De eerste, vroegste kerk-tijdmeter is de zonnewijzer, die
de werkelijke, plaatsgebonden zonnetijd aangeeft. De wij
zer dient aan de zuidmuur aangebracht te worden, goed
zichtbaar voor iedereen, in het besef dat dit instrument de
ware, door God geschapen tijd aangeeft. Op de zondags
school konden we immers al leren: De eerste dag schiep God
het licht, de tweede dag heeft Hij de dampkring ingericht. In
het Oude Testament is een van de oudst bekende ver
wijzingen naar de zonnewijzer te lezen, onder andere in
Jesaja 38:8: Zie, Ik doe de schaduw op de treden waarlangs
zij door de zon op de trap van Achaz is afgedaald weer tien
treden terug gaan.
"De kerk heeft, uiteraard aan de zuidzijde, een zonnewijzer,
maar de cijfers ontbreken. Als tijdsaanduiding en ook als or
nament heeft hij afgedaan. Nut zal hij trouwens nooit hebben
gehad", aldus J.J. Schilstra, in zijn boek over de Ruïnekerk
(1988).
3
Met de opkomst van mechanische uurwerken nam het
belang van zonnewijzers geleidelijk af.
Kerkgebouw als plaats voor tijdmeters
De centrale plek in elke vorm van wat grotere bewoning
als een dorp of een stad wordt gevormd door een plein
rondom de kerk. Om de tijdaanduiding voor alle bewoners
beschikbaar te maken, lag het voor de hand de kerk te be
nutten als de meest praktische plek om aan te geven hoe
laat het was. Met een kerkgebouw worden traditioneel
drie tijdmeters in verband gebracht.
De tweede kerk-tijdmeter, het latere (mechanische) uur
werk, werd hoog in de toren aangebracht, meestal samen
met een luidklok. Dit torenuurwerk geeft de door de men
sen afgesproken tijd aan. Die komt niet helemaal overeen
met de zonnetijd, omdat de wereldbol (360 lengtegraden)
om praktische redenen door de mens is verdeeld in 24
tijdzones van 15 lengtegraden.
De derde kerk-tijdmeter is de zandloper op de kansel.
Hiermee wordt de tijd gemeten die de voorganger van de
gemeente voor zijn preek toegemeten krijgt. De traditie
van het gebruik van een zandloper ter beperking van de
preektijd werd ingesteld tijdens de Synode van Dordrecht
van 1574. Op deze synode werd afgesproken dat preken
voortaan niet langer dan een uur mochten duren en ter
controle werd de zandloper op de kansel geplaatst. De
zandloper mocht één keer worden omgedraaid, en was
dus een 'halfuur-glas'.
Tijdaanduiding in Bergen
Op een tekening van C.W. Bruinvis van de Ruïnekerk is de
zonnewijzer duidelijk aanwezig, maar met de restauratie
1955 - 1961 door architect Rooyaards is hij verdwenen.
Sindsdien was er slechts een vage herinnering voor wie
wist waar te kijken. Gelukkig had Monumentenzorg bij de
restauratie wel de maten en originele plaats op de muur
De nieuwe zonnewijzer op de Ruïnekerk.
vastgelegd. De exacte geografische locatie van deze
historische Bergense zonnewijzer was 52°40'13,1" noor
derbreedte (NB); 4°42'25,7" oosterlengte (OL). Voor de
volledigheid: de (toren)muur heeft een kompasrichting van
176° (bijna zuid; zuid is 180°). Mede dankzij Vereniging De
Zonnewijzerkring is in 2018 op die oorspronkelijke plek
aan de zuidmuur van de Ruïnekerk een nieuwe zonnewij
zer geplaatst. De zonnewijzer geeft de lokale (Bergense)
zonnetijd aan. Dat betekent dat de zonnewijzer 12 uur
aangeeft als de zon in het zuiden staat.
Onze Bergense zonnewijzer staat geregistreerd in het Lan
delijke Bestand van Zonnewijzers dat bijgehouden wordt
door De Zonnewijzerkring. Bij het fabriceren en plaatsen
van de replica is dankbaar gebruikgemaakt van de kennis
Detail uit een tekening van C.W. Bruinvis uit 1880 van de Ruïnekerk,
naar een tekening van J.A. Crescent uit 1789. Collectie Regionaal
Archief Alkmaar PR 1000938.