Een strenge architect Oude stenen waren er nodig. Die waren gevon den en op een dag reed Niek Tesselaar met een vrachtwagen het terrein van de Ruïnekerk op met ongebikte stenen uit een gesloopt oud pand. Alles werd op een sta pel gekiept. Woedend kwam Royaards aanlo pen: 'Met dit materiaal moet zorgvuldig worden omgegaan!' Tesselaar had de lading met de hand moeten lossen, vond Royaards, en mocht niet meer op het bouwterrein komen. De restauratie van de Ruïnekerk in volle gang in 1957. Foto: B. Spandaw. Collectie Regionaal Archief Alkmaar. Toen Royaards eens met zijn auto voor kwam rijden, kon een van de mannen het niet laten om hem te vragen waarom hij niet met paard en wagen was gekomen. Hilari teit alom! Opperman Theo Staadegaard was verantwoordelijk voor de specie en de stenen op de steigers. De mortel moest op ambachtelijke wijze worden gemaakt. Dat betekende dat anderhalve kruiwagen duinzand en een zak ongebluste kalk met een schop werden gemengd. Daarna ging dit mengsel in de 'vijzel', een molen met een scheprad, om nog beter te mengen. Dit mengsel werd daarna in een kuil gegooid om er een lange periode te kunnen rotten en 'gisten'. De ongebluste kalk moest de tijd krijgen om te blussen. Deze mortel bleef lang zacht, in tegenstelling tot cement. Het verhardingsproces kwam vooral tot stand door de wisselwerking tussen steen en mortel. Voor de metselaar was deze mortel niet bepaald makkelijk om mee te werken. Er werd dan ook wel eens - uiteraard zonder medeweten van Royaards - wat Portland cement aan de mortel toegevoegd. Het fundament van de aanbouw werd gelegd met kloos termoppen, stenen van 16x32 cm. Daarop stapelden de metselaars de gebikte stenen en maakten de muren van de Ruïnekerk net als vroeger, dus 60 tot 80 cm dik, zonder spouw. De vlechtingen, dat is het metselwerk waarmee de gevel is beeindigd, zijn heel fraai gemaakt. De profielstenen die onder andere rond de kozijnen gemetseld moesten worden, werden gemaakt uit gebikte stenen, die in de gewenste vorm gehakt moesten worden. Hiervoor maakte de uitvoerder mallen. Na uren hakwerk brak er wel eens een hoekje af en dan kon het steen- houwen opnieuw beginnen. De schoongemaakte stenen mochten ook niet worden gezaagd. Echt alles moest met de hand gemaakt worden. Zo hebben drie metselaars maandenlang profielstenen gehakt. Voor gebikte stenen die nog wit zagen van de kalk stond toch ergens, uit het zicht van Royaards, een kuip met verdund zoutzuur klaar om de kalk eraf te branden. De kaphamers van de steenhouwers sleten heel snel door al het hakwerk en werden steeds kleiner doordat ze regel matig geslepen moesten worden. Dan kon de smid Willem Pik van de Lijtweg er vakkundig een deel van een (veel hardere) stalen veer van een handkar op lassen. Verrassingen Soms stonden de bouwlieden voor verrassingen. Zo vonden ze bij de graafwerkzaamheden voor de nieuwe fundering aan de noordkant van de kerk een knekelplaats en vond Jaap Bogtman met zijn maatje Dik Spaans tijdens de sloop tussen de naden van de vloeren oud geld uit de 17de eeuw, dat zij aan architect Royaards hebben gege ven. Onder de vloer van de Noorderkapel bleken de loden kisten van de buitenechtelijke nazaten van prins Maurits halfvol water te staan. Bij de firma Kroon was een oud liftje opgehaald, waarmee de stenen omhoog gebracht konden worden. Jaap Hollen- berg gebruikte dat liftje nooit; hij droeg met gemak tien stenen op zijn schouders. Toen hij toch een keer het me chaniek in gang zette en iedereen stond te kijken, werd hij nerveus. Hij haalde de hendel van de lift omhoog en deed hem direct weer omlaag, waardoor de stenen van wel tien meter hoogte naar beneden vielen. 22 BERGENSE KRONIEK, NOVEMBER 2018

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2018 | | pagina 24