"Het leven van de zusters intrigeerde me. Bij mij werd dat vooral opgeroepen door zuster Marie Gérard. 2e sprak heel mooi Frans en gaf ook muziek. Je vermoedde dat er meer was dan je kon zien.Ik zocht iets watje nu misschien spiri tualiteit zou noemen - of eigenlijk zocht ik wat het was dat hen riep - ik wilde weten wat dat was. Iets wat ze 'hadden maar niet meedeelden. Niemand zei daar iets over. Het leek haast wel of ze ontkenden dat er in hun leven iets bijzonders was. Ik stroomde halverwege de tweede klas in en was een van de weinige externe leerlingen. Er waren alleen meiden. Dat veranderde toen de jongens van de kweekschool in Bever wijk erbij kwamen. 2e vormden toen een aparte groep met ons, de twee externen. Vanaf dat moment had ik minder contact met de interne leerlingen. Het was, denk ik, een moeilijke groep voor de zusters. De meeste leerlingen waren doorgestroomd van Ursulinenscholen, maar wij kwamen van verschillende schoolsystemen. Mijn medeleerling Hans Bot- temanne speelde geweldig piano en wist meer van muziek dan zuster Marie Gérard. Een paar jongens speelden gitaar en zongen erbij. 'Gildebroeders, maakt pleziere, met de maagd Cecilia' zongen ze dan, als parodie op het liedje uit de Bergjodel (de zangbundel voor de kweekschool, mulo en huishoudschool te Bergen NH, red.). Dan stampte Marie Gérard van woede. Ik vond het een beetje gênant dat ze zich zo op de kast liet jagen, maar moest ook wel lachen. Ik voelde een soort dubbele loyaliteit.Na het afleggen van de habijt, eind jaren zestig, veranderde er bovendien iets in de verhouding tussen zuster en leerling. "Alles veran derde in die tijd: de sfeer op school, maar ook de kleding van de zusters, die van de ene op de andere dag in gewone kleren verschenen. Maar wat wisten ze van nylonkousen of geschikt ondergoedWij meiden vaardigden soms iemand af om een zuster te vertellen hoe ze daarmee om moest gaan. 20 ALS EEN DORP IN EEN DORP Herinneringen van een oud-leerlinge van de kweekschool (jaren zestig) (Bron: Tentoonstelling "100 jaar Ursulinen in Bergen", 2009) Natuurkundeles op de 'normaalschool', ca. 1908. Leerlingen van de kweekschool met hun leraar pedagogiek en psycho logie, de heer Kooijmans (ca. 1970). Toen vanaf 1943 het hoofdgebouw en enkele schoolge bouwen van de Ursulinen door de Duitse bezetter werden opgeëist, vonden de kweekschoolleerlingen en hun zusters tijdelijk onderdak bij de zusters Franciscanessen in Heems kerk. In 1960 werden internaat en school losgekoppeld en wer den ook 'externe leerlingen' toegelaten. In 1965 betrad de eerste mannelijke leerling de kweekschool in Bergen en werd de kweekschool gemengd. Tot 1967 stond de opleiding onder leiding van zusterdirectrices. De laatste zusterdirectrice was Maria Regina. De heer P. Donders volgde zuster Maria Regina als directeur op. In die jaren veranderde de kweekschool van naam en werd Pedagogi sche Academie en later kortweg Pabo genoemd. De Pabo vertrok in 1987 naar Alkmaar en werd een van de opleidin gen van Hogeschool Inholland. Het landbouwhuishoudonderwijs St. Augustinus De Ursulinen schonken vooral veel aandacht aan de vor ming van meisjes, omdat juist aan vrouwen een sleutelrol werd toegedicht waar het ging om de algemene zedelijk heid in de samenleving. In het onderwijs aan meisjes werd daarom grote aandacht besteed aan de voorbereiding op hun toekomstige taak van moeder, huisvrouw en echtge note. Zo ontstond het landbouwhuishoudonderwijs. Het was Jo Dekker-Koedooder, een oud-leerlinge van de St. Joseph kweekschool en actief lid van de katholieke vrouwenbond, die het initiatief nam tot katholiek land bouwhuishoudonderwijs. Zij kende de zusters en hun onderwijs en wist daardoor dat de meeste zusters van het Noord-Hollandse en West-Friese platteland kwamen en de plattelandshuishouding uit eigen ervaring kenden. Ook de bisschop van Haarlem monseigneur Callier drong erop

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2021 | | pagina 22