vm. 15 JUDELL EN ZEILER - EEN BERGENSE VERBINTENIS het land. Hij kwam op voor wat Louis Davids in die tijd 'de kleine man' noemde - de middenstander of kleine zelfstan dige, die in de crisisjaren steeds weer kopje-onder dreigde te gaan. Na een zoveelste uitspraak op een faillissements aanvraag verzuchtte hij: 'Zooals in vele faillissementen, welke onder de huidige tijdsomstandigheden zyn uitgesproken, kan volgens ondergeteekende ook in dit f. wederom worden geconstateerd, dat het uiteindelyk doel, dat aan een dusdanige actie ten grondslag ligt, in geen enkel opzicht is bereikt. De gefailleerde wordt door dit f. in wezen niet getroffen, daar hy niets bezit dan eenig woon-inventaris, welke straks wel weer door een derde zal worden gekocht en hem dan weer in bruik leen zal worden gegeven...' Het ging hierbij dan ook nog om een eenmansbedrijfje, dat werd uitgeoefend op een huurkamer vlak bij hem om de hoek in de Stationsstraat. Dat Judell met deze milde en menselijke aanpak vrienden maakte, blijkt regelmatig uit de correspondentie met vak broeders. 'L'affaire est terminée et j'espère, c'est le même cas avec votre maladie' (de zaak is geëindigd, ik hoop uw ziekte ook), schreef confrater A. Prins jr. in 1933. 'Gegroet, vorst der advocaten!' riep mr. J.P. Timmer hem toe vanuit Medan in 1934. 'Leef lang en gelukkig! Ik breek nu af met mijn schrijfmachine maar niet met mijn hart', beëindigde Het Hofje van Splinter, Ritsevoort 2/hoek Lindengracht in Alkmaar. Pentekening door Rein Bankert, 1940. Collectie auteur. hijzelf een brief aan collega P.S. Winkel in 1936. Nu en dan een grap in de vaak bloedernstige tekst gaf lucht aan het juristengemoed, zoals mr. H. Wynne in een voogdijzaak in 1931 sprak over 'den vermoedelijken vader, wonende in de Artillerie-(what's in a name)-straat in Den Helder.' Maar toen de commissaris van politie te Alkmaar tegenover de autobusondernemers Min Schalkwijk in ernst had ver klaard: 'Al nemen jullie nu een mr. Judell in de arm, dat zal jullie toch allemaal niets geven!' ontving de advocaat een excuusbrief van burgemeester Wendelaar persoonlijk. Het spectrum van de advocatenpraktijk was breed. Familiezaken zoals echtscheidingen en alimentatierege lingen, financiële kwesties (het aantal faillissementen in de crisisjaren was enorm), verkeersongelukken, belasting ontduiking en zelfs smokkelpraktijken - alles kon worden aangenomen. Een cliënt die in 1926 betrokken was bij een mislukte aanlanding van 3000 liter gedestilleerd bij Camperduin, wist aan een veroordeling te ontkomen door naar Polen te vluchten. Toen het delict tien jaar later was verjaard, informeerde hij of hij veilig naar Nederland kon terugkeren. Judell antwoordde daarop bevestigend, en voegde eraan toe: 'Ik zou het aardig vinden U t.z.t. weer eens te ontmoeten...' Ook met sommige andere cliënten behield hij naderhand een persoonlijke band, al waren er ook echt hopeloze gevallen. Zoals de 'radio-ingenieur' A.J.M. ('Broos') Marijn, die gedurende een aantal jaren opereerde vanuit zijn woning in de Jan Jacoblaan. Hij deed dit soms alleen, soms in associatie, maar keer op keer liep er weer iets mis. Toch bleef hij volhouden, waarschijnlijk uit pure liefde voor het vak van radiotechnieken Een vergelij king met de aardewerkfabrikant Jacob Ruijter dringt zich op - met dit verschil, dat de laatste het tot ver na de oorlog in Bergen bleef proberen. Ook de kweker Herman de Jong dreef zijn raadsman af en toe tot wanhoop. 'Waarom toch', schreef deze, 'wilt u een proces beginnen tegen iemand, die u weliswaar een tientje schuldig is, maar die een goede klant had kunnen worden?' In 1937 deed zich de gelegenheid voor om de praktijk aan huis om te zetten in een volwaardig kantoor. Mr. Pieter Lan- geveld, sinds 1926 gevestigd in de voormalige regenten kamer van het Hofje van Splinter, Ritsevoort 2 te Alkmaar, was benoemd tot agent van de Nederlandsche Bank in die stad. Herman Judell kon zowel de locatie als de werkzaam heden overnemen. De beide juristen kenden elkaar goed, namen wel eens voor elkaar waar en in sommige gevallen had Langeveld zijn kantoor al tijdelijk voor zijn confrater be schikbaar gesteld. Alle lopende zaken en het gehele archief werden door Judell overgenomen. Daarmee werd de prak tijk ook in geografisch opzicht sterk vergroot, want deze bestreek het gehele arrondissement, van Texel, Wieringen en Urk tot en met Oosthuizen, Beemster en Uitgeest. In wat er bewaard is gebleven, kunnen we nog verschillende interessante 'Bergense' dossiers aantreffen, waaronder - toevallig of niet - het faillissement van Frederik de Heer Kloots uit 1925 en volgende jaren. Deze bouwkundige had

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2018 | | pagina 17