r
=11
Een tweetal bronnen geeft een aanvulling. Ten aanzien
van Het Hof vermeldde Van der Aa in 1840 in zijn Aard
rijkskundig Woordenboekbestaande uit twee zijvleugels
werd in het jaar 1829 afgebroken en in plaats daarvan een
heerenhuis naar den tegenwoordigen trant gebouwd, het Hof
genaamd...' In 1853 doet Bruinvis in zijn Wegwijzer ten dien
ste van vreemdelingen in Alkmaar en omstreken een soortge
lijke vermelding: in 1829 in modernen stijl herbouwde...'
Jh W'i UW
f C
1
ifj
6
BERGENSE KRONIEK, NOVEMBER 2019
Kadastrale hulpkaart, direct na 1832, zonder westelijk bouwhuis, koe
pel en 'orangeriehuis', en met verkleind oostelijk bouwhuis.
oostelijke richting - richting de gracht - is 'typerend gelijk'.
De indeling van het huidige huis en de niveauverschillen
daarin wijzen op een bevestiging van een oudere kern. De
kwalificatie 'herbouw' in de citaten hierboven lijkt dus te
zwart-wit en doelt mogelijk op de verhoging met een ver
dieping die op de tekening van Het Hof door Gevers van
Endegeest uit 1870 naar voren komt.
Wanneer werd het hoofdhuis gebouwd?
In de literatuur wordt Jan Jacobus Henricus van Reenen
(1821-1883), die de (voormalige) Heerlijkheid Bergen in
1851 kocht, genoemd als de man die het hoofdhuis in
zijn huidige vorm heeft laten brengen. Soms wordt het
bouwjaar in het midden gelaten, vaker wordt, meer of
minder stellig, 1852 als bouwjaar genoemd. Ook nu zijn
het veldwerken en hulpkaarten die aanvullende details
leveren.
soms genoemd. Het eerste gegeven alleen was al genoeg
reden voor de doorhaling in de OAT.
Na 1832 werden perceelwijzigingen, door bijvoorbeeld
afbraak, nieuwbouw, verbouw, splitsing of samenvoeging
van percelen, vastgelegd op zogenaamde hulpkaarten.
Basis voor de hulpkaarten zijn de vastleggingen door de
landmeters in zogenaamde (dienstjaar)veldwerken: schet
sen met in het veld vastgelegde opmetingen. Het dienst
jaar was altijd één jaar later dan het kalenderjaar, dus een
hulpkaart met het dienstjaar 1867 is vervaardigd in 1866.
Meerdere veldwerken en hulpkaarten van na 1832 laten
veranderingen op Het Hof zien.
Het oostelijk bouwhuis wordt hoofdhuis
Op een ongedateerd kaartje van direct na 1832 (zie af
beelding) met twee van de drie eilanden zijn de originele
perceelnummers uit 1821 doorgehaald en ontbreken
(vanwege afbraak) het 'orangeriehuis' op het westelijke
eiland en de 'koepel tot vermaak' op het huiseiland, die
op de OAT van 1832 al waren doorgehaald. Ook het wes
telijke bouwhuis ontbreekt, terwijl het oostelijke bouwhuis
(inmiddels hoofdhuis) een kleinere plattegrond laat zien
dan op de minuutplan uit 1821. Zowel aan de noord- als
aan de zuidzijde is een deel weggebroken. Of is er zelfs
sprake van totale herbouw zoals de hierboven geciteerde
Van der Aa en Bruinvis doen vermoeden? Dit lijkt niet
waarschijnlijk, gezien de grote overeenkomst tussen de
plattegronden van het gebouw. Met name de uitbouw in
1866
Allereerst zijn er een veldwerk en een hulpkaart met het
dienstjaar 1867 en dus vervaardigd in 1866. Beide laten
- naar wat nog zal blijken - de eerste uitbreiding van het
hoofdhuis zien. Aan weerszijden van de oude uitbouw, in
de richting van de oostelijke gracht, zijn twee bijna vier
kante aanbouwen als 'blokken' aan het bestaande gebouw
toegevoegd. Op dezelfde kaarten staat ook de uitbreiding
van de boerderij; ook hier is sprake van 'bijbouw'.
■ij.-., 'j
j
Kadastraal veldwerk (dj 1867/jr 1866), met 'bijbouw' aan het hoofdhuis
(611) en aan de boerderij (610).