Het verzet
in Bergen
DIRK NOLSON
Dick van Berge bouwde in 1939 al een schuilkeldertje in zijn tuin.
Tijdens de bezetting ontstond er georga
niseerd, ondergronds verzet tegen de
maatregelen van de bezetter. Ook in Bergen.
Hoe was de structuur, welke takken en
groepen waren er, welke Bergenaren waren
erbij betrokken en welke verzetsdaden
voerden zij uit?
Dit artikel over het verzet in Bergen heeft niet de preten
tie volledig te zijn en, gezien de aard van het onderwerp,
is het ook mogelijk dat er onjuistheden in voorkomen.
Een van de problemen bij dit onderwerp is dat verzets
mensen uit veiligheidsoverwegingen elkaar en elkaars
activiteiten niet of nauwelijks kenden en dat ze ook niets
aan het papier toevertrouwden. Daar komt bij dat veel
verzetsmensen na de oorlog liever vooruitkeken dan dat
ze terugblikten.
In het begin van de bezettingstijd waren er slechts en
kelingen en kleine groepjes mensen die vonden dat de
Duitsers hier niets te zoeken hadden en die daar iets aan
wilden doen. Daaronder bevonden zich nogal wat Neder
landse militairen. Al in 1940 werd door oud-officieren de
Ordedienst (OD) opgericht: een landelijke verzetsorga
nisatie, die zich voornamelijk richtte op het contact met
Londen. Zij dachten dat de oorlog maar kort zou duren
en vonden dat er na het spoedig te verwachten vertrek
van de Duitsers een organisatie moest zijn die de orde
zou handhaven. De OD was politiek gezien nogal be
houdend. Pas toen de jacht op Joden en communisten
begon en jongens en mannen verplicht werden om in
Duitsland te gaan werken, kwam er meer structuur in het
verzet.
Structuur van het verzet
Al snel waren er in het verzet twee takken te onderschei
den: het gewapend en het ongewapend verzet.
Het gewapend verzet pleegde sabotagedaden, overval
len op distributiekantoren, op kantoren van de burgerlijke
stand en op wapendepots. Zij executeerden zo nodig
verraders, collaborateurs en Duitse militairen. Groepjes
gewapende verzetsstrijders noemden zich knokploegen
(KP). Op 1 mei 1943 werd de landelijke Raad van Verzet
(RVV) opgericht. De RVV had zich ten doel gesteld de
activiteiten van lokale knokploegen op elkaar af te stem
men. In eerste instantie waren het communistische knok
ploegen die bij de RVV waren aangesloten. Veel van de
overige KP's verenigden zich onder de paraplu van de op
14 augustus 1943 opgerichte LKP (Landelijke knokploe
gen met een kerkelijke achtergrond).
Het ongewapend verzet hield zich bezig met hulp aan
onderduikers, met het maken van vervalsingen en met
het verzamelen en doorgeven van informatie. De hulp
aan onderduikers werd al gauw gecoördineerd door de
LO, de landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers.
Onafhankelijk van de LO bleven er op lokaal niveau veel zo
genaamde verzorgingsgroepen bestaan. Met name in Am
sterdam hebben de Vrije Groepen Amsterdam (VGA) vooral
veel Joodse onderduikers met succes weten te helpen.
Op 5 september 1944 werden de OD, de LKP en de RVV in
opdracht van de regering in Londen samengevoegd onder
de paraplu van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS). Prins
Bernhard werd daarvan de bevelhebber.
Of alle verzetsgroepen gelukkig waren met deze ontwikke
lingen is maar de vraag, want uit angst voor verraad en het
doorslaan van gevangengenomen verzetsmensen, opereer
de men bij voorkeur geïsoleerd en in kleine groepjes. Bo
vendien viel het ook niet in goede aarde dat veel leidende
functies aan voormalige OD'ers toevielen.
Het ongewapend verzet in Bergen
Een van de eerste Bergenaren die zich met ongewapend
verzet bezig hield, was de huisarts Jan Blok. Al in 1940 raak-
6