Villa „DeD e>ihen",r vvaarln tijdelijk gevestigd
15
JUDELL EN ZEILER - EEN BERGENSE VERBINTENIS
Hotel „Nessau-Beegen'\ Bergén aan Zee
1
Villa De Dennen, de (inmiddels verdwenen) villa aan het begin van de Parkweg in Bergen aan Zee, waar hotel Nassau-Bergen van 1946 tot 1953
een tijdelijk onderkomen had.
worden gelicht. Verder hadden ze het in de kampen op
zich niet slecht. Er was voldoende eten, ze konden brieven
en pakketten ontvangen, er werden lezingen, cursussen
en culturele avonden georganiseerd en er werd volop
gedebatteerd over de opbouw van de maatschappij na de
Bevrijding. De politieke 'doorbraak'-gedachte (die na de
oorlog gestalte kreeg in de Partij van de Arbeid) is mede
in deze gijzelaarskampen ontstaan.
Na de eerste groep van ongeveer 300 man arriveerden er
geregeld nieuwe groepen gijzelaars, maar er volgden ook
vrijlatingen. Pogingen van de familie om Frits Zeiler vrij te
krijgen - zelfs bij de burgemeester E.J. Voüte van Amster
dam, die partijgenoot van vader C.F. Zeiler in de Bergense
gemeenteraad was geweest - mochten niet baten. Mach
teloos moest hij van achter prikkeldraad de berichten aan
horen over de evacuatie van Bergen in 1943, die de familie
en de a.s. schoonfamilie voor twee jaar terugbracht naar
Baarn, en in hetzelfde jaar over de afbraak van het majes
tueuze hotel Nassau-Bergen - het levenswerk van zijn vader
en de plek waar hij geboren was. De praktijk in Alkmaar,
die werd waargenomen door mr. C. Knook, verliep zien
derogen. Eén keer was er een zaak waar hij zelf bij moest
zijn - wat hem enkele dagen verlof opleverde. Ook familie
bezoek en medisch onderzoek was toegestaan; daarvoor
mocht hij begin 1944 een paar keer naar Den Bosch. In
het kamp doodde hij zijn tijd met schrijven - een dagboek
en vele honderden brieven -, met het organiseren van
tentoonstellingen en thema-avonden, en met het volgen
van cursussen. Hij leerde er Zweeds en hij bekwaamde
zich in het portrettekenen onder leiding van professionele
kunstenaars, zoals Karel van Veen. Zo kwamen tientallen
portretten van mede-gijzelaars tot stand, onder wie de
stedenbouwkundige Wieger Bruin, die in Bergen (en dus
ook voor hem) geen onbekende was omdat hij vele bouw-
adviezen had uitgebracht.
Hervatting van de praktijk
Na bijna twee jaar gevangenschap, op 20 april 1944, werd
Zeiler uit het gijzelaarskamp vrijgelaten. Zes dagen later
trad hij in Baarn in het huwelijk met Jeltje Kouwenaar, met
wie hij zich al kort na zijn internering had verloofd. Het
echtpaar ging wonen op een bovenhuis in Amsterdam,
waar zij werkte bij Uitgeverij Strengholt aan de Leidse-
gracht. Van daaruit werd de advocatenpraktijk in Alkmaar
weer zo goed en zo kwaad als het ging hervat. Zolang het
mogelijk was, reisde Zeiler enkele dagen per week heen
en weer met de trein naar de praktijk in Alkmaar en in ge
val van nood nam hij 'gewoon' de fiets. Veel zaken waren
er niet - de praktijk was door de oorlogsomstandigheden
behoorlijk verlopen. Maar zijn juridisch vernuft bleef men
sen helpen. Zoals in het geval van de wanhopige vader en