Van de derde Bergenaar lezen we: Pieter Schotten, geboren 1813 op Zuidergeest, Bergen. Te Frederiksoord overleden in 1837. Pieter werd 23 jaar, 8 maanden en 12 dagen. Alhier is tot stand gekomen eene vereeniging Hulp in Nood voor werklieden, ten doel hebbende uitkeering te verlenen aan die leden, welke door ziekte getroffen zijn. De werklieden hebben tot bestuur gekozen de heeren: J. van Reenen, voorzitter L. Top, penningmeester J. Oldenburg Jbz P Hilbrand' Arbeiders tussen 18 t/m 60 jaar, die gezond zijn kunnen lid wor den van de vereniging. Voor mensen in militaire dienst vervalt voor die periode het lidmaatschap. De arbeiders die lid van de vereniging zijn en wekelijks 10 cent bijdragen krijgen bij ziekte een uitkering van 600 cents per week maar niet direct. Alle leden zullen pas na dertien weken gecon tribueerd te hebben trekkend lid' zijn. Wanneer een epidemische ziekte in aantocht mocht zijn, heeft het bestuur het recht de contributie met 3 of 5 cent te verhogen. Als een ziekte veroorzaakt is door eigen schuld of zelfvermin king, geeft dat geen recht op uitkering. De uitkering begint te tellen vanaf de dag van de aangifte en eindigt zodra de ge neesheer een verklaring van gezondheid afgeeft. Als men 26 achtereenvolgende weken een uitkering heeft genoten, zal men eerst minimaal 2 weken weer gewerkt moeten hebben om weer aanspraak te kunnen maken op een uitkering. 'Bij het overlijden van een der leden of diens echtgenote zullen aan de naastbestaanden 10 dragers worden verstrekt. Iedere drager wordt voorzien van eene insigne der Vereeniging; iemand daartoe aangewezen zijnde, zal zich niet mogen onttrekken, danwel door bijzondere omstandigheden, ter beoordeling van het bestuur, terwijl hij dan verplicht is, een ander lid der Ver- eeninging in zijne plaats te stellen; zoomede is een der Leden van het Bestuur verplicht de begrafenis bij te wonen'. 6 BERGENSE KRONIEK, NOVEMBER 2018 blind was. Zijn zoon - die had kunnen helpen - zat in militaire dienst. Er werd overeengekomen het gezin in de kolonie te laten verblijven tegen vergoeding van hogere kosten. De ver- pleegkosten voor het gezin Aukes leidden tot veel gebakkelei tussen de Maatschappij van Weldadigheid en het gemeente bestuur van Bergen, waarbij de laatste probeerde afspraken te ontduiken (zie de afgebeelde brief uit Frederiksoord). Vereniging Hulp in Nood Tegen het eind van de negentiende eeuw kwam er in Bergen een nieuw initiatief in de strijd tegen de armoede. In januari 1897 werd de (coöperatieve) vereniging Hulp in Nood opge richt. Op 15 januari maakte de Alkmaarsche Courant daar als volgt gewag van: In het reglement van de vereniging vinden we de volgende gegevens: Ook bij sterfgevallen van de leden speelt de vereniging een prominente rol. Grote armoede deed tal van dorpelingen wonen in plaggehutten gemaakt van veen en later van hout met pannen. De vermaarde Hut van Teun de Jager stond onder aan de Klimweg in Schoorl. Collectie Regionaal Archief Alkmaar FO 202329. De vereniging vergaderde tweemaal per jaar en de leden waren, op straffe van een boete van 10 cent, verplicht de vergaderingen bij te wonen. De vereniging is een groot succes. Het ledental groeit elk jaar. Eind 1898 heeft de vereniging al 127 leden en 68 dona teurs en is er al ƒ452,- aan leden uitgekeerd. Elk jaar lezen we dat de vereniging bloeiende is door steun van donateurs, donatrices en de gestadige aanwas van leden. Het vervolg Al heel snel in de twintigste eeuw - in 1912 - kwam er een nieuwe armenwet. Een van de verbeteringen van deze wet was de versterking van de samenwerking tussen hulpverlenen de instanties. In grotere plaatsen werden daarvoor Armenra den opgericht. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw, tijdens de kabinetten van dr. Willem Drees, waarin de katho lieken en socialisten de boventoon voerden, werd de verzor gingsstaat opgebouwd. Dit begon met de Algemene Ouder- doms Wet (1956). Ouderen spraken in die tijd over 'trekken van Vadertje Drees'. In 1965 kwam de Algemene Bijstandswet, die de Armenwet van 1912 verving. Lag voorheen het primaat van de armenzorg bij de kerken en particuliere instellingen, door de Algemene Bijstandswet werd de overheid hoofdver antwoordelijk voor de armenzorg. Armen waren voortaan niet meer afhankelijk van liefdadigheid; vanaf 1965 was bijstand een recht. Ondanks de overheidszorg hebben diverse kerken en particuliere instellingen het vanaf het begin van de 21ste eeuw nodig geacht plaatselijke voedselbanken in te stellen. We hebben niet de illusie dat we uitputtend te werk zijn gegaan, maar we hebben wel vensters geopend en aankno pingspunten geleverd voor nader onderzoek. De Bergense Kroniek zal daar ongetwijfeld aandacht aan besteden. Bronnen zijn opvraagbaar bij de redactie.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2018 | | pagina 8