Hoofdstuk 9 Een gruwelijk plan Uit het dagboek van postbode Eddy Hop man: "Op 3 mei werd de Jodenster verplicht gesteld. Iedere Jood moest een ster gaan dragen, die ze dan ook nog tegen betaling van 4 cent moesten afhalen. Het betekende in wezen dat ze vogelvrij waren verklaard. Ze moesten de ster zichtbaar dragen en het was een naar gezicht die mensen in het dorp te zien. Vooral omdat het bewoners van het dorp zelf waren die je goed kende, zoals onze bekende ijsverkoper David de Groot, een uniek dorpsfiguur." Een Jodenster op een jas genaaid. Als vissen in een net Door alle anti-Joodse maatregelen kwamen niet- Joodse Nederlanders haast geen Joodse Nederlanders meer tegen. Dat was ook zo bij kinderen. Ze zagen elkaar niet meer. Niet in de klas, niet op de speelplaats, niet op sport, niet op de kermis, niet in het park, niet in het bos, niet in de duinen, niet op het strand. De Duitsers wilden alle Joden uit Nederland weghalen. Dat Joden heel veel niet meer mochten, hoorde bij dat plan. Ze vingen de Joden als het ware in een groot net, een reusachtige fuik. Apart van de rest, die door mocht zwemmen. Zo'n fuik waarmee een visser in de Bergerringvaart zoetwatervissen ving. Stap voor stap werd de fuik gesloten. De bezetters hoefden het net alleen nog maar binnen te halen. Ze dachten: wie je nu niet meer ziet, die mis je straks misschien niet. Met dat 'straks' bedoelden ze: als wij hen gaan wegvoeren, hen gaan 'deporteren'. Jacob Hemelrijk schreef: "DeJoden leefden als vissen in een net, dat ieder moment kon worden opgehaald." Jodenster verplicht Op 3 mei 1942 moesten alle Joden davidssterren kopen. Dat gold voor het hele Duitse Rijk, dus ook voor bezet Nederland en Bergen. Het waren sterren om op je kleren te naaien. De davidsster is een ster met zes punten. Het is een oud Joods symbool. De davidsster heet naar David, drieduizend jaar geleden de koning van de Joden. De davidsster uit de oorlog werd Jodenster genoemd. Midden op de gele ster was namelijk het woord Jood geborduurd. Geen Jood mocht meer zonder de Jodenster buiten komen. Nu kon iedereen op straat meteen zien wie er Joods was. Dat deden de Duitsers expres. Tot dan toe hadden weinig mensen daar aandacht voor. Meestal wist je daarvoor niet wie er Joods was en wie niet. Nu wel. Voor de politie en Duitse soldaten was de Jodenster erg handig. Ze hielden mensen met een Jodenster aan en vroegen naar hun persoonsbewijs. Stond daar een grote 'J' op, dan wisten ze genoeg. Bij een razzia pikten ze zo alle Joden eruit. Daarom was het voor Joden streng verboden zonder Jodenster de straat op te gaan. Rector Hemelrijk herinnert zich: "In Bergen kwam een agent in mijn tuin, waar ik aan het houthakken was. 'U draagt geen ster. Mijn chef stuurde mij hierheen om onderzoek te doen. Als ik u op de openbare weg aantref, moet ik u naar de Sicherheitspolizei in Amsterdam brengen. Weet u wat dat betekent?' 'Dat weet ik', zei ik, 'maar u kunt ook de andere kant opkijken'." Een gruwelijk plan Ons verhaal wordt nu wel heel verdrietig. Er ging iets gebeuren wat gelukkig maar heel weinig voorkomt in de geschiedenis. De Duitsers wilden voorgoed van de 30

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2020 | | pagina 30