BERGEN N J-L De eerste steenlegging van het Pensionaat
6
ALS EEN DORP IN EEN DORP
t
y
De feestelijke eerstesteenlegging van het pensionaat, zoals het kloostergebouw werd genoemd, op 4 februari 1904.
warm krijgen? De Franciscanessen van Aerdenhout gingen
niet op zijn vraag in en de Dominicanessen van Voorscho
ten, die hij kende van zijn tijd in Schiedam, werden afge
schrikt door het gebrek aan huisvesting.
Op Smeemans verzoek legde vicaris Callier contact met
de Ursulinen van Breust-Eijsden. De zusters hadden zich
daar in 1848 gevestigd vanuit het Belgische Tildonk, een
congregatie die was gesticht in wat toen nog de Zuide
lijke Nederlanden heette. Bij zijn bezoek in Eijsden wist
Smeeman meteen zusters enthousiast te krijgen met zijn
droevige verhaal hoe katholieke kinderen in zijn parochie
gedwongen waren om lessen te volgen van protestantse
onderwijzers. Op 27 april 1897 reizen zes zusters Ursulinen
vanuit Eijsden naar Monnickendam. Aanvankelijk nog ver
bonden aan Eijsden, maar een jaar later krijgen ze van het
bisdom Haarlem toestemming om een Ursulinenklooster
te vormen. Ze zijn de eerste zusters Ursulinen in Noord-
Holland. In Monnickendam werd een normaalschool opge
richt, zoals de opleiding voor onderwijzers indertijd werd
genoemd, die op 1 april 1899 officieel werd geopend. Hier
werden ook zusters Ursulinen opgeleid tot onderwijzeres.
De congregatie van de Ursulinen kreeg in 1898 rechtsper
soonlijkheid door de oprichting van de Sint Joseph Stich
ting. Een stichting die als rechtspersoon in het leven was
geroepen om de zakelijke belangen van de congregatie
beter te kunnen behartigen. Alle onderwijswerkzaamhe-
den van de zusters werden daarin ondergebracht.
Toen in 1902 de eerste kwekelingen slaagden op wat
inmiddels de St. Joseph kweekschool heette, kwamen van
pastoors uit de omgeving verzoeken om leerkrachten. Pas
toor Van Delft uit Bergen was de eerste aan wie zusters-
onderwijzeressen werden beloofd.
De Ursulinen naar Bergen
Waar moest de school in Bergen komen? Een beschikbaar
stukje grond bij de Molenkrocht, nabij de Petrus en Pau-
luskerk, was te klein. Samen met kerkmeester Schouten en
notaris Hilbrand klopte pastoor Van Delft aan bij de welge
stelde juffrouw Oldenburg. Voor een zacht prijsje kregen
ze een stuk grond aan de Loudelsweg. Daaraan kon
Smeeman nog een stuk land toevoegen en op dat aaneen
gesloten terrein van 32 hectare zou vervolgens een dorp in
een dorp verrijzen. Uit de wijde omtrek zouden duizenden
kinderen de scholen bezoeken, waar je uiteindelijk kon
worden opgeleid tot onderwijzeres, inrichtingsassistente of
lerares voor het landbouwhuishoudonderwijs.
Ontwerp en bouw
De Limburgse architect J.H. Tonnaer ontwierp het nieuwe
kloostergebouw. Tonnaer was een leerling van de befaam
de bouwmeester Pierre Cuypers, die tekende voor het
Centraal Station en het Rijksmuseum in Amsterdam, maar
die vooral kerken ontwierp. Iets van die stijl was terug
te zien in het Bergense bouwwerk van Tonnaer, die net
als zijn leermeester veel kerken afleverde, waaronder de
St. Laurentiuskerk in Alkmaar. Ook aannemer Dessing uit
Gouda had veel ervaring: hij had voor het bisdom Haarlem
al meerdere kerken gebouwd.