18 BERGENSE KRONIEK, JUNI 2020 kreeg dat hij homoseksuele relaties had en pedofiele contac ten onderhield met jongens van de nazi-vriendelijke Joodse jongensclub SchwarzesFdhnlein. Toen de grond in Duitsland hem te heet onder de voeten werd, vertrok hij in 1937 een poos naar Nederland (Ommen). Verder verbleef hij in Zwit serland (Basel), Italië (Florence) en Frankrijk (Parijs). Uitein delijk dook hij in 1939 weer op in Nederland. Op voorspraak van Adriaan Roland Holst - ze kenden elkaar van een be zoek in 1925 - kon hij wonen in de door Berlage ontworpen atelierwoning De Zonnebloem van schilderes Etha Fles aan Breelaan 110. Vanaf die tijd maakte Frommel deel uit van de kunstenaarskolonie in Bergen. Frommel trad al spoedig in contact met de jeugd van Ber gen. Zo maakten Friso en Simeon ten Holt, David en Gerrit Kouwenaar en Jaap van Domselaer kennis met deze excen trieke nieuwe dorpsgenoot. De studenten Vincent Weijand, Chris Dekker en Jaap van Rossum du Chattel bleken uitein delijk het sterkst tot Frommel aangetrokken en werden door hem 'voor verdere opvoeding' uitverkoren. De oorlogsjaren In 1941 bracht Adriaan Roland Holst zijn vriendin, de kun stenares Gisèle van Waterschoot van der Gracht, die sinds 1940 met haar rijke ouders op de Eeuwigelaan in Bergen woonde, in contact met zijn Duitse vriend Wolfgang From mel. Gisèle was erg onder de indruk van zijn verschijning en eruditie en bood hem haar hulp aan, mocht hij die nodig hebben. Vanaf 1940 huurde ze op de derde verdieping van Herengracht 401 in Amsterdam een pied-a-terre. Een paar kamertjes, zonder keuken. Toen vanaf 1942 de kustgebieden 'Jodenvrij' werden ge maakt - de Joodse bewoners van Bergen moesten hun huizen voor 22 april 1942 verlaten - voelde Frommel zich ook niet veilig en trok hij in Amsterdam bij Gisèle in. De zomer van 1942 werd een bloeiperiode in Vincents leven. Naast zijn schoolwerk was hij intensief bezig met de Neder landse vertaling van het dichtwerk van Stefan George en hij schreef eigen gedichten. Dat Vincent Weijand een talentvol dichter was, bewijst het feit dat twee van zijn gedichten zijn opgenomen in Gerrit Komrij's bloemlezing De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw in 1000 en enige gedichten (vanaf editie 1996). Op 30 september 1942 werden Vincents halfzus Hanny en haar man Maurits Ourhaan - beide voljoods - in Auschwitz vermoord. Hij wist dat ze waren opgepakt in Amsterdam en gedeporteerd naar Westerbork, maar het is onbekend of het nieuws dat zij vermoord waren Vincent ooit heeft bereikt. Begin 1943 moest het gehele Nederlandse duingebied op last van de bezetter ontruimd worden. De familie Weijand verhuisde in februari naar de bevriende tabaks- en theefa brikant Niemeyer in Haren (Gr.), in wiens huis ruimte genoeg was om de gehele familie onder te brengen. Vincent ging wonen op een kamer bij de gescheiden vrouw van de schrij ver Johan van der Woude in Heiloo. Nadat hij in juni 1943 Chris Dekker (l.) en Vincent Weijand (r.) aan het strand 1941. Bron: Uitgeverij Van Gruting, Utrecht. was geslaagd voor het gymnasium-eindexamen vond hij een kamer in het pension van mevrouw Hoksbergen op het Singel in Amsterdam. Dat was niet ver van Herengracht 401 waar Frommel, Gisèle en anderen hun onderkomen hadden. Vincent was daar vaak om de door Frommel georganiseerde poëziebijeenkomsten bij te wonen. Begin april 1944 vertrok hij naar het zo goed als verlaten Landgoed De Esch in Eerde bij Ommen (Overijssel). Hij voelde in toenemende mate de behoefte het vele dat hij in de loop der jaren in zich had opgenomen in alle rust te ver werken, aan zijn vertalingen te werken, zijn klassieke studie te beginnen - buiten de universiteit - en gedichten te schrij ven. Een tweede reden voor zijn vertrek uit Amsterdam was het gevaar om - gezien zijn leeftijd - te worden opgepakt en tewerkgesteld in Duitsland. Eind april 1944 bezocht Jaap Weijand zijn zoon Vincent nog op De Esch. Zijn jongste broer Olaf ondernam als veertien jarige in het laatste weekend van mei nog een fietstocht van 75 km vanuit Haren om zijn grote broer, die hij zo miste, te bezoeken. Dit bezoek was voor Olaf van grote betekenis; het bleek de laatste keer te zijn geweest dat hij Vincent in leven had gezien. Dit trauma, dat zijn leven nadien zo be heerste, kon hij pas in 2004, na een emotioneel bezoek aan kamp Buchenwald, enigszins een plaats geven. Geïnterneerd Op De Esch woonde Vincent met de oudere huishoud ster Frau Schmitt. Vanaf half juli 1944 verbleef daar ook de zeventienjarige Simon van Keulen, een vriend van From mel. Rond 25 juli kwam Percy Gothein, ook een vriend van Frommel, aan op het treinstation Ommen. Hij zocht een schuilplaats; de nazi's zaten hem op de hielen. Hij werd na melijk verdacht van betrokkenheid bij de aanslag op Hitler op 20 juli 1944. Percy werd van het station opgehaald door Vincent en Simon. Zijn zij toen verraden? En door wie? Door een dorpsbewoner die de jongens met hun lange haren

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2020 | | pagina 20