Een staaltje van pure ambacht
Restauratiewerk Ruïnekerk 60 jaar geleden
In de westmuur van de Ruïnekerk is in muur
ankers het jaartal '1958' te zien, ter herinne
ring aan de muursluiting van de aangebouw
de travee tijdens de restauratie van de
Ruïnekerk. Dat is dit jaar dus zestig jaar gele
den. De gebroeders Staadegaard waren
betrokken bij de restauratie en vertelden
opmerkelijke details over de restauratie aan
Yvon Bos Eyssen.
21
YVON BOS EYSSEN
We kennen de Ruïnekerk als een intiem kerkje, maar aan
de resten op het terrein is te zien dat de oorspronkelijke
Petrus en Pauluskerk een enorme omvang moet heb
ben gehad. Na Alkmaars Ontzet besloten de Geuzen de
(katholieke) kerken in de omgeving van Alkmaar te ver
nietigen en zo werd op 22 februari 1574 ook de Petrus en
Pauluskerk slachtoffer. In 1582 werd de kerk overgedragen
aan de volgelingen van de Reformatie en in 1594 werd be
gonnen met het herstel van het deel van de kerk dat nog
relatief intact was. Zo ontstond de 'Ruïnekerk'.
Alles met de hand
In 1935 bleek dat de Ruïnekerk niet alleen hard toe was
aan restauratie, maar ook aan uitbreiding. Toch werd pas
in 1952 een restauratie-commissie opgericht. Het restau
ratieplan bestond onder meer uit een uitbreiding met een
travee (de ruimte tussen twee steunberen), van drie naar
vier traveeën (zie de afbeelding).
De bekende restauratie-architect C.W. Royaards - autori
teit op zijn vakgebied - kreeg de opdracht. Zijn visie was
dat alles met pure ambacht en oude materialen gemaakt
moest worden. Idealiter zoals ten tijde van de oorspronke
lijke bouwperiode. Dat betekende dat alles met de hand
gemaakt moest worden met materialen uit die tijd. Het
nieuwe deel moest tenslotte naadloos aansluiten bij het
bestaande oude gedeelte. Het Zaans huisje voor de entree
is van latere datum.
Inzameling
Voor de restauratie was veel geld nodig. De bevolking
bracht f 160.000 op en de diaconie van de Nederlands
Hervormde Kerk verkocht grond; onder andere een stuk
grond aan de Hoopweg, waar een hofje met vier wonin
gen gepland was. Dat is nooit doorgegaan en daardoor
zijn de huisnummers in de Hoopweg nog altijd onlogisch:
die gaan van nummer 5 naar nummer 15.
Tekening van de Ruïnekerk van voor en na de uitbreiding van mevr.
E. Reitsma-Valenga, uitgegeven als prentbriefkaart ten bate van de
restauratiekosten, 1956. Collectie Bert Veer.
De mannen
De Bergense firma Kroon had de restauratieklus aange
nomen en in 1954 werd begonnen. Uitvoerder was Henk
van Dokkum, het timmerwerk werd uitgevoerd door onder
anderen de gebroeders Kees en Henk van Eyk, Thijs de
Moel, Jaap Bliekendaal, Jaap Bogtman en zijn leerling Dik
Spaans en in de werkplaats Freek Jonker en Jaap Staade
gaard. De metselaars waren onder anderen Thijs Dingerdis,
Piet Dekker, Klaas Henneman en Piet Staadegaard, en de
opperlieden waren onder anderen Jaap Hollenberg en
Theo Staadegaard. Verder waren er nog andere vaklieden
bij betrokken zoals steenhouwers, leidekkers en schilders.