Wij Loeff van Herler, bailliu, ende Dieriek van Teijlingen, rentm(eeste)r van Egmondt te saemen voor ende inden naeme van mijn(en) E(dele) heere de prinee van Gavere, Grave van Egmondt ete. Ende Willem van Zonnenbereh, bailliu ende rentm(eeste)r van Brederode met Sebastiaen Craenhals, bailliu van Bergen, voor ende inden naeme van heere Heijndriek, heer van Brederoede, vrijheer van Vijanen ete. Beloven mitsdesen gesamenderhant van wegen end einder qualite als boven uuijt eraehte van onsen E(dele) commissie ons daer van gegeven, als dat die voors(eide) heeren met haer nijeuwe bedijete landen vande Egmonder ende Bergermeeren sullen mede eontribue(re)n in allen eontributien mette ingelanden eontribueren(de) totte twee watermolens bij noorden Alemaer, genaempt Brantgen Heijnis molens als met haer oude morgentalen, beginnende a(nn)o XV e(=honderd) vier ende tsestieh soe wel tot die eosten gedaen ande Lange vaert reparatie ende voors(eide) watermolens als andere oneosten die gedaen zijn ende noeh in toeeomende tijden gedaen sullen worden van desen jaere XV e vijff ende tsestieh, tsij an twarofte dijek te maeeken beginnende van koedijeker sluijs off tot an die quaekelbrugge sluijs toe, om tseermer water aldaer te moogen uuijtkeeren mitsgaders twijeuweVerlaet twelek sal geleijt worden inde nijeuwe vaert besuijden Alemaer. Belovende die waerseappen der selver watermolens daer van te ..eueren behoirlieke aete bij onsen voirs(eide) heeren ende m(eeste(rs ondergeteijekent om(m)e met hemluijden altijt ende alle jaeren te eontribueren in alle gemeen reeekeninghen der voors(eide) watermolens met sijn aneleven vandijen. Waer voeren wij ons starek maeeken ons selver daer vooren verbindende ende onsen goeden tot volbrenghinge van tgene des voeren verelaert staet midts (Verso) desen onder tverbandt van allen tugen ende reehteren. Alle dinek ter goeder betrouwen ende sonder bedroeh. In kennisse van desen soe hebben wij Loeff van Herler, bailliu, ende Direk van Teijlingen, rentmeester van Egmondt, Willem van Sonenbereh, Bailliu ende rentmeester van Brederoede met Sebastiaen Craenhals, bailliu tot Bergen dat eontraet ondergeteijekent. Aetum onder onsen handteijekenen desen XXVen in meije a(n)no XVe vijff ende tsestieh. Loeff van Herlaer Dirk van Teiylingen Willem van Zonnenbereh Sebastiaen Craenhals - :ifff—ff- -W/.' s gr- 18 BERGENSE KRONIEK, APRIL 2018 H.%1- létpuffn i Y.m i;h«J|T-.f."Shl 1 >.J, ■- -'l 4_ h v -'■-.V "Vill.' -= '4-, I. ,-.l U."H„ i™» 1-^1 j „V .r- i.i 1 I p1 1 - I k f I I ■l i-, n :1 Vt iij r» 1 lfcrV I,,ll..Tki -n i i. J, H - fruulu-'-'- 1 p ,ila 'P I j y-|y,-i '«V \u.im j If |I"*1 +Hil -. j^t-sii-i^ -1c»— i 'V. r jjR, lr»Tl- l! V ^-r-Ti ijLjf-iil 4*: u. I *-*>*■■ I.-. fci- «l'tsfjjp' fwO éfe tf, Jjpg: frii rn -I- \C~ - ra flfcl'iiltv iViVL-ll- |lL fjACi.' i t wüèijïïv*iii.- W f-t \k K9 ■- i-JP-+'s.| ,i h a Ir kri.p-.-l J ,rj|Cat ■- 'nlt V 1 *!-,■« T fi' ~\9 Htllii^ L' 4v JllV V I*!"'*' i." rl-s" J 1* Cf Jl+ 1»-" f l"1 Y*1^1.|*1. IiEt, li. jf.^-ia» Vi. ifpr-"*-' Wi. V—'<,>-t t ■'^L- I - Li, 1 I 1 tj'-5 '1 V. |.,S,,L I *.1 I I *ir-| Ml V"* K.-iiry ■r-3 l-rtjl i smi i| n 1 I •n h^Ylirf IfcI «.it*. v^r i- w' I pf I-.. - - - K T I Stukken betreffende de Brantgen Heijnismolens (1547-1650). Regionaal Archief Alkmaar, Stadsarchief 1254-1814, Inv.nr. 2171, document 21. Links de transcriptie. O \L. en vele landerijen staan dan nog steeds onder water, waar onder de Berger- en Egmondermeerpolder. De zeewering en het landsbelang gaan dan voor. Overredingskracht en grootmoedigheid Craenhals is een van de edelen die het eerste Smeekschrift aan de hertogin van Parma op 5 april 1566 ondertekenen. Als baljuw krijgt Craenhals te maken met een schokkend incident. Op 26 augustus 1566 om negen uur 's avonds komt Willem Sonnenberch (rentmeester van Brederode) op bevel van Brederode met twintig man de kerksieraden uit de Petrus en Pauluskerk halen: gouden en zilveren voorwerpen die gebruikt worden bij de mis, zoals de miskelk, hostiescha len, cibories, monstransen enz. Als reden wordt opgegeven dat de goederen in veiligheid worden gebracht in verband met de onlusten, later bekend als de Beeldenstorm. Bij deze actie is het Heilige Bloed van het mirakel van Bergen door Sonnenberch ontheiligd door Bloet met zijn vingheren vaneen treekende ende seggende dese oft gelijekewoerden hoe hebt ghij het volek dus lange bedrogen', ende de ijdel (lege) cibo rie tot hem genomen hebbende heeft het voors. Heylieh bloet gelaten onder den pastoor. De schepenen Peeter Geerbrants., Jacob Geeraertsz. en Reymer Claesz. zijn getuigen van de misdraging, maar zij hebben niet kunnen zien dat Sonnen- bereh zijn laarzen met de heilige olie heeft besmeurd. Op het moment van het incident zijn de schout en de baljuw niet in Bergen: de schout, Sebastiaen van Geertsberge, is in Den Haag en de baljuw, Sebastiaen Craenhals, in Petten. Ook de kerksieraden van Schoorl, Camp (Camperduin) en het Oog (Callantsoog) zijn op bevel van Brederode meegenomen,

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2018 | | pagina 20