kinderen op korte termijn achterna te kunnen reizen.
Al snel kwam er een internationale samenwerking op gang
om de zogenaamde kindertransporten te organiseren.
Joodse organisaties in Duitsland en Oostenrijk verzamel
den namen en regelden het vertrek. Hulporganisaties in
Nederland (evenals in België, Frankrijk, Zweden en Enge
land), overwegend bestaand uit Joodse vrijwilligers, zorg
den ervoor dat de kinderen konden worden opgevangen.
In totaal zouden bijna tweeduizend alleenstaande kinderen
naar Nederland komen.
In maart 1938 had de Nederlandse regering besloten de
grens te sluiten voor Joodse vluchtelingen. Er waren er im
mers al zo veel, naar schatting zo'n 25.000. De 'Anschluss'
met Oostenrijk veroorzaakte een nieuwe golf vluchtelin
gen, terwijl de economische situatie nog steeds ronduit
slecht te noemen was, met werkloosheidscijfers van rond
de 15%. Meer vluchtelingen betekende meer werklozen,
was de angst. Maar de publieke opinie was van mening
dat Nederland toch iets moest doen. Voor kinderen kon
iets makkelijker de hand over het hart worden gestreken:
deze zouden immers, voorlopig althans, geen plek op de
arbeidsmarkt innemen.
De Nederlandse regering kwam met een compromis: een
beperkt aantal kinderen zou worden toegelaten, op voor
waarde dat zij zo snel mogelijk zouden doorreizen naar
andere landen. In de praktijk was dat niet zo eenvoudig,
omdat die andere landen bepaald niet met open armen
stonden te wachten. De Engelsen hielden zowel de deur
naar Engeland als die naar Palestina op een heel kleine
kier, de Amerikanen gebruikten hun reeds in de jaren twin
tig ingevoerde quotum om de toestroom van vluchtelin
gen te beperken. Desondanks was 29% van de bijna 2000
vluchtelingenkinderen uit Nederland vertrokken toen de