Justinus van Nassau (1559-1631), maar tot een huwelijk is
het nooit gekomen.
Sonoy moest net als alle andere edelen in 1567 de eed van
trouw aan de Spaanse koning afleggen, hetgeen hij wei
gerde. In 1568 wordt hij door Alva's Raad van Beroerten
veroordeeld, daarna vlucht hij naar Emmerik. Alva stuurt
nog een arrestatieteam op hem af, echter zonder succes
omdat Sonoy door zijn echtgenote, Maria van Malsen, op
tijd gewaarschuwd wordt.
Willem van Oranje doet al snel een beroep op Sonoy. In
mei 1568 neemt Sonoy deel aan de slag bij Heiligerlee en
vecht hij op de rede van Delfzijl als leider van 700 water
geuzen met succes een zeeslag uit tegen de regeringsge
trouwe vloot van Filips II. Tot 1572 blijft hij admiraal bij de
watergeuzen. Hij reist onder andere in 1570 naar Dene
marken en Zweden om een veilige haven voor de geuzen-
vloot te zoeken. In 1572 wordt hij door Willem van Oranje
benoemd tot gouverneur van het Noorderkwartier en zal
dat tot 1588 blijven. Sonoy sterft in 1597. Hij ligt begraven
in Pieterburen.
De omstandigheden
Over de omstandigheden tijdens de brand van de kerk
in 1574 zijn we redelijk geïnformeerd omdat ze nauw sa
menhangen met het beleg van Alkmaar dat begon op
21 augustus en eindigde op 8 oktober 1573. Nadat Sonoy
de landerijen rond Alkmaar onder water had laten zetten,
besloot Don Frederik - de bevelhebber van het 'Spaanse'
leger - het beleg te staken. Zo Spaans was dat Spaanse
leger trouwens niet: het bestond in augustus 1572 uit zo'n
20.000 'Nederlanders', 26.000 Duitsers, 4700 Italianen,
1500 Bourgondiërs en een harde kern van maar 4600
Spanjaarden. Onder Nederlanders werden toen de be
woners van het huidige Nederland, België, Luxemburg en
Frans Vlaanderen verstaan.
Dat de Alkmaarders ontsnapten aan een treurig lot blijkt
uit een brief die Alva tijdens het beleg van Alkmaar aan
zijn zoon Don Frederik schreef:
Als Alkmaar is veroverd, ben ik besloten om geen enkel
schepsel in leven te laten en allen over de kling te jagen omdat
niemand lering uit het voorbeeld van de Haarlemmers heeft
getrokken, waar ik aan alle burgers genade heb geschonken...
misschien komen de andere steden met een voorbeeld van
wreedheid tot inkeer... (Gachard II, p. 402 nt.1)
Tijdens het beleg had het leger van de koning vrij spel op
het platteland rond Alkmaar en kon de kaalslag beginnen.
De Spanjaarden hebben waarschijnlijk dankbaar gebruik
gemaakt van de kerk in Bergen. Die zal toen nog in een
goede staat geweest zijn, want in 1571 werd het orgel nog
opgeknapt.
In Bergen bestond de Spaanse bezetting uit tien Waalse
vendels onder commando van de Zuid-Nederlandse edel
man Capres. Normaliter bestond een vendel uit 175 man
De Ruïne, in 1732 getekend door
A. Zeeman. Afbeelding afkom
stig uit: C. Bruin, Noordholland-
sche Arcadia, 1732. Collectie
Regionaal Archief Alkmaar
(PR 1000932).
3