Even rechtzetten #i* r ij* i /O 'daer weder inne te moogen coomen op peijne (straffe) van metten swaerde geexecuteert te worden datter de doot na volcht met confiscatie van alle sijne goederen ten proffijte van welgemelte heere (van Bergen) oock met expresse interdictie ende verbot dat niemant hem in deese jurisdictie sal moogen huijsen, hooven ofte herbergen, bier ofte broot vercoopen, malen ofte backen, te waeter ofte lande voeren noch in eeni- ger manieren hulpe ofte adsistentie doen op de verbeurte van ijder persoon van seventien 's heereponden (een oude geld- aanduiding van ca 14 stuivers het pond) ten proffijte van hem eijscher'. 4 BERGENSE KRONIEK, NOVEMBER 2019 JdlSl, tri A.A /.-1.FJ '}n-. L tÖ»H "V) t'"v l ti,. ^ys Gerrit Reijersz., eiser, contra Jan Jansz Besteman, gedaagde; 1646. de gewonde daardoor op de tweede juni op de vijfde dag na het steekincident is komen te overlijden. Hierdoor werd de gedaagde schuldig aan openbare doodslag en teniet doen van hetgeen God de Here gemaakt heeft, wat in een land van justitie niet geduld kan worden en naar andere doodslagen ten voorbeeld in het openbaar gestraft be hoort te worden. Daarom concludeert de baljuw in naam van en wegens jonkheer Antonis Studler van Zurck, heer van de heerlijkheid Bergen, dat de verdachte gebracht zal worden naar de plaats waar men gewoonlijk terechtstel lingen uitvoert, en aldaar door de scherprechter (beul) met het zwaard gestraft zal worden zodat de dood volgt, en dat al zijn goederen ten behoeve van de heer van Bergen verbeurd verklaard worden, dat hij bij provisie (tijdelijke maatregel) in besloten hechtenis genomen zal worden op kosten en de misen (kosten) van justitie. Vervolgzittingen De zittingen in deze zaak werden gehouden op 2 juli 1646, 23 juli 1646, 13 augustus 1646 en tot slot werd het vonnis uitgesproken op 10 september 1646. Maar iedere keer is de gedaagde afwezig; hij heeft duidelijk het proces niet willen afwachten en is op de vlucht geslagen naar onbe kende bestemming. Bij iedere volgende zitting van de zaak Jan Jansz. Besteman werd een nieuw biljet gemaakt; met ongeveer eendere tekst, maar de nummering van zijn niet verschijnen op de zitting loopt op tot vier. Op deze zittingen werden uiteraard geen nieuwe feiten of een weerwoord van de gedaagde aan het proces toegevoegd, de eis bleef derhalve zoals hij was. Het vonnis In de rechtszitting van 10 september 1646 wordt het uit eindelijke vonnis uitgesproken. De afwezige Jan Jansz. Besteman wordt bij verstek veroordeeld: hij wordt voor eeuwig verbannen uit de heerlijkheid Bergen. Zou hij ooit Hoe het verder met de gevluchte Jan Jansz. Besteman is afgelopen, is niet bekend. Bronnen - Oud archief Bergen (1464-1813), memorieboek Reijer Gerritsz, inv. nrs. 2 en 3. - Oud-rechterlijk en weeskamerarchief Bergen 1580-1816, inv. nr. 2146. - Groot Placaet-Boeck, deel 1, Den Haag, 1658 In ons aprilnummer verscheen van dezelfde auteurs een verslag van de Hoge Vierschaar over de onwillige molenmeesters van de Philisteinse polder. Op pagina 4 werd een foto afgedrukt van een molen, waarvan de auteurs dachten dat het om de Philisteinse molen ging. Maar Theo Hof berichtte ons als oud-bewoner van deze molen dat op de bewuste foto de Wimme- nummer molen te zien was. Inmiddels hebben Eric en Annelies van der Wal vastgesteld dat inderdaad sprake is van een vergissing en zij maakten bijgaande opname van de Philisteinse molen. De Philisteinse molen vandaag de dag. Foto: Eric van der Wal.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2019 | | pagina 6