V'J
TBhsk;
tit i» V<* "r S" i
Hoe was de directrice
Wat heb je aan je werk overgehouden voor het leven'?
Al leek het in het werk soms belangrijker dan de kinderen,
het leren soppen heeft me wel geholpen.
Hoe ging het met je na Bergen aan Zee?
Met dank aan Jasmijn Snoijink van het Bleekneusjesproject.
Alle foto's zijn afkomstig uit het fotoalbum dat Inger destijds
heeft bijgehouden.
23
fit lqr j.
T^I V £j,r
Wijyl- y 1
-Fi elm Jpw)
j, .SA JrJkwx *»y t* i
i>t-/ vJ-CJtjti EK*"
(4*V,tj^Lx-t!u -v
O J /OCftc
1&f L>~ v%* i'ttk iiAi^M^g
ha.-'W m»)ni4r-
Programma van een feestelijke afsluiting.
Kort voor ik kwam was de vorige leidinggevende op staan
de voet ontslagen. De aanleiding daarvoor weet ik niet;
de kinderverzorgsters hadden een zwijgplicht. Het kantoor
was toen zelfs met rood-wit lint afgezet. Een deel van de
kinderverzorgsters had, met die leidinggevende, ook ont
slag genomen. Die heb ik dus nooit ontmoet. Degene die
de directe leiding van het huis overnam, was Zuster Rezel-
man, diacones en getrouwd met de schilder Piet Rezelman.
Zij regeerde als een 'echte' directrice, met harde hand. Bij
ons heette ze De Tulp; hoe ze aan die naam kwam, weet ik
niet. Ze maakte soms gebruik van mijn secretaresseoplei
ding. Ik reed dan met haar mee naar Amsterdam en deed
daar typwerk. Dat deed ik liever dan boenen.
Heb je wel eens iets bijzonders of naars meegemaakt
Dan denk ik aan Dikkie van de Velde. Het was een jochie
dat het gezag uitdaagde. Op een dag dreigde Dikkie de
zee in te stappen. Dat was strikt verboden, je kon natuur
lijk niet in je eentje een hele groep jonge kinderen aan
als ze de zee in zouden gaan. Ieder koloniehuis had zijn
eigen strand, dus als ik geen hulp had gekregen, had het
slecht kunnen aflopen. Diezelfde Dikkie, inmiddels Dirk,
werd later de hoofdrolspeler in de filmversie van Ciske
de Rat uit 1955 (met Kees Brusse en de halve toenmalige
Nederlandse toneelwereld). Daarvoor hoefde Dirk geen
toneel te spelen, hij was gewoon zichzelf: een overtuigend
bleekneusje.
Toen ik klaar was met mijn stage in het koloniehuis heb ik
veertien maanden gewerkt voor dokter Dallmeier van de
GG&GD in Amsterdam, de man van de medische indica
ties. Met een vriendin uit Bergen aan Zee ging ik daarna
naar Scandinavië. Onderweg werkten we als au pair. In
DE 'BLEEKNEUSJES' VAN VOOR JONG NEDERLAND
Noorwegen werden we zelfs voor een half jaar aangeno
men bij een zeer rijke redersfamilie. In huis mochten we
alles eten en drinken, behalve champagne en kaviaar. Ze
wilden ons in uniform, maar dat ging ons te ver; wel droe
gen we het als we gasten bedienden, ook een van onze
taken. Als we voor onszelf mensen ontvingen, moesten die
door de personeelsingang. En met Kerst moesten we bo
ven blijven en kregen we een envelop met inhoud, en als
'kerstcadeau' de restjes van het familiediner. Onze Noorse
vriendinnen vonden dat niet passen bij de Noorse maat
schappij. Maar het was voor ons daar de werkelijkheid...
Toen we in Noorwegen waren, kreeg we het bericht dat in
Bergen aan Zee een verzorgster was verdronken en dat de
directrice wilde dat de vader van mijn vriendin de ouders
van het meisje zou informeren, die woonden bij hem in de
buurt. Blijkbaar iets waar ze zelf niet aan wilde..
Kort daarna zijn we in Bergen aan Zee teruggekomen, zo
wel om mijn getuigschrift op te halen als voor mijn vriendje
dat ik toen al had.
Daarna werd ik kinderverzorgster in Statum in Soest en
nog later in het Kabouterhuis in Amsterdam, voor kleine
kinderen. Ik trouwde en verhuisde naar Arnhem. Nu woon
ik weer in de regio en neem een deel van de zorg voor
het kind van mijn oudste zoon en schoondochter op me.
Want het bloed kruipt waar het niet gaan kan en kinderen
verzorgen is toch mijn roeping!
Directrice Zuster Rezelman tussen de kinderverzorgsters.
Bronnen
- Maria Smook-Krikke. Koloniehuizen in Bergen aan Zee. Bergense
Kroniek jubileumnummer, juni 2006
- Maria Smook-Krikke. Een kasteel in Bergen aan Zee. De geschiedenis
van het huis op het Russenduin. Bergen, Bonneville, 2006