Mijn oorlogsjaren ANNIE STOOP-YEDEMA Annie Yedema woonde in 1939 als dochter van een aannemer aan de Loudelsweg 51. In dit artikel beschrijft zij haar herinneringen aan de oorlogsdreiging, de oorlog zelf en de bezetting. De bombardementen, Duitsers ingekwartierd in de omliggende gebouwen, evacuatie, de hongerwinter, enzovoorts. Hoe 'de gewone Bergenaar' de oorlog onderging. Annie Stoop-Yedema 1939 - mobilisatie De spanning in Europa stijgt in 1939. Eind augustus - ik was toen tien jaar - werd in Nederland de mobilisatie afge kondigd. Alle dienstplichtige mannen tot 35 jaar moesten opkomen. Op 1 september zouden de scholen weer be ginnen, maar dat ging niet door. De militairen werden in de scholen ingekwartierd. In 1938 was er in de Bergermeer een militair vliegveld aangelegd, waardoor Bergen een echte legerplaats werd. Als kind voelde je spanning. Een neef van mijn vader, Ate Yedema, die een smederij had in Wolvega, lag ook hier op het vliegveld. Samen met een plaatsgenoot brachten zij hun vrije tijd veel bij ons door. Mei 1940 - bombardementen Mijn buurmeisje Trijnie Nederveen was op 8 mei jarig. Haar verjaardag in 1940 zal ik nooit vergeten. Met een stel vriendinnetjes gingen we spelen op het burgemeesters veldje aan de Hoflaan tegenover Kranenburgh, waar de burgemeester toen woonde. Je voelde de spanning die in de lucht hing. Overal waren soldaten. Met verstoppertje spelen durfde je niet ver het bos in te gaan. En toen, in de nacht van donderdag 9 op vrijdag 10 mei, was het zover. Met donderend geweld hoorden we de bommen op het vliegveld terechtkomen. De Duitse bom menwerpers vlogen af en aan. Ik hoor mijn vader nog zeg gen: 'Het is oorlog!' Op 11 mei kwamen vluchtelingen uit Amersfoort die hier in Bergen bij de mensen werden ondergebracht. Ook bij ons in huis. De bombardementen gingen nog door. Ik weet nog goed dat de Duitsers de Afsluitdijk niet konden ver overen. De zondag daarop was het Eerste Pinksterdag. Het was stralend weer. Hoe zou het verdergaan? Na het bombar dement op Rotterdam, dinsdag 14 mei, heeft de regering zich overgegeven. Het begin van vijf jaar ellende. Ik weet nog goed dat ik voor het eerst een Duitser zag, op een fiets bij de Kerkstraat. Ik voelde wel spanning, maar was niet echt bang; daar was ik waarschijnlijk nog te jong voor. 1940-1942 - schaarste en vervolgingen Het gewone leven ging door, zo goed en kwaad als het ging. Hoewel, gewoon... Overal waren Duitse soldaten ingekwartierd, in huizen met grote muren van zandzakken ervoor. Ook de huishoudschool tegenover ons aan de Lou delsweg zat vol met Duitse soldaten en het Retraitehuis verderop zat vol SS'ers. Op de vierkante toren wapperde tot ergernis van velen hun grote SS-vlag. Een paar keer is die, met een harde storm, aan flarden gewaaid. Het laatste jaar dat ik op de lagere school zat en mijn eer ste tijd van de mulo werden de lessen in het klooster van de zusters gegeven. Alles werd minder, eten ging op de bon. Kleding, ander textiel en schoenen werden moeilijk te krijgen. De winters waren extreem koud en kolen voor de kachel waren ook op de bon. Er mocht ook geen licht naar buiten schijnen. Mijn vader had zwart verduisteringspapier met latjes er omheen voor houvast, en dat ging dan voor het raam. Mijn vader, die aannemer was, had ook steeds minder werk. Materiaal was haast niet meer te krijgen. Hij was nog een huis aan het bouwen aan de Oosterweg 9. Dit is het laatste huis dat in Bergen tijdens de oorlog is gebouwd. Voor de Duitsers wilde hij niet werken, dus er kwamen nog 2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2017 | | pagina 4