12 ALS EEN DORP IN EEN DORP Vanzelfsprekend betekenden deze veranderingen een zwaardere belasting voor zuster Leonarda, die al vanaf 1906 de leiding over de boerderij had. Daarom werd in 1939 besloten een lekenbedrijfsleider voor de boerderij aan te stellen. Zijn komst betekent een verandering in de bedrijfsomstandigheden op de boerderij. De levende have van de boerderij bestond in 1950 onder andere uit vijftig melkkoeien (waarvan ook stamboek koeien), veertig varkens voor de slacht, jongvee en heel wat pluimvee voor eieren en vlees. Boerderij en melkstal met kaasmakerij werden in 1964 opgeheven. Oude strozakken (gebruik als matrassen) worden opgehaald. V.l.n.r.zr. Gabriele, zr. Rufina, zr. Thérèse, zr. Placida en zr. Marioliva. De boerderij Uit een opgaaf van bedrijvigheden op het kloostercomplex blijkt dat al in 1905 sprake was van een boerde rij met tien koeien nabij de Petrus en Pauluskerk. Een jaar later werd aangetekend dat de stal aan de Loudelsweg klaar was en dat de heer S. Min werd aangesteld als mede werker voor allerhande werkzaamhe den. In een aantekening uit 1907 is te lezen dat de boerderij bij de kerk gehuisvest is, waar ook medewerker Min woont. Wel zo praktisch natuur lijk. De zaken gaan vooruit, getuige een aantekening dat in 1907 al achttien koeien aanwezig zijn. Twee jaar later de vermelding dat aan de Loudels weg huis en land is gekocht van Anthonie Kleine. Dan wordt ook een 'echte' boerderij gebouwd met een De boerderij, melkstal voor 52 koeien. Jammer genoeg is het land bij de boerderij niet van de beste kwaliteit. Het werd gebruikt als weiland. De zusters bewerken het land zoveel moge lijk zelf en nemen het hooien op zich, maar het maaien wordt overgelaten aan ingehuurde arbeidskrachten. Op gepachte grond wordt rogge verbouwd voor de bakkerij, en met het stro worden de strozakken gevuld waar de zusters op slapen. In 1925 werd de St. Augustinus landbouwhuishoudschool opgericht (zie pagina 20). Daarom werden veranderin gen ingevoerd in de bedrijfsvoering van de boerderij die noodzakelijk waren voor de praktijk lessen. Zo werd er een 'zuivellokaal' ingericht. Behalve in theorie konden de leerlingen nu ook in de praktijk leren hoe het vee te voeden en te melken en hoe daarvan producten te bereiden als kaas en boter. Zo kreeg de boerderij een modelfunctie ten dienste van het landbouwhuis- houdonderwijs en bleef men met de bedrijfsvoering bij de tijd. Daarvan plukte het klooster zelf ook de vruch ten. In de melkstal van de boerderij werd jarenlang voor eigen gebruik zuivel verwerkt tot boter, kaas, yo ghurt en karnemelk. Om ook de theorie van het fokken van (klein)vee en de groente- en fruitteelt in praktijk te brengen, was er een hoenderpark, een schooltuin en een broeikas.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2021 | | pagina 14