Boeren aan de
Groeneweg
interview met Cees Bloetjes
YVON BOS EYSSEN
Cees Bloetjes was een van die oude Bergena-
ren die nog veel kon vertellen over 'vroeger'.
Over zijn jeugd, de oorlog en het boerenleven.
in februari 2014 is Cees Bloetjes geïnterviewd
door Yvon Bos Eyssen. Helaas is hij eind 2016
overleden, maar zijn vrouw vindt het goed dat
zijn verhaal gepubliceerd wordt. Een verhaal
over vroeger: hard werken, zonder luxe. in
onze tijd van overdaad nauwelijks meer voor te
stellen.
Cees Bloetjes was een bekende Bergenaar, maar hij werd in
1923 geboren in de Beemster. Zijn vader was daar boeren
werkman en zijn moeder boerenmeid. In 1929, als Cees 6
jaar is, verhuizen ze naar Bergen. Vader heeft aan de Groene
weg een boerderij kunnen kopen van Dirk Wokke, een 'kip-
penskos' (pluimveehandelaar). Moeder zorgde voor de vier
koeien en een zeug met biggen en vader werkte als boeren
werkman bij Akkerman in Schoorl. En in de loop van de jaren
moest er ook voor zeven kinderen gezorgd worden.
Cees Bloetjes in 2014.
Naar school
Eenmaal oud genoeg moesten de kinderen natuurlijk naar
school. Lopend op hutten (klompen) namen ze de kortste
weg: over het weiland van overbuurman Jan Dekker naar
de Nesdijk. De kinderen van boer Dekker sloten aan in de
rij en zo liep er elke dag een grote groep kinderen heen
en terug door het drassige, besneeuwde, droge of don
kere weiland. Als zij over het pad van boer Van der Woude
liepen, lag daar in de vaart een schuit met melkbussen
waarmee de melk naar de zuivelfabriek Wilhelmina aan de
Bergerweg werd gebracht. Na het bullenbruggetje over de
Ringvaart was het niet zo heel ver meer. Bullenbruggen wa
ren bruggen waar je niet met een kar overheen kon; alleen
lopend, al of niet met een stier (bul) of koe. De 'bulloper'
bracht zijn stier over zo'n bruggetje naar een tochtige
(vruchtbare) koe. Aan de rand van het dorp staken ze de
Nesdijk over, toen nog een zandpad.
Stel je voor, elke dag door weer en wind, al die kinderen
braaf samen naar school, ging dat altijd goed? Nee... er
was natuurlijk ook wel eens ruzie en dan moesten ze van
moeder over de weg naar school lopen: dat was een heel
eind om. Bovendien sleten de klompen dan veel meer en
daar was niemand blij mee.
Eenmaal op 'de Geest' was de Ursulaschool niet ver meer.
De jongens gingen later naar de Sint Adelbertusschool.
Voor tussen de middag kregen de kinderen een 'stikkezak'
(een broodzakje van stof) mee met daarin een dikke snee
brood met een likje boter en een plak kaas. Bakker Gerard
Blommestein ventte het brood en Kraakman kwam toen
al langs om de bestelde kruidenierswaren te brengen. In
Cees' herinnering was dat altijd feest, want dan kregen de
kinderen een puntzakje snoepjes of gebroken koekjes.
De boekhouding
Cees heeft een klein zwart boekje bewaard waarin de
eenvoudige boekhouding van het boerenbedrijf van zijn
ouders staat. In het jaar 1929-1930 zijn de uitgaven:
28