Opkomst en neergang van een Bergense kunstkring HET JOURNAAL VAN DEN NIEUWEN KRING Ruim een eeuw geleden, in 1919, viel De Nieuwe Kring, een select gezelschap met als domicilie Bergen, na drie jaar uiteen. Wat begon als een zeer ambitieus programma om de kunst en de maatschappij grondig te ver nieuwen, liep ten slotte uit op een deceptie. 10 BERNARD NUYENS Het was in 2018 tijdens een wandeling door Bergen langs de huizen die te maken hadden met Maschmeijer, dat wij de tuin wilden bekijken achter de woning Natteweg 44. Het was ons bekend dat de mecenas Maschmeijer in 1911 de grond had verkocht aan Dirk Happée, de tweede violist van het Concertgebouworkest. Vrijpostig als wij zijn, liepen we halverwege het pad langs het huis in de richting van de tuin toen een vriendelijke vrouw ons tegemoet kwam. We werden uitgenodigd de tuin te bekijken, maar ook het huis. De vrouw, die zich voorstelde als Gea Boswinkel-Bud- ding (1939-2019), vertelde ons dat er ook mensen in het huis hadden gewoond die samen met andere kunstenaars De Nieuwe Kring hadden opgericht. Een select gezelschap met verheven idealen die, na later bleek, moeilijk ingelost konden worden. In 2006 heeft museum Kranenburgh een tentoonstelling aan deze groep gewijd onder de titel De Nieuwe Kring in Bergen (N.-H.), filosofen en kunstenaars in Bergen 1916-1919. De tentoonstelling was samengesteld door Wim Vroom, die ook een boek schreef over deze groep. Parijs: kunstenaarsmekka Het startpunt was het Parijs van rond 1900. Parijs was toentertijd de onbetwiste kunsthoofdstad van de wereld, het mekka voor kunstenaars. Vanuit heel de wereld trokken ze naar de Franse hoofdstad, zo ook onder anderen de Nederlanders Lodewijk Schelfhout, Kees van Dongen, Piet Mondriaan, Peter Alma, Jan Toorop, Gerrit van Blaaderen, Jan Sluijters, Conrad Kickert, Leo Gestel, Jakob van Dom- selaer, Henri ten Holt en Jaap Weijand. Het was de plaats en de tijd van experimentele avantgardistische kunst en nieuwe muziek. Er werd afstand genomen van de traditio nele kunst. Deze kunstenaars stonden kritisch ten opzichte van de maatschappij en protesteerden fel tegen de geves tigde orde. Ze zochten voortdurend naar nieuwe vormen, wat leidde tot andere kunststijlen, zoals het fauvisme, het luminisme, het futurisme en het kubisme. Kunst kreeg een kritisch-maatschappelijke functie. VERSCHIJNT DEN EERSTEN EN DEN ZESTIENDEN VAN ELKE MAAND ONDER REDACTIE VAN C A WIJNSCHENK DOM EN PIETER TALMA EERSTE JAARGANG NO ii I SEPTEMBER l<»li ft ftéticckrr Voorblad van het Journaal van Den Nieuwen Kring (sept. 1916) met een houtsnede van J. Radecker. Bron: Vroom, 2006. Rond 1907, toen Sluijters uit Parijs terug naar Amsterdam kwam, ontwikkelde zich een zekere gelijkgestemdheid onder een groep kunstenaars die door Conrad Kickert als 'lumi- nisten' werden getypeerd. Onder hen - naast Kickert - Jan Sluijters, Leo Gestel, Lodewijk Schelfhout en Piet Mondriaan. Amsterdam had in die tijd een aantal vooraanstaande kun stenaarsverenigingen zoals Arti et Amicitiae, Sint Lucas, De Onafhankelijken en De Hollandsche Kunstenaarskring. Deze laatste kring is in het leven geroepen door onder anderen Leo Gestel en Gerrit van Blaaderen. Matthieu Wiegman is enige tijd voorzitter geweest. De groep rond Conrad Kickert had al geëxposeerd met Sint Lucas en De Hollandsche Kun stenaarskring, maar wilde meer. Men wilde met de progres sieve Nederlandse kunstenaars een eigen kunstkring oprich ten, naar het voorbeeld van de Salon d'Automne in Parijs en gericht op de moderne kunst. Zo geschiedde. In 1910 richtten Conrad Kickert, Piet Mondriaan en Jan Sluijters De Moderne Kunstkring op, met Jan Toorop als voorzitter.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2021 | | pagina 12