De Wijde Bliek: als stenen konden
spreken...
Lotgevallen van de Joodse familie Santcroos
'Ik hoop dat jullie meer geluk zullen hebben
met dit huis dan ik'. Met deze verzuchting
verkocht Esther Presser in 1967 haar huis op
Lindenlaan 10. Vóór de Tweede Wereldoorlog
woonde zij met haar man Isaac Santcroos en
hun kinderen 's zomers in dit huis, dat zij De
Wijde Bliek noemden. Deze Amsterdamse
familie genoot met volle teugen van de rust,
de overweldigende schoonheid van de natuur
en de rijke cultuur dat het vooroorlogse Ber
gen hen bood. Door de Duitse bezetting
eindigde dit geluk abrupt. In dit artikel een
beschrijving van de historie van dit pand en
van het tragische lot dat de familie Santcroos
trof. Als stenen konden spreken...
15
FRANS LEIJEN
Het gezin Santcroos bestond uit Isaac Santcroos (1894)
en Esther Presser (1897). Isaac was dagbladjournalist en
hoofd administratie, later werd hij directeur van een zie
kenfonds in Amsterdam. Esther was handelscorrespon
dente. Zij huwden in 1921 in Amsterdam en kregen twee
zoons: Daniël (1923) en Eddy Martin (1926).
Het huis De Wijde Bliek aan de Lindenlaan nu. Foto: Frans Leijen.
Aan de achternaam Santcroos zien we dat Isaac afstamde
van de Sefardim, de Spaans-Portugese Joden die in de
14de en 15de eeuw moesten vluchten. Ze werden voor
de keuze gesteld óf Spanje of Portugal te verlaten, óf
zich tot het christendom te bekeren. Een aantal van hen
kwam uiteindelijk terecht in Amsterdam, waar de achter
naam Santa Cruz (Heilig Kruis) door de eeuwen heen ver
basterde tot de Nederlands klinkende naam Santcroos.
De familie Santcroos in Amsterdam
Isaac was een sociaal bewogen en maatschappelijk zeer
actieve man. In 1912 was hij, 18 jaar oud, medeoprichter
en secretaris van de Amsterdamsche Blindenbond. Verder
zette hij zich in als bestuurslid van de Nederlandschen
Journalistenkring en als secretaris van de journalistencom
missie Olympische Spelen 1928. Als lid van de commissie
Verkeersveiligheid Amsterdam hield hij bij ouderavonden
vele lezingen op scholen. Hij was oprichter en secretaris
van de vereniging van Joodse nijverheidsscholen in Am
sterdam. Verder verzorgde hij diverse cursussen voor de
Joodse Raad. Alsof dat allemaal nog niet genoeg was, fun
geerde hij ook als beherend directeur van het kinderher
stellingsoord Huis ter Duin in Egmond aan Zee.
Zoon Daniël volgde de Amsterdamse lagere Palache-
school. Hierna doorliep hij het gymnasium en vervolgens
studeerde hij medicijnen. Toen hij als Joodse student niet
verder mocht studeren, werkte hij noodgedwongen als
ziekenbroeder in het Portugees Israëlitisch Ziekenhuis aan
de Plantage Franschelaan (tegenwoordig Henri Polaklaan)
in Amsterdam.
Jongste zoon Eddy Martin was vanaf 13 september 1938
leerling van het Montessori Lyceum aan de De Lairesse-
straat in Amsterdam. Hij werd door zijn onderwijzer aan
de lagere (Dalton)school omschreven als een zeer goede
leerling. Ook in de drie klassen die hij op het Montessori
Lyceum volgde, heeft hij dit laten zien. Niet altijd even
doelgericht, aldus de verslagen, maar over het algemeen
een harde werker met een goed stel hersens.