Allemaal op de fiets! Allemaal op de fiets!
Al wat levend is hoort er bij.
Zelfs het schuim van de maatschappij,
Een ieder zonder onderscheid
Het lijkt gewoon maar niets,
Allemaal, allemaal, allemaal op de fiets!
22
BERGENSE KRONIEK, NOVEMBER 2017
Bergen-Bergen aan Zee
Rijwielpad door de dennen
Feestelijke opening op 1 augustus 1927 van het fietspad van
Bergen naar Bergen aan Zee, met v.l.n.r.: Coen Bogtman, mevrouw
Van Reenen-Jurriaans, burgemeester Hendrik D.A. van Reenen,
hun kinderen Dolf en Mariëtte, mr. J.P Bosman, voorzitter van de
Rijwielpadvereniging, A.C. Bos, secretaris-penningmeester van de
Rijwielpadvereniging (vermoedelijk), C.F. Zeiler, oud-burgemeester
Jacob van Reenen. Foto: collectie Frits David Zeiler
niet door. Voor een deel zal dit te maken hebben gehad met
de beperkte financiële middelen, maar belangrijker zullen de
bezwaren zijn geweest van aantasting en verstoring van de
ongerepte natuur.
Pas in januari 1927 wordt er een begin gemaakt met de
aanleg van het eerste gedeelte van het fietspad van De
Franschman tot aan het Vlagduin. Dat deel wordt op 28 mei
1927 geopend, maar het geld is dan op. De provincie had al
in een eerder stadium laten weten geen financiële steun te
willen verlenen. Met allerlei activiteiten proberen de VVV en
de Rijwielpadvereniging geld bijeen te sprokkelen en ten
slotte opent burgemeester Hendrik van Reenen, opvolger
en zoon van Jacob van Reenen, op 1 augustus 1927 het
tweede gedeelte van het fietspad in Bergen aan Zee. Het
fietspad heeft ruim/13.000,- gekost en zal tot 1930 (toen
de aanleg van het fietspad van Heiloo naar Egmond aan Zee
volgde) het enige succes van de Rijwielpadvereniging
Noord-Kennemerland blijven.
drukker en wandelaars en fietsers krijgen steeds meer te
maken met het gemotoriseerde verkeer. Al in 1901 beklagen
tachtig inwoners zich bij het gemeentebestuur over de
'stoomfietsen' (motorfiets) en auto's die met verschrikkelijke
snelheid over de smalle Bergense wegen rijden. De Alk
maarder H. Helling constateert in 1919 in de Badbode dat
het eenvoudige, landelijke dorp gedurende een paar
maanden veranderd is in een druk, woelig, zomergastenver-
blijf, waar op zon- en feestdagen, als de dagjesmensen bij
duizenden worden aangevoerd en fietsen, motorrijwielen en
auto's het dorp doorvliegen en razen, op de hoofdwegen de
drukte en het stof overheersend zijn. Dat stof, opgewaaid door
het vele gemotoriseerde verkeer, was voor Bergen met zijn
grint- en zandwegen een probleem voor wandelaars, fietsers
en mensen die buiten zaten. Veel inwoners, bijvoorbeeld de
bewoners van de Kruisweg, klagen hierover. In 1915 doet de
gemeente een proef met chloorcalcium om het stof te
bestrijden. Ook op eigen initiatief besproeien sommige
inwoners een gedeelte van hun straat en uiteindelijk gaat de
gemeente over tot de aanschaf van een sproeiwagen die in
de zomer dienst doet.
In de jaren twintig van de twintigste eeuw, bijna honderd
jaar geleden, zien we dat het toenemend verkeer voor
problemen op de wegen en straten van Bergen zorgt: de
smalle Bergerweg is soms gevaarlijk voor wandelaars en
fietsers, rond de Ruïnekerk is het erg druk en de Breelaan
Fietspad naar zee. Ansichtkaart van PJ. Brouwer, poststempel
augustus 1928. Collectie Hans Keijzer
Mobiliteitsexplosie en slot
Na de Eerste Wereldoorlog neemt het aantal fietsen in
Nederland zeer snel toe. Waren er in 1899 ruim 94.000
fietsen in Nederland - in Bergen zullen er toen niet meer
dan 20 tot 30 fietsen hebben rondgereden - in 1927 zijn dat
er meer dan 2,5 miljoen (in 2015: 22,3 miljoen). Het wordt
Bij veel hotels en cafés hing dit bord. Dit exemplaar hangt bij de ingang
van hotel Van der Werff op Schiermonnikoog. Foto: Annelies Pauw