17 Familie Weijand circa 1934. Voor, van links naar rechts: Betsy, Olaf, Jaap sr., Frank, Bep. Achter: Chris, Jaap jr., Bavo, Vincent. Bron: Uit geverij Van Gruting, Utrecht. de kinderen ook waren, vrolijkheid, gulheid en hartelijkheid hadden ze allemaal met elkaar gemeen. Vincents schooljaren Vincent ging naar de Bosschool en zat in de klas met onder anderen Friso ten Holt, Wim van Domselaer en Chris Dekker. Met Chris Dekker ontstond door de jaren heen een steeds hechter wordende vriendschap. De Weijanden leerden niet allemaal even vlot, zodat de drie oudste gebroeders - Jaap, Bavo en Vincent - ten slotte samen in één klas zaten (de zevende klas van de lagere school - toelatingsexamenklas). De meester van de klas had de handen vol aan de jongens. Als hij even niet keek, was het onmiddellijk bal in de klas en haalden ze allerlei streken uit. Vaak was het dan 'de gang op' of 'de hoek in' voor de jongens. Vincent en Chris Dekker gingen na de Bosschool naar het Murmellius gymnasium in Alkmaar, dat onder leiding stond van rector Jacob Hemelrijk. De eerste schaduw over Vincents leven kondigde zich aan toen hij - 15 jaar oud - in de tweede klas van het gymnasium zat. Na een lang ziekbed overleed in 1936 zijn moeder. Met haar had hij een bijzonder sterke band. Ze leken op elkaar. Ook hij bezat een talenknobbel en ze deelden een grote belangstelling voor de dichtkunst. Zij had bijvoorbeeld al een dichtbundel van de Duitser Stefan George (1868-1933) in haar bezit. Het werk van deze dichter zou in de jaren die volgden een grote rol in Vincents leven gaan spelen. Chris Dekker, zijn beste vriend en steun en toeverlaat in die periode, merkte op dat, tijdens de ziekte en na het over lijden van zijn moeder, Vincent steeds stiller werd. Hij leek wel fysiek kleiner te worden. Het overlijden raakte hem zo dat hij niet bevorderd kon worden naar de derde klas. Chris - jongste van de klas - had naast school ook allerlei andere interessegebieden (knutselen, tekenen, houtsnijden, boetse ren, vioolspelen) en bleef vrijwillig zitten. Zo bleven ze toch bij elkaar in de klas. Wolfgang Frommel In 1939 leerde Vincent - 18 jaar oud - in Bergen de Duitse charismatische dichter en humanist Wolfgang Frommel (1902-1986) kennen. Deze ontmoeting betekende voor bei den een omwenteling. Dankzij Frommel kwam Vincent in aanraking met en werd hij ingewijd in een wereld van Euro pese allure, die anders nooit voor hem zou zijn opengegaan. In zijn geestelijk leven voltrok zich een versnelde ontwikke ling. Niet alleen werd zijn muzische aanleg dusdanig aange sproken dat hij gedichten ging schrijven en vertalen, maar ook vond hij een geestelijk oriëntatiepunt in het werk van Stefan George. Zijn besluit om na de oorlog klassieke talen te gaan studeren, hangt ongetwijfeld samen met de wereld die Frommel voor hem opende. Wie was deze Frommel en hoe kwam hij in Bergen terecht? Frommel was in zijn opvattingen conservatief en elitair. Hij was een adept van het werk van Stefan George, waarin de 'pedagogische eros' centraal stond: het was goed voor jon gens en jongemannen om 'losgescheurd' te worden van hun ouders en door oudere heren 'opgevoed' te worden in de wereld van de kunsten en poëzie. Een belangrijk onderdeel van dat proces was volgens Stefan George fysiek, erotisch contact, allemaal nodig om dat hogere doel te bereiken. (Overigens oordeelde een onderzoekscommissie vorig jaar mei dat Frommel en enkele van zijn vrienden binnen het Amster damse culturele genootschap Castrum Peregrini zich tussen 1942 en 1986 stelselmatig schuldig hebben gemaakt aan seksueel misbruik, ook met minderjarigen.) Als radiopresentator, docent politieke pedagogie, journalist en schrijver in de beginjaren 30, was Frommel nauwelijks kritisch ten aanzien van het nationaalsocialisme. Sterker: in 1934 schreef hij lovend over een rede van Adolf Hitler en noemde hij het nationaalsocialisme 'de authentieke erfge naam van het Duitse verleden'. Hij koesterde zijn contacten met de Hitler Jugend (HJ) in Frankfurt en met diverse hoge partijfunctionarissen in Berlijn. Frommel kwam echter onder verdenking te staan van de lokale Gestapo, die in de gaten Het huis aan de Kerkedijk, gezien van achter het Russenmonument. De houtsprokkelaars zijn Japie Duin en Kees Wokke. Collectie HVB FO 00369, collectie Piet Beijneveld.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2020 | | pagina 19