12 BERGENSE KRONIEK, NOVEMBER 2017 afgesloten van de zee en verandert in een moeras, waarin ten slotte weer een dik veenpakket ontstaat. Het Holoceen begon met een lange transgressieperiode. De zeespiegel steeg toen buitengewoon snel: 1 tot 2 meter per eeuw (gemiddeld 1,5 cm per jaar!). Het stijgende water bereikte onze kust omstreeks 7600 jaar geleden. Zeewater drong binnen in de nog ongeveer 28 meter diepe monding van het oude zeegat, dat daardoor het 'Zeegat van Bergen' werd. Er vormde zich hier een machtige geul waardoor de water massa's het binnenland van Noord-Holland konden binnen gaan. Deze getijdenstroom - met het dubbele volume van het huidige Marsdiep - liep na het huidige Bergen in noor delijke richting. Het water volgde een brede, maar geleide lijk smaller en ondieper wordende bedding via het huidige Schagen naar de 'kop van Noord-Holland'. Via deze noor delijke tak (de Bergen 1-geul genoemd) werd eerst veen afgevoerd; daarna ontstond er een getijdengebied ('wad denzee'), waarin tweemaal per etmaal zand en klei werden afgezet. Dat duurde tot ongeveer 4900 jaar geleden. Toen brak een regressieperiode aan en vanaf 4400 jaar ge leden werd het getijdengebied langzaam opgevuld en werd het aanzienlijk kleiner. Het resterende, veel kleinere wad dengebied op de plek van het huidige West-Friesland, had voldoende aan een meer oostelijk lopende geul (de oostelij ke tak of de Bergen 2-geul), die langs het huidige Hoorn liep en reikte tot wat we nu kennen als Enkhuizen en Medemblik. Door aanwas van de beide oevers werd het Zeegat als het ware dichtgeknepen. Eerst door aanwas van de zuidoever (de strandwallen van Noord-Kennemerland) en later van de noordoever (de haakwallen van Bergen). Strandwallen en duinen aan de zuidoever van het Zeegat Vanaf 4600 jaar geleden kwam er veel zand ten goede aan de opbouw van de eerste strandwal van Noord-Kennemer land. Hierbij werden langgerekte zandbanken opgeworpen; Dit gemeentelijk informatiepaneel staat bij de hoek Zijl-Zakedijk (woonwijk Saenegheest). Het biedt een verhelderend overzicht van de prehistorische, Bergense ondergrond. Achter het paneel is de hooggelegen buurschap Zanegeest te zien. Foto: auteur Urn van handgedraaid, inheems aardewerk uit het begin van de jaartelling, gevonden bij de Oosterdijk. Collectie: Museum Het Sterkenhuis. Foto: F.E. Jostmeijer 2000 jaar bewoning Vanwege de betrekkelijk veilige haakwallen hebben zich hier ongeveer 2000 jaar geleden mensen geves tigd. Deze pioniers leefden met hun dieren in een voudige hoeven op de zandruggen; de aangrenzende strandvlakten leverden het veevoer. Van deze bewo ners zijn in 1962 bij nivelleringswerk in de Zuurvens- polder een ongeschonden urn en aardewerkscherven gevonden. Archeologen vermoeden dat de hier wonende mensen een urnenveld op de hooggelegen grond als begraafplaats hadden. deze groeiden uit tot een strandwal, waarop vegetatie ontstond en het zand opstoof tot lage duinen. Deze duinen worden de Oude duinen genoemd; dit in tegenstelling tot de Jonge duinen. Zo ontstond de strandwal van Uitgeest-Akersloot-Boekel, de meest oostelijk gelegen strandwal van Noord-Kenne- merland. Aan de noordkant hiervan ontstonden 4500 jaar geleden ter hoogte van de latere Alkmaarse buurschap de Omval onder invloed van de stroming in het Zeegat even eens haakwallen, zij het van geringere omvang - de zoge naamde Omvalzanden. Vanaf 4400 jaar geleden breidde de kust van Noord-Kenne- merland zich verder zeewaarts uit. Westelijk van de strand wal van Akersloot kwamen nieuwe strandwallen, achtereen volgens die van Limmen-Heiloo-Alkmaar en van Egmond aan den Hoef-Bergen. Tussen de verschillende strandwallen kwamen de zogenaam de afgesnoerde strandvlakten. Door een stijging van de zeespiegel en het grondwater vond hier veenvorming plaats. Bij overstromingen is hier ondoorlatende pikklei - ook wel knipklei genoemd - afgezet. Ook westelijk van de strandwal Egmond aan den Hoef-Ber-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2017 | | pagina 14