jP A J 8 BERGENSE KRONIEK, JUNI 2020 tstf Bremen Muf' Barqon f* jBanlfw^n yVftn UbuchL Vlaardinjjén TjUjiwlac -^CnS^—--r L - *"Nijmegen Maas i%'n J S-rrv^vrttl Kgu|an HdiWl t*1 Mamz O f— n?" Tnm l Virdun Oili - Bju-Jo-Duc - - Morzai tr 'iprtt iAh,J itiï n tr nnJ,fC Ba^ no w*- Overzicht van de gebieden waar steengroeven gelegen waren of vandaag de dag nog steeds worden benut. Bron: H. Martin, uitge breid door auteur. Hout en steen Steen is van oudsher altijd gebruikt voor prestigieuze zaken - duur en dus alleen voor de elite weggelegd. Men gaf veel geld uit aan sarcofagen, hoewel er ook grafkisten van hout voorhanden waren. Dit weten we omdat houten kisten bij Domburg in Zeeland in de loop der eeuwen regelmatig bij laag water aan het strand aan de oppervlakte kwamen. Ze hoorden ooit bij het grafveld uit de zevende eeuw van het verdron ken dorp Walichrum. Eveneens uit de zevende eeuw kennen we grafkisten die van uitgeholde boomstam men waren gemaakt, opgegraven in Vlaardingen en uit de terp van Hogebeintum in Friesland. Meer in onze buurt zijn er resten van uitgeholde boomstammen aan getroffen in Zaandam en Assendelft. Oeroude handelsnetwerken Dat steengroeven al in oude tijden werden benut, blijkt wel uit het feit dat in Zeeland, bij Domburg en Colijnsplaat, tientallen stenen altaren en beelden uit de Romeinse tijd, gewijd aan de godin Nehalennia, uit de Oosterschelde zijn opgevist. Handelaren brachten offers aan Nehalennia om een behouden overtocht vanuit Zeeland naar Engeland af te smeken of haar te danken na terugkomst. Deze altaren en beelden waren afkomstig uit de groeven langs de Schelde en bij Sim- pelveld. En Romeinen haalden al tufsteen uit de Eifel voor hun castellums. Franse Ardennen bij Verdun en Bar-le-Duc. Buiten het Maas gebied zijn in Dorestad, Utrecht en Oosterend op Texel kalk stenen sarcofagen aangetroffen uit de zevende tot negende eeuw. In 1054 is in Utrecht een bisschop Bernulfus in een zandstenen sarcofaag begraven. Maar omdat in Dorestad, dat in de tiende eeuw werd verlaten, ook zandstenen sar cofagen zijn aangetroffen, kunnen we het gebruik van deze sarcofagen in ieder geval dateren vanaf de tiende eeuw. Steengroeven produceerden natuurlijk veel meer objecten dan alleen sarcofagen: doopvonten, drempels, lateien, altaren, bouwblokken voor kerken of kastelen, enz. Zo kwam vanaf de veertiende eeuw uit Bentheim gele zand steen waarvan naast sarcofagen ook doopvonten en later de stenen van het paleis op de Dam van werden gemaakt. Het transport hiervan ging over de Overijsselse Vecht naar Zwolle en van daar verder naar de klanten. In de Grote Kerk van Alkmaar vind je een viertal grafzerken gemaakt van ledesteen uit steengroeven aan de Schelde in de buurt van Gent en ook de grafzerk van de in 1296 vermoorde graaf Floris V - in de Grote Kerk van Alkmaar - is gemaakt van ledesteen. Uit de Eifel kwam tufsteen voor de kerkjes die vanaf de elfde eeuw werden gebouwd en de al bestaande houten kerkjes vervingen. De sarcofaag van Het Sterkenhuis is van bontzandsteen. Deze is dus ooit via de Rijn naar Dorestad of Utrecht getransporteerd en vandaar verder naar onze streken. Een afstand van al gauw 500 kilometer. Andere sarcofagen in de omgeving Sarcofagen worden vooral aangetroffen op plekken die al vroeg bewoond waren. In Noord-Holland bijvoorbeeld op Wieringen en Texel, in plaatsen aan de duinvoet zoals Bergen, Egmond en Beverwijk, op de oude strandwallen - waar bijvoorbeeld Heiloo op ligt - en in een oude han delsplaats als Medemblik. Maar ze komen ook voor in dorpen die vanaf de tiende eeuw of eerder ontstonden tijdens de ontginning van het veenlandschap, getuige een sarcofaag in Zuid-Scharwoude. Er moeten in Noord-Holland van boven het IJ nog min stens dertig sarcofagen zijn. Wieringen spant de kroon met minstens dertien sarcofagen, in Heiloo kennen we er vier, waarvan er echter één in brokken achter het stadhuis van Alkmaar ligt en één op het terrein van de abdij van Egmond. Beverwijk heeft er één gehad, in de verdwenen Buurkerk van Egmond moeten ooit drie sarcofagen hebben gelegen, en een sarcofaag uit Schagen bevindt zich nu in

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2020 | | pagina 10