De familie Ivangh
in Bergen
«is
Een gevelsteen en een laan herinneren eraan
dat leden van de familie Ivangh in het bestuur
van de gemeente Bergen een belangrijke rol
hebben gespeeld: als secretaris, notaris, bal
juw en schout. En dat over een periode van
bijna tachtig jaar. Niet in de laatste plaats
door de bijzondere relatie die de familie had
met de graven van Nassau. Willem Adriaan II
graaf van Nassau (1704-1759) was namelijk als
erfgenaam van zijn moeder Susanna Cornelia
Studler van Surck, vrouwe van Bergen, vrijheer
van het erfgoed. Zowel vader Joost (1678
1738) als zoon Willem Lodewijk Ivangh (1733
1797) hadden met Willem Adriaan en zijn
naasten een sterke band. De oorsprong van
die band - en van de familie - lag in het Duitse
graafschap Meurs, waar de nazaten van prins
Maurits een zaakwaarnemer voor hun geërfde
graafschap zochten.
22
SIMON DE SMETH
De familienaam Ivangh is in deze schrijfwijze vermoedelijk
ontstaan in het Duitse Rheinland Westfalen, waar Joost
Ivangh als jongste kind uit het tweede huwelijk van zijn va
der Peter Ivancks de familieboerderij naar zijn oudste broer
Ludwig zag gaan. Het gebied rondom Meurs (Duits: Moers/
Mörs) werd gedomineerd door boerderijen en landbouw
bedrijven die samen zogenaamde Bauerschafte vormden,
een soort buurtschapjes.
Eivangs, Eyvanck(s), Hivangs, Ivang(s), Ifang(s), Iwangs,
Yvangh
Namen werden doorgaans opgeschreven zoals men deze
hoorde, totdat er in het begin van de 19de eeuw spelling
voorschriften kwamen en er een wettelijke verplichting kwam
om een vaste, erfelijke familienaam aan te nemen. Terwijl de
spelling zich ontwikkelde (pligt werd plicht, kaes werd kaas,
mensch werd mens enz.), bleef deze eigennaam de gecon
serveerde, archaïsche vorm van het zelfstandig naamwoord
'vang', waarin zowel de i als de h zijn blijven staan.
De naam verwijst naar de vogelvangst, toen nog een
normaal gebruik. Patrijzen, kwartels, fazanten en eenden
werden bejaagd voor hun vlees; vinken, nachtegalen,
winterkoninkjes, kanaries, leeuweriken, mezen en lijsters
werden gevangen vanwege hun zangkwaliteiten. Voor de
verkoop werd er zeer veel gestroopt, met een veelheid van
technieken - meestal fuiken of steeknetten, die 's avonds
als een windscherm op de vliegroutes werden neergezet.
Anderzijds was er de jacht die - vanwege de grote deskun
digheid die vereist was - hoog in aanzien stond, bijvoor
beeld die op de culinair geliefde houtsnip. Deze vogels
werden gevangen met slagnetten die tussen hoge bomen
werden gespannen en werden losgelaten als er opvliegen
de houtsnippen tegenaan vlogen.
Of de eerste 'Ivanghen' plezierjagers of stropers waren,
is niet bekend. Maar het persoonlijke wapen dat Willem Lo-
Tekening van het kloostercomplex. Van het oorspronkelijke klooster rest
nu alleen nog de tuin. Collectie museum Kloster Kamp in Lintfort (D).
Kras Hurken
Schermbeek
Wesel
Kanten
Hünxe
Sonsbetk
Voerae
Jtheinberg
Kamp-
Lmifort
Ne u kir*
(hen-
Vluyn
Bottrop
JtfnslatenS C
Ober-
Jie-jsen
Xneis K(eve