Onzekere tijden
Als de rook rond Alkmaar is opgetrokken, is het onduide
lijk wat er precies met het dorp Bergen is gebeurd. De
kerk staat nog fier overeind, maar de bevolking is berooid.
Na Alkmaars ontzet stelt de geus Willem Sonnenberch
zich op als baljuw van Bergen uit naam van de erven
Brederode. Hij heeft zijn Bergense vierschaar in Alkmaar
en niet in Bergen. Blijkbaar is hij nog niet bij machte zijn
gezag in het dorp zelf uit te oefenen. Wie het in de jaren
na het Alkmaars ontzet in Bergen voor het zeggen heeft,
blijft onduidelijk. Zo hebben de koningsgezinden nog
steeds grip op de Hondsbossche, blijkt uit het dagboek
van broeder Wouter Jacobsz. Rond 11 februari 1574 zijn
ontrent den slaper van het Hontsboch ontrent deze tijt versle
gen waeren seer veel guessen.
Op 21 februari 1574 wordt Bergen opgeschrikt door de
grote brand en verwoesting van de Petrus en Pauluskerk
(de huidige Ruïnekerk). Craenhals is op dat moment niet
bij machte om dit onheil te voorkomen. De aanleiding
voor de brand zou een vergelding kunnen zijn voor het
grote verlies van de geuzen bij de slag om de Hondsbos
sche een week eerder. Onderzoek naar de daders door
Andreas Kok (Tweede eeuw-getij van Bergens kerk-verwoes-
ting) sluit geen van beide partijen uit. Volgens Van der
Woude en Boomkamp waren het echter de geuzen. Sonoy
heeft met zijn troepen immers op dat moment het meeste
baat bij de kerkverwoesting. Na het ontzet van Alkmaar
consolideert Sonoy zijn machtspositie achter een natuur
lijke barrière, de waterline gevormd door de Zijpepolder,
de Rekere, de Schermer, de Zaan, de Wormer en de
Purmer en bij Monnickendam in de Zuiderzee. De Ken-
nemerduinen, geestgronden en de zuidelijke flank van de
Zaanstreek en Waterland worden prijsgegeven. Alkmaar is
dan de voorpost voor de geuzen.
Door de verwoesting van de kerken in 1574 van Bergen
(21 februari) en Heiloo (1 oktober) wordt de Spaanse troe
pen een schuil- en uitvalsbasis ontnomen voor eventuele
nieuwe aanvallen. Toch ondernemen de Spaanse troepen
op 22 mei 1575 voor de tweede keer een aanval op het
Noorderkwartier van Sonoy. De tactiek is die van de ver
schroeide aarde. Het leger van 6000 soldaten en 700 ruiters
verzamelt zich in Beverwijk - een strategisch punt om aan
vallen van de geuzen uit zowel Waterland als Alkmaar tegen
te houden. De Spaanse troepen komen tot Schoorl, waar ze
de korenmolen in brand steken. De geuzen in het Noorder
kwartier voelen de druk en staan op scherp in de schansen
van onder meer Krabbendam, Schoorldam, Rekerdijk en
Galgendijk, het stroomgebied van de Rekere waar het wa
ter op zijn smalst is. Een week later keert het leger van de
landvoogd Luis de Requesens onverrichterzake terug. Tege
lijk houden de geuzen in het Noorderkwartier een klopjacht
op landlopers die potentiële Spaanse verraders zouden zijn
en boeren die hun onderdak geven. Willem Sonnenberch
maakt zich dan schuldig aan buitenproportionele mar-
J} II) KIK SONOY, ÖQUVEfUranï,
Diederik Sonoy. Gravure door B. Picart, 1725. Particuliere
collectie.
telpraktijken in Alkmaar en op kasteel Schagen, tot het
scalperen door huidverbranding van een onschuldige boer
aan toe, om belastende getuigenissen af te dwingen. De
Bergenaren hebben het slecht in deze periode: zy geco-
men zyn tot grooten armoet ende miserie, waer deur wel die
twee deelen (de helft) van haar Suppliant inwoneren overmost
gebreck van honger, coude en commer deser Werelt overleden
zyen, aldus het klaagschrift van 19 juli 1575 van de dorps
bewoners aan Willem van Oranje.
Na het beleg van Alkmaar heeft Sebastiaen Craenhals
zijn handen vol aan zijn functie als schout van Haarlem
om de stad weer op te bouwen. Hij behartigt ook financi-
ele zaken van de stad. Hoe Sebastiaens positie in Bergen
is na het beleg van Alkmaar, is onbekend. In deze peri
ode staat Craenhals lijnrecht tegenover Willem Sonnen
berch, in schril contrast met hun verstandhouding tijdens
de droogmaking van het Bergermeer.
De definitieve wending
Met de Pacificatie van Gent op 8 november 1576 ver
enigden de 17 opstandige gewesten zich in een Genera-
9
SEBASTIAEN CRAENHALS - DEEL 2