CKAENF BFK(Mj 16 BERGENSE KRONIEK, APRIL 2018 I _J| Kaartdetails met afbeeldingen van woonstede Cranenbergh te Berger Bergermeer van Adriaen Anthonisz. uit 1568, rechts de kaart van Joan Gelderland en moeten in 1491 vluchten. Pas na de machts overname door Karel V in 1524 onder leiding van Lamoraal van Egmond krijgen ze hun bezit weer terug. Het geslacht Hottinga wordt als vroege adel gezien en de familie is in het begin van de 17de eeuw uitgestorven. Over de familie Craenhals is in de noordelijke Nederlan den maar weinig te vinden. In de zuidelijke Nederlanden is Craenhals echter een voorname familie in Gent en in de 14de en 15de eeuw vooral als stadsregenten in Brussel. Hoe de verbinding tussen de beide families tot stand is gekomen, is onduidelijk. Mogelijk is de Hottinga-tak naar de zuidelijke Nederlanden gevlucht en is daar een familieband met Craenhals ontstaan. Het gezin Craenhals Na zijn militaire loopbaan woont Sebastiaen Craenhals met zijn gezin aan de Smestraet (Smedestraat) te Haarlem, dicht bij de Grote Markt. De welgestelde familie heeft personeel en een groot huis met stallen en paarden. Het gezin is bele zen en Sebastiaen is juridisch geschoold. Van zijn gezin is het een en ander bekend uit de Levens der Maeehden, levens beschrijvingen van overleden kloppen opgetekend door de geestelijk moeder Tryn Jans Oly (1585-1651). Kloppen zijn katholieke vrouwen die vrijwillig onder strikte regels leven en zelfstandig in hun levensonderhoud voorzien. In 1581 be gint het kloppenleven in Haarlem met het verbod per plak kaat van elke vorm van katholieke religieuze organisatie, ook kloosters. De levensbeschrijving van de klop Maria Bastiaan Craenhals vermeldt dat zij een dochter is van Sebastiaen Craenhals en Petronella van Cranenberch (1545-1618). Zij krijgen vier kinderen: een zoon Riewert (-1618) en drie doch ters: Petronella (-1634), Clara (-1638) en Maria (1574-1640). Rieuwert doorloopt de Latijnse school, Petronella en Maria worden klop en Clara trouwt met Aelbreght van Adrichem. In de Levens der Maeehden worden Sebastiaen Craenhals en zijn vrouw beschreven als oprecht katholiek. Het echt paar heeft een kerkraam geschonken aan de Grote of St. Bavokerk te Haarlem met als onderwerp de Heilige Drie vuldigheid: God de Vader, Zijn Zoon en de Heilige Geest. Onderin het raam staan geknield Sebastiaen met geweer en met drooggemaakte Bergermeer. Links de kaart van de drooggemaakte Blaeu, Atlas Maior, 1662. Collectie Regionaal Archief Alkmaar. Petronella met een kerkfalie (sluier). De heiligenafbeelding van het raam is echter gebroken, schrijft Tryn Jans Oly, maar de afbeelding van het devote echtpaar is in het raam blijven staan. De rest is met wit glas aangevuld. De schade zal zijn veroorzaakt tijdens de verlate Beeldenstorm van 29 mei 1578, de 'Haarlemse Noon', waarna de kerk is overgegaan naar de gereformeerden. Dat hun beeltenis aanwezig bleef, is misschien te danken aan het feit dat de familie Craenhals een voorname familie was die gerespecteerd werd onder katholieken en protestanten. Baljuw, rentmeester en houtvester In 1562, vijf jaar na zijn eerste vermelding als schout, wordt Sebastiaen al genoemd als baljuw, rentmeester en hout vester, als vertegenwoordiger van de heer van Bergen. Het is duidelijk dat Sebastiaen als schout van Bergen vanaf het begin van de droogmaking van het Bergermeer het vertrou- XpffAiii De 'Haarlemse Noon', de verlate Beeldenstorm van 29 mei 1578, in de Grote of Sint Bavokerk te Haarlem. Kopergravure, Simon Fokke, 1747-1759. Uit Jan Wagenaar, Vaderlandsche Historie. Collectie Rijksmuseum.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2018 | | pagina 18