Op de fiets: een rondje Bergen, 1886-1927 deel 2 'Iemands eerste rijwiel is even onvergetelijk als zijn eerste liefde.' 'Wat was het een heerlijk ritje! Voor haar of hem, die zich maar eenigszins voor natuur schoon interesseertom te genieten van 't begin tot 't eind. Die prachtige weg van de kerk tot de Franschman en daarna de duin weg naar 't Westen. 't Was met 't windje tegen en bij de hoogte op, wel even aantrap pen, maar wij hadden nog alle gelegenheid om links en rechts die schitterende duinpar tijen te kunnen bewonderen. Na aankomst te Bergen aan Zee, dat zich steeds meer uit breidt, gaven wij onze fietsen in bewaring bij 't Hotel Nassau-Bergen en na een poosje genoten te hebben van strand en zee begaven wij ons naar het speciale doel van onze tocht: het Parnassiapark.' 18 BERT VAN DER MIESEN (De Kampioen, nov.1895) Fietsers bij de Ruïnekerk. Still van Polygoon-journaal omstreeks 1920. Collectie Regionaal Archief Alkmaar (Bergensche Bad-, Duin- en Boschbode, juni 1917) De schitterende duinpartijen, beschreven tijdens een fietstochtje naar Bergen aan Zee over de Zeeweg hon derd jaar geleden, zijn zo langzamerhand aan het oog onttrokken, maar de ervaring van zo'n ritje is voor ons nog heel herkenbaar. Beschreef ik in deel 1 van Op de fiets: een rondje Bergen de opkomst van de fiets in Bergen en de reactie van het gemeentebestuur daarop met nieuwe regelgeving, deel 2 gaat over de fietsmogelijkheden. Hoe was het gesteld met de fietsinfrastructuur? Konden fietsclubs en individuele fietsers hier in Bergen en omstre ken aan het eind van de 19de, begin 20ste eeuw wel zo goed rondtrappen? En wanneer werd het eerste fietspad aangelegd? Ook ga ik in op de belangrijke rol die de ANWB bij de aanleg van fietspaden heeft gespeeld. De toestand van straten en wegen in Bergen: moeizaam trappen Wanneer fietsers en fietsclubs die via Alkmaar naar Bergen reden de slagboom van het tolhuis aan de Bergerweg waren gepasseerd (vanaf 1899 was er een aparte door gang voor fietsers), lag de weg naar Bergen open. Maar zo'n fietstochtje was niet altijd gemakkelijk en plezierig. Aan het eind van de 19de eeuw was de Bergerweg (toen nog Schulpweg geheten) een smalle grintweg met in het midden een bestraat paardenpad; een fietspad was er nog niet. Grintwegen waren lastig voor fietsers: het was moeilijk het stuur recht te houden, zeker als het grint er niet goed 'ingewalst' was. De Bergerweg (zoals we hem maar zullen aanduiden) was nog geen rechte weg, maar kronkelde naar Bergen en de wind had er vrij spel. Ter bescherming van het verkeer en om de weg aantrekkelij ker te maken voor het toerisme werd in 1896 een begin gemaakt met beplanting van de bermen met wilgen. In de herfst en na het invallen van de dooi was de Berger weg vaak een moederpoel en gevaarlijk voor fietsers en vrachtrijders. Dat werd nog eens verergerd door zwaar

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2017 | | pagina 20