41
HETTWEEDE VATICAANS CONCILIE EN DE ONTZUILING
LI——? ~h"
rxïi?22ïa:
De auto was hét symbool van de maatschappelijke vooruitgang in de jaren 50 en 60. Ook bij de
zusters. Naast deze Austin A55 Cambridge Mk II staat chauffeur zuster Arnolda (1961).
het Maagdenhuis, is hiervan het bekendste voorbeeld
en trok landelijke aandacht. De Katholieke Universiteit
Nijmegen, waar al in 1963 de Studentenvakbond was
opgericht, kende een alternatieve 'Kritiese Universiteit'.
In de toneelwereld had je de actie Tomaat en in de
muziekwereld de actie Notenkraker. Vrouwen richt
ten emancipatiebewegingen op als de Rooie Vrouwen
en Dolle Mina, met acties als Baas in eigen buik en
de bezetting van de Bloemenhove abortuskliniek in
Heemstede. Discussies liepen dwars door gezinnen en
organisaties.
Het resultaat was dat er gaandeweg allerlei inspraakor
ganen ontstonden als studentenraden, kritische leraren,
parochieraden, ondernemingsraden in bedrijven en een
soldatenvakbond.
Wat in Nederland gebeurde, maakte deel uit van een
wereldwijde trend. Frankrijk en Duitsland kenden stu
denten- en arbeidersopstanden en de Verenigde Staten
massale protesten tegen de oorlog in Vietnam.
De rooms-katholieke kerk in de jaren zestig
De katholieke kerk haakte in op de trend naar meer
openheid en medezeggenschap. In de kerk werd de
Heilige Mis (de katholieke eredienst) nog in het Latijn
gehouden waar de gewone kerkganger doorgaans niet
veel van begreep. Alleen de preek was in het Neder
lands. Tijdens de mis stond de priester met zijn rug naar
de kerkgangers.
Paus Johannes XXIII riep van 1962 tot 1965 het Tweede
Voor de Ursulinen was van belang
dat het concilie in 1965 het decreet
Perfectae Caritatis uitvaardigde.
Hierin werden kloosterorden
opgeroepen zich te richten op de
'gewone' wereld en op de bronnen
van waaruit zij waren ontstaan. In
Nederland werd een eigen pas
toraal concilie bijeengeroepen, uniek in de katholieke
wereld. Bisschoppen, religieuzen en gelovigen kwamen
van 1966 tot 1970 regelmatig in Noordwijkerhout bijeen
om geloofszaken door te nemen en voorstellen voor
veranderingen te formuleren. Ursuline Lucy Tromp, toen
nog novice, was hierbij als jongste deelnemer aanwezig.
Belangrijke onderwerpen voor de gelovigen waren anti
conceptie en afschaffing van het celibaat (van de aanwe
zigen vond 75% dat priesters moesten kunnen trouwen).
Beide zaken gingen rechtstreeks in tegen de regels van
het Vaticaan.
Op lokaal niveau werden parochieraden opgericht
waarin de gelovigen mochten meepraten over de gang
van zaken; in de bisdommen werd de bisschop gead
viseerd door een raad van gelovigen. Er ontstonden
ook conflicten tussen progressieve pastoors en meer
behoudende bisschoppen, met soms als consequentie
dat de pastoor door zijn bisschop werd ontheven van
zijn taak maar toch zelfstandig doorging met een groot
deel van zijn gelovigen. De traditionele Latijnse missen
werden aangepast. De mis werd in de meeste gevallen
in het Nederlands opgedragen en de priester ging met
zijn gezicht naar de mensen staan. Men heeft zelfs een
tijd geëxperimenteerd met popmuziek in de kerk, de
zogeheten 'beatmissen', in Bergen met veel succes.
Overigens waren er al veel eerder initiatieven voor
verandering. Na de Eerste Wereldoorlog werd door de
Vaticaans Concilie bijeen met als
doel de katholieke kerk meer bij de
tijd te brengen. Voor het eerst in
de kerkgeschiedenis werden waar
nemers van andere godsdiensten
en levensbeschouwingen daarbij
uitgenodigd. De belangrijkste
besluiten van dit concilie waren dat
de kerkdiensten (de Heilige Missen)
voortaan in de volkstaal mochten
worden gehouden, dat de plaat
selijke bisschoppen en leken meer
inspraak kregen en dat de rooms-
katholieke kerk toleranter stond
tegenover andere godsdiensten,
hoewel deze kerk weigerde zich
aan te sluiten bij de Wereldraad
van Kerken.