18
BERGENSE KRONIEK, MEI 2021
kampen. Daardoor kwam veel Joods vastgoed leeg te staan.
Omdat de panden waren aangemeld bij de NGV, nam deze
instelling deze panden in beheer. Daarmee begon de ontei
gening en verkoop van de onroerende goederen. De NGV
stelde makelaars (beheerders) aan om de panden te verko
pen aan geïnteresseerde ondernemers en vastgoedhande
laren. Aan deze schimmige praktijken hebben ook veel no
tarissen meegewerkt. De winst van deze handel in de meer
dan 7000 onteigende woningen in Nederland - 44.574.035
(nu ruim 260 miljoen euro) - stroomde direct door naar de
roofbank Lippmann, Rosenthal Co, ook wel bekend als de
Liro. Hiervan werden de kampen Westerbork en Vught en
deportaties naar de andere kampen betaald. Over de rug
gen van Joodse slachtoffers werd grof geld verdiend. Het
menselijk leed woog bij deze louche oorlogskopers niet op
tegen het geldelijk gewin. Later zijn veel collaborateurs ge
straft door de Raad voor het Rechtsherstel die in 1945 in het
leven werd geroepen met als doel het gepleegde onrecht
ongedaan te maken. Toch gingen nog veel collaborateurs
vrijuit. Zeker vanuit onze huidige optiek kan men stellen dat
er meer sprake was van een administratief rechtsherstel dan
van een moreel rechtsherstel.
De Duitsers hielden alle transacties minutieus bij in de zo
genaamde Verkaufsbücher. Uit deze Verkaufsbücher blijkt
dat het Bergense huis van de familie Santcroos op 19 juli
1943, dus ruim vier maanden vóórdat het gezin naar kamp
Westerbork werd gedeporteerd, voor 4800 werd ver
kocht aan Hendrik Jansen, directeur van de meubelfabriek
Eik en Linden aan de Lindegracht in Alkmaar. Deze Jansen
kocht in Bergen rond diezelfde tijd ook het pand Dokter
van Peltlaan 46 (voor 7300,-) en aan de Teugelaan een
pand met opstallen (voor ƒ9850,-). Makelaar/beheerder
was de beruchte Amsterdamse NSB'er Johannes Petrus
Everout. Deze drie transacties passeerden bij de Alkmaar-
se notaris Van der Heide. De bij deze praktijken betrokken
notarissen - naast Van der Heide ook De Lange, Roos en
Verkade in Alkmaar - zijn overigens na de oorlog amper
bestraft: van het bedrag dat verdiend was met deze dubi
euze transacties, mocht 40% worden behouden.
Direct na de oorlog werd Hendrik Jansen bestraft met
bijna een jaar detentie. Het gebouw Eik en Linden werd
onder beheer gesteld van het Beheersinstituut Alkmaar en
op 10 september 1947 ten overstaan van notaris Roos
openbaar geveild voor 50.000,-. Een week na de veiling
stierf Jansen geheel onverwacht op 62-jarige leeftijd. Zijn
zwangere weduwe beviel een maand later van een zoon.
Na teruggave van de Joodse panden - ook in Alkmaar,
Heiloo en Heerhugowaard had Jansen nog vier panden
gekocht - en betaling van een belastingschuld resteerde
ongeveer 8000,-. In de laatste zitting van het rechtspre
kend Alkmaars tribunaal op 27 mei 1948 werd al het ten
laste gelegde bewezen verklaard, aldus dagblad De Vrije
Alkmaarder, maar gunde men dit geld aan zijn 'ziekelijke
weduwe' om in haar levensonderhoud te kunnen voorzien.
Op 25 juni 2020 nam de gemeenteraad van Bergen
unaniem een motie aan waarin het gemeentebestuur
werd opgedragen uit te zoeken of in alle gevallen vol
doende rechtsherstel ten aanzien van Joods vastgoed
heeft plaatsgevonden. In Bergen, Schoorl en Egmond
gaat het om veertien panden, waarvan negen panden
in de kern Bergen, waaronder Lindenlaan 10 (nu 12).
Het Regionaal Archief Alkmaar is gevraagd alles gron
dig uit te zoeken. Duidelijk is dat Esther Presser het
huis in 1946 in eigendom heeft teruggekregen.
Na de oorlog
Esther hertrouwde op 26 juni 1946 met de bekende ar
chitect Adolph Eibink (1893) en ging bij hem wonen op
Overtoom 249 in Amsterdam. Wellicht kenden zij elkaar
al van voor de oorlog. Eibink had namelijk heel wat lijntjes
met Bergen. Zo was hij in 1917-1918 opzichter bij de bouw
van Park Meerwijk, de Bergense villawijk in Amsterdamse
Schoolstijl. Met compagnon Snellebrand ontwierp hij in
1921 in dezelfde stijl het rietgedekte huis De Hooiberg aan
Van Reenenpark 14. Regelmatig brachten Eibink en zijn
toenmalige vrouw voor de oorlog de zomervakanties door
in De Hooiberg. In 1922 ontwierpen Eibink en Snellebrand,
in opdracht van Bertus Rijniersce, het woonwinkelhuis van
de Berger Wijnhandel aan de Jan Oldenburglaan 4.
Vanwege zijn verzetsactiviteiten tegen de door de Duitsers
ingestelde Kultuurkamer zat Eibink vanaf 1942 gevangen.
Eerst in de strafgevangenis van Scheveningen, daarna in
kamp Amersfoort en ten slotte tot het einde van de oorlog
in gijzelaarskamp Sint-Michielsgestel. Na de oorlog stopte
het compagnonschap met Snellebrand en verwierf Eibink
in 1951 het volledig eigendom van De Hooiberg door Snel
lebrand uit te kopen. Links naast De Hooiberg ontwierp
Eibink een nieuw huis (Van Reenenpark 16). Eind 1956
verhuisden Esther en Adolph vanuit Amsterdam naar hun
nieuwe woning.
Esther woonde nooit meer zelf in De Wijde Bliek. Ze ver
huurde het huis waaraan ze zoveel herinneringen had.
Adresgidsen van Bergen vermelden als bewoners G.W.
Leuverink, commies ter gemeentesecretarie van Bergen
(adresgids 1955) en G. Dieckman (adresgidsen 1961 en
1966). In 1967 verkocht zij het huis voor 40.000,- aan de
huidige bewoners, de heer en mevrouw Nijhuis, met de
diep doorvoelde verzuchting: "Ik hoop dat jullie meer ge
luk zullen hebben met dit huis dan ik".
Rond 1970 ging de geplande verlenging van de Eiken
laan over de Lindenlaan niet door en werd op de open
plek een nieuw huis gebouwd. Dat huis kreeg huisnum
mer 8. Daardoor versprongen de hogere huisnummers.
Lindenlaan 10 werd omstreeks 1970 Lindenlaan 12.