Het verlies van een stukje
onvervangbaar cultureel erfgoed
In de nacht van 12 op 13 oktober 2017 verwoest
te een felle brand De Beeck, het zwembad
annex sportcomplex aan het Molenweidtje.
Gebruikers van deze accommodaties raakten
daardoor zwaar gedupeerd. Maar er was meer
te betreuren. Zoals een tekstbord uit 1658.
Ende Josaphat sprack tot den
richters Siet toe wat ghij doet
want ghij houdt het gherichte
niet(den menschen maer den
Heere ende godt is met u
lieden int gherichte. 1658
Hij zei tegen de rechters: Let op wat u doet, want u oordeelt niet
voor een mens, maar voor de HEERE. Hij is bij u als u recht
spreekt (bron: Herziene Statenvertaling, 2010).
10
BERT VEER
De bovenruimte van sportcomplex De Beeck was onder ande
re in gebruik als raadszaal. Daarin bevonden zich ook tal van
kunstvoorwerpen en tekeningen die bij de brand van 2017
verloren gingen. En ook een tekstbord uit 1658, met daarop
een aansporing om eerlijk recht te spreken. Oorspronkelijk
bedoeld voor de rechtsprekende leenmannen uit vroeger tijd.
In de tijd van Bergen als hoge heerlijkheid waren de wetge
vende, uitvoerende en rechterlijke macht verenigd in één
hand. Zo stelde de heer van Bergen keuren (verordeningen)
Rechtspraak in de Heerlijkheid
De heer van Bergen was uit hoofde van zijn functie ge
rechtigd recht te spreken in zijn heerlijkheid. De baljuw
was in deze rechtszaken de vertegenwoordiger van de
heer. Hij moest onder andere de strafeis vaststellen,
maar ook het uiteindelijke vonnis laten uitvoeren.
De rechters waren de zogeheten Mannen van Leen
(leenmannen). Meestal vormde een drietal van hen het
college van rechters, de zogeheten Hoge Vierschaar.
Het woord vierschaar wordt als volgt verklaard. Men
zette vier schepenbanken in een vierkant, waarbij ook
vaak een touw om deze banken werd gespannen. Bin
nen deze afgepaalde ruimte werd de officiële rechtszit
ting gehouden. Bij de Vierschaar waren het meestal de
schepenen die recht spraken in civiele zaken, maar bij
de Hoge Vierschaar waren het leenmannen, mensen
van adel die de strafzaken moesten behandelen. Het
Oudhoogduitse woord scranne betekende stoel, bank
of in dit geval schepenbank. Dit zeer oude woord is
bewaard gebleven in het woord vierschaar.
(Bron: Annelies van der Wal en Eric van der Wal. De Hoge
Vierschaar in de zaak van de onwillige molenmeesters.
Bergense Kroniek april 2019)
vast, hield oog op de naleving daarvan en berechtte de
overtreders. Uiteraard werd dit namens de heer ten uitvoer
gebracht (zie het kader Rechtspraak in de heerlijkheid
De opsporing van misdadigers was een taak van de baljuw.
De rechtspraak was namens de heer van Bergen in handen
van de baljuw en zijn leenmannen; zij spanden de vierschaar.
Na de arrestatie van een verdachte was de baljuw belast
met de verhoren, stelde de aanklacht op en sprak de strafeis
uit. Vervolgens velden de leenmannen hun vonnis, waarna
de baljuw zich belastte met het ten uitvoer brengen van dit
vonnis. Gedachtig aan de belangrijke rol die de Statenbijbel
in het dagelijks leven vervulde, moest het Woord ook in de
rechtspraak doorklinken. Met onderstaande toepasselijke
tekst werden de leenmannen geïnspireerd om tot een goed
en afgewogen oordeel te komen van hun ontspoorde me
demens. Een vonnis dat bij wijze van spreken de Goddelijke
toets der kritiek kon doorstaan.
Deze tekst is ontleend aan het Bijbelboek II Kronieken
hoofdstuk 19 vers 6, waarin Josaphat als koning van Juda
de rechtspraak regelt. In deze Bijbeltekst wijst Josaphat de
rechters erop dat zij rechtspreken over de mensen, maar wel
voor het aangezicht van God.
In moderner Nederlands luidt de tekst:
Rechtsonder is Vrouwe Justitia afgebeeld, geblinddoekt en
op blote voeten, met in haar linkerhand de weegschaal en in
haar rechterhand het zwaard der gerechtigheid.
Van rechthuis naar zwembad
Het tekstbord had een plek in het toenmalige rechthuis
van Bergen, zoals dat vanaf circa 1770 tot 1903 op de
plek stond van het daarna gebouwde gemeentehuis aan
de Raadhuisstraat. Na de totstandkoming in 1980 van een
nieuw gemeentehuis op de plek van het bejaardenhuis