Tafeltje Dek Je is ontstaan bij de zusters 15 ZELFVOORZIENEND IN OPTIMA FORMA De eigen begraafplaats De wet staat toe dat er naast algemene begraafplaatsen ook bijzondere begraafplaatsen zijn. Dat zijn bijvoor beeld Joodse begraafplaatsen en begraafplaatsen voor kloostergemeenschappen zoals de Ursulinen van Bergen. Zo werd in een brief gedateerd 6 augustus 1909 aan het gemeentebestuur van Bergen toestemming gevraagd tot het aanleggen van eene begraafplaats, uitsluitend en al leen bestemd voor de Directeuren, de Eerwaarde Zusters en inwonende personen behoorende tot Pensionaat en Kweek school'Het ging om een terrein van honderd vierkante meter, met een hoogte boven het welwater van 1 meter 90 en een glooiing van 45 graden, aldus de aanvraag. De toestemming is blijkbaar vlot afgekomen, getuige de ingebruikneming van de begraafplaats op 22 november 1910. De eerste graven waren voor zuster Dominica, juf frouw Johanna van Rooijen, S. van Geldorp en de moeder van pastoor Smeeman, Maria Smeeman-Dongelmans, die op 17 augustus 1899 in Monnickendam was overleden. Zij werd dus herbegraven. Evenals zuster Dominica en Johanna van Rooijen, die in 1907 resp. 1908 bij gebrek aan de 'eigen' begraafplaats tijdelijk waren begraven op het rooms-katholieke deel van de algemene begraafplaats aan de huidige Ruïnelaan. In september 1927 werd een kruis op dit eerste kerkhof geplaatst en werden de namen van de overledenen in een muur gebeiteld. Rond 1990 werden plannen ontwikkeld voor woningbouw op het westelijk deel van het kloosterrein (plan Beekhove, zie het hoofdstuk Wonen op gewijde grond). Daar be vond zich destijds ook de oude kloosterbegraafplaats. Bij realisering van de woningbouwplannen moest de oude begraafplaats dus worden opgeheven en moesten de bestaande graven worden verplaatst. Daarvoor was al een nieuw terrein beschikbaar. Vanwege ruimtegebrek op de oude begraafplaats was al in 1964 op de weidegrond van de voormalige boerderij een nieuwe plek gevonden voor de laatste rustplaats van de zusters Ursulinen. Deze begraafplaats heeft de gemeente Bergen langdurig aan de zusters in huur gegeven. In de bloeitijd van de Bergense Ursulinen beschikte het klooster over een enorm terrein van 32 hectare (320.000 vierkante meter) met opstallen. Nu blijft de zusters voor hun laatste rustplaats een gehuurde begraafplaats in het vooruitzicht. Het markeert de geschiedenis van deze kloostergemeenschap in ons dorp. De zusters Ursulinen deden in 1955 een oproep aan vrijwilligers van de UW (Unie van Vrouwelijke Vrijwil ligers). De vraag was om drie keer per week een gezonde en voedzame warme maaltijd te brengen aan hulpbehoevenden. De zusters kookten de maaltij den zelf in de keuken van het klooster. Het was pure liefdadigheid, of noem het sociale inborst. In de begin tijd waren de eerste tien maaltijden gratis. De dienstverlening bleek in een behoefte te voorzien. De vrijwilligers brachten de maaltijden rond in metalen gamellen. Die pasten achter op de bagagedrager van een fiets. Het eten werd er bij de klant uitgeschept. Later werden de maaltijden per auto vervoerd. Inmiddels was er ook nieuw, beter warm- houdmateriaal beschikbaar gekomen. Vanaf 2011 werden de maal tijden verzorgd door de keuken van De Rekere. Tot de dag van vandaag worden door vrijwilligers van de Stichting Tafeltje Dek Je, die nu dus ruim 65 jaar bestaat, dagelijks warme maaltijden bezorgd. Deze maaltijden komen nu vanuit een keuken uit Alkmaar. Bezorgsters ontvangen maaltijden van Tafeltje Dek Je uit handen van zuster Realina en tevens een traktatie ter gelegenheid van het tienjarig bestaan.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2021 | | pagina 17