Ik ben de blauwbilgorgel,
mijn vader was een porgel,
mijn moeder was een porulan,
daar komen vreemde kinderen van.
Raban! Raban! Raban!
7
HET VERZET IN BERGEN
te hij betrokken bij de verzetsgroep Groep 2000, een groep
met als kern vrijmetselaars. Groep 2000 werd opgericht en
geleid door de Amsterdamse Jacoba van Tongeren. Haar
vader Herman van Tongeren, een gepensioneerd KNIL-
generaal, was aan het begin van de oorlog grootmeester
van de vrijmetselarij. Jan Blok werd al in de zomer van 1940
als vrijmetselaar door Jacoba bij het verzet betrokken. De
groep hield zich voornamelijk bezig met het onderbrengen
van onderduikers en het doorgeven van informatie over het
doen en laten van de Duitsers op het vliegveld. Jan Blok
werd in april 1941 al gearresteerd en gevangengezet in
Scheveningen. In september 1941 kwam hij vrij, maar in het
voorjaar van 1942 werd hij weer opgepakt. Eind 1944 werd
hij doodziek uit gevangenschap ontslagen. Hij stierf op
15 januari 1945 in Bergen.
In 1942 ontstond er behoefte aan georganiseerde hulp
aan onderduikers. In Bergen werden op dat gebied twee
verzetsgroepjes actief. Het eerste was opgezet door me
vrouw Tengbergen en het tweede door de Bergenaar Jan
Hemelrijk (zoon van wethouder Jacob Hemelrijk) en zijn
studievriend Bob van Amerongen. De groep-Tengbergen
sloot zich aan bij de landelijke organisatie voor hulp aan
onderduikers (LO), maar de groep-Hemelrijk, die zich Porgel
en Porulan (de PP-groep) noemde, deed dat niet. De LO
registreerde keurig onderduikers en onderduikadressen. De
PP-groep vond dat veel te gevaarlijk. De naam Porgel en
Porulan ontleende Jan Hemelrijk aan het bekende gedicht
van Cees Buddingh dat als volgt begint:
Op 20 september 1939 spotte fotograaf Dick van Berge Prins Bernhard op
de Breelaan toen hij onderweg was naar Bergen aan Zee om daar de ge
mobiliseerde Nederlandse toepen te bezoeken.
In 1944 sloot de PP-groep zich wel aan bij de Vrije Groe
pen Amsterdam (VGA). Zowel de groep-Tengbergen als de
PP-groep waren zogenaamde verzorgingsgroepen. Ze hiel
den zich bezig met het zoeken naar onderduikadressen,
het begeleiden van onderduikers bij verplaatsingen en het
zorgen voor voedsel, geld, distributiebonnen en vervalste
papieren.
Het was moeilijk om betrouwbare adressen te vinden. Het
vereiste moed en opofferingsgezindheid om onderduikers
op te nemen. Vaak waren het families met een links-politie
ke of christelijke achtergrond, die bereid waren om de ri
sico's te nemen en de zorg te dragen. In Bergen waren het
voornamelijk Jan Blok en Jan Hemelrijk die families wisten
over te halen onderduikers op te nemen.
Men diende zich te overtuigen van de goede trouw van de
onderduiker, want ook in Bergen schijnt een zogenaamde
Gestapo-Jood te zijn opgedoken. Dat was een al dan niet
Joodse onderduiker die, aangeland op zijn onderduik
adres, dat adres doorspeelde aan de Sicherheitsdienst
(SD).
De groep-Tengbergen ontstond op initiatief van de echt
genote van de heer Tengbergen, het hoofd van de lucht
beschermingsdienst (LBD) in Bergen. De leden van de
Luchtbeschermingsdienst genoten veel vrijheid en konden
zich bij dag en bij nacht op straat begeven. Dankzij de
'goede' gemeenteambtenaren die de leden benoemden,
bleef het gezelschap vrij van NSB'ers en andere Duits-
gezinden. Tot de groep-Tengbergen behoorde onder
andere Cor Sijpheer, die vanwege zijn werk voor het Ge
meentelijk Electriciteits Bedrijf een grote bewegingsvrij
heid had. Cor Sijpheer was trouwens ook degene die De
Waarheid voor de Kop van Noord-Holland stencilde en liet
verspreiden. Zou hij geweten hebben hoe riskant dat was?
In Amsterdam werden 23 verspreiders van de krant Trouw
publiekelijk geëxecuteerd! Bovendien verzamelde Sijpheer
ook informatie over het doen en laten van de Duitsers op
het vliegveld en in Bergen aan Zee. De groep-Tengbergen
bleef de hele oorlog in Bergen actief, ondanks de evacu
atie van veel bewoners. In de eerste twee maanden van
1943 diende namelijk bijna tachtig procent van de Bergen
se bevolking het dorp te verlaten in verband met militaire
belangen van de bezetter. Het vliegveld en de kustverde
diging zullen daarbij wel een rol gespeeld hebben. Uit
eindelijk bleven er tot augustus 1944 altijd nog zo'n 2500
'onmisbaren' wonen. Eind augustus 1944 kwam er een
tweede evacuatiebevel. Naar schatting bleven er toen nog
1500 bewoners over.
Sijpheer noemt als leden van de groep-Tengbergen: Gerrit
van Dok, Friso, Simeon en Sientje ten Holt, Truus van Kam
pen, Truus Menger, Adolf Schalkwijk, Dirk Smit en Klaas
van der Wijk. Over Dirk Smit valt nog te melden dat hij een
illegale Duinstreek uitgaf.
De oprichters van de PP-groep, de Amsterdamse studen
ten Jan Hemelrijk en Bob van Amerongen, waren beiden