18
ALS EEN DORP IN EEN DORP
Fröbelakte
Na de Eerste Wereldoorlog begonnen de Ursulinen met
een opleiding tot 'bewaarschoolhouderes', in eerste
instantie bedoeld om de eigen zusters de zogenaamde
Fröbelakte te laten halen. In 1973 vestigde de Katholieke
Kleuter Leidsters Opleidings School (KLOS) uit Alkmaar
zich aan de Loudelsweg in de oude landbouwhuishoud-
school.
In 1984 werd de opleiding samengevoegd met de Peda
gogische Academie tot de Pabo (Pedagogische Academie
Basis Onderwijs) en werd het schoolgebouw geheel door
deze lerarenopleiding in gebruik genomen.
De Pabo vertrok in 1987 weer naar Alkmaar en is nu on
derdeel van Hogeschool Inholland.
De lagere school St. Ursula
In de onderwijstaak van de zusters Ursulinen stond de
godsdienstige en zedelijke opvoeding centraal. Ze wilden
de jongens en meisjes opvoeden tot gelovige katholieken
die een deugdzaam leven zouden leiden. Zo oefenden zij
invloed uit op het maatschappelijk leven en dat alles ter
meerdere eer en glorie van God.
De lagere school, toentertijd leerschool genoemd, kreeg
de naam St. Ursulaschool. De school startte op 10 augus
tus 1904 in de westvleugel van het kloostergebouw. Het
was een gemengde school met 140 leerlingen.
Al snel openden de zusters een zogenaamd klein-pensio-
naat voor leerlingen 'uit den netten burgerstand'. Dit
pensionaat werd bewoond door lagereschoolleerlingen en
muloleerlingen. Leerlingen van buiten Bergen verbleven
veelal in het pensionaat. Later - in 1937 - kregen de lage
reschoolleerlingen een zelfstandige afdeling, het Theresia-
pensionaat, dat in 1949 door gebrek aan personeel moest
worden opgeheven.
Tot 1907 was de school gevestigd in de westelijke vleugel
van het hoofdgebouw. Vanaf 1907 tot 1921 was de lagere
school gevestigd in de benedenlokalen in het oostelijk
deel van het hoofdgebouw.
In 1920 wordt begonnen met de bouw van de nieuwe St.
Ursulaschool aan de Loudelsweg. Er worden in één jaar
acht klaslokalen en een gymnastieklokaal gebouwd. Dit
nieuwe schoolgebouw werd op 1 januari 1921 in gebruik
genomen. De school werd op dat moment bevolkt door
262 leerlingen, 141 jongens en 121 meisjes, waarvan 60
jongens en 71 meisjes kosteloos onderwijs genoten. Het
onderwijsteam bestond uit acht onderwijzeressen en drie
vakonderwijzeressen.
In 1925 worden de jongens en de meisjes gescheiden.
Er komen dan vier meisjesklassen en vier jongensklas
sen. In 1931 wordt de St. Ursulaschool een meisjesschool.
De jongens gaan naar de nieuwe jongensschool, de St.
Adelbertusschool, waar ze vooral les krijgen van lekenon-
derwijzers.
De tweede klas van de St. Ursulaschool in 1956.