Van Rust Wat
tot Extase
Geschiedenis van de
Bergense horeca in
museum Het Sterkenhuis
Met dank aan Jaap Delis en Piet Bogtman.
De foto's zijn gemaakt door Thijs Kroon.
Museum Het Sterkenhuis besteedt dit jaar in
een tentoonstelling aandacht aan de geschiede
nis van de horeca in Bergen. Zoals elk dorp
bezat het al vroeg één of twee herbergen, waar
bewoners en bezoekers terecht konden om hun
dorst te lessen, een stevige stamppot te eten, te
overnachten of gewoon gezelligheid te zoeken.
30
Op het duin.
De oplevering
De werkzaamheden naderden hun einde. De bouwketen
konden worden afgebroken en het terrein worden opge
ruimd. Tijd voor de stratenmakers van de gebr. Min om de
terrassen, toegangen en parkeerplaatsen aan te leggen.
Toen de stukadoors, tegelzetters, schilders, loodgieters,
elektriciens en timmerlieden klaar waren met hun werk,
werd het gebouw schoongemaakt en door aannemer
Kroon opgeleverd en overgedragen aan de opdrachtge
ver - mevrouw J. Zeiler-van Aaken - en haar dochter Net
tie. Voordat de inrichting kon beginnen, legde het stoffe-
ringsbedrijf de vloerbedekking, in die tijd linoleum. Tapijt
was nog geen massaproduct.
In gebruik
Na de inrichting van het hotel stond er net voor de zomer
van 1953 een modern en goed functionerend hotel. Ik
neem aan dat het personeel er heel veel jaren met plezier
heeft gewerkt. De bezetting met hotelgasten is redelijk
tot goed geweest.
Nu, na 65 jaar, is gebleken dat het gebouw niet meer van
deze tijd is. Het rendement staat op de tocht, men vreest
voor leegstand en de sloophamer wacht. Ik hoop dat er
een geniale geest opstaat die voor het gebouw - met wat
herinrichting - een nieuwe, rendabele functie weet te be
denken.
Degenen die 65 jaar geleden aan dit mooie gebouw heb
ben gewerkt, hebben hier goede herinneringen aan en
hopen dat de bouwvakkers die aan het nieuwe hotel gaan
werken ook plezier hebben in hun werk. Het zal anders
zijn: het gereedschap is elektrisch, de gereedschapskist is
een bestelauto, het werk specialistisch, veel onderdelen
worden prefab aangevoerd en elke bouwvakker heeft
wel een radio, mp3-speler, smartphone of ander digitaal
communicatiesysteem. De timmerman hoor je niet meer
timmeren, hij gebruikt nu een luchtdrukhamer met nieten
of T-nagels.
NEL JONGEJANS EN
FRITS DAVID ZEILER
In de 18de eeuw telde het dorp al een Rustende Jager
en een voorganger van de huidige Oude Prins. In de
19de eeuw kwamen daar etablissementen bij als
Duinvermaak, De Vriendschap (op de plaats van
Zuilenhof), De Hoop (op de hoek van de Hoopweg; nu
onderdeel van Hotel Marijke) en De Nieuwe Lindeboom
(later Duinzicht, nu Gasterij 't Woud). Door de
toenemende drukte van dagjesmensen, die vanaf
station Alkmaar per koets, met de omnibus of gewoon
te voet naar de bossen en duinen kwamen, groeide het
aantal horecagelegenheden; in 1882 waren het er
twaalf in getal.
De grote opbloei kwam kort na de vorige eeuwwisse
ling. In 1901 werd het eerste pension aan de Breelaan
gebouwd, Kennemeroord (later bekend als Beau Séjour).
Binnen een paar decennia groeide het aantal hotels
en pensions alleen in deze laan al tot een kleine dertig
etablissementen. De komst van de spoorverbinding
(1905) en de aanleg van de Zeeweg met de stichting
van Bergen aan Zee (1905-1906) gaven een enorme
impuls aan het verblijfstoerisme. In de daaropvolgende
periode nam het fietsverkeer toe; later kwamen ook
de auto's in beeld. De aanleg in 1926 van een rijwiel
pad door de duinen naar zee was een grote stimulans
voor de horeca. De in 1907 opgerichte VVV speelde
een actieve rol in de werving van zomergasten, maar
legde tegelijkertijd ook de nadruk op het dorps- en
natuurschoon van Bergen. Tevens werden er tal van
evenementen georganiseerd die aansloten bij oudere
tradities zoals de zomerkermis, de harddraverijen en de