Jaarverslag van de Museum commissie over de oorlogsjaren 9 44 JAARVERSLAG van de MUSEUM-GOMMISStr te Berger» N.H. over 191(1 tot en met ljb.6 Het uitbrengen van jaarverslagen werd door den oorlogstoestand onderbroken.Het is ons een aan gename taak,ook wat dit betreft,thans weer de normale gang van zaken te kunnen hervatten. Het laatst verschenen verslag was dat over 194- welk verslag in 19^!-1 werd uitgebracht .De Com missie" was toen als volgt samengesteld! Mevr. M.E.Baronesse Taets van Amerongen- - van^Reenen,Voorzitster. Mevr. E.L.Voute-Fransen van de Putte, Secretaresse. De Heer 0.F,Wixforth,Penningmeester. 11 Augustus I9I1.I deelde Mevrouw Voute aan de Voorzitster mede,dat zij ontslag had geno men als lid van de Commissie.In de ochtend bladen van 15 Augustus,dus twee dagen later, v verscheen het bericht,dat alle gemeenteraden van hun functie ontheven waren.Gezien deze O gang van zaken,meenden de overgebleven leden van de Commissie geen voorstel aan de gemeen telijke overheid te moeten doen tot voorzie ning in de vacature. De van de afgetreden secretaresse ontvangsn beseheiden werden in het Museum ondergebracht. Daar reeds in 191}2 de Museumruitjes veel te lijden hadden door baldadigheid,moesten eenige luikjes voortdurend gesloten worden gehouden. Nog in hetzelfde jaar evacueerde de Heer Wix- forth naar Groningen.In Februari 1945 moest de Voorzitster evacueeren.Zij vestigde, zich te AerderihoutjVan waaruit zij zooveel mogelijk toezicht op het Museum hield.De Directeur van Gemeentewerken,de Heer Roggeveen,zorgde op de juiste wijze voor wat noodïg was aan onderhoud of verdere voorzieningen.Loodgieter Jac.Delver kon voor de centrale verwarming blijven zorgen. In 1944 werd het Museum gesloten,daar dit vei liger geacht werd met het oog op diefstal.De sleutels van het Museum en het geldkistje wer den aan den Gemeentesecretaris,den Heer'Taapken in bewaringgegeven.15 Juni 1945 keerde de Voor zitster weer terug. w De centrale verwarming,die een tijdlang niet gestookt had kunnen worden,(de Heer Dëlver had ook moeten evacueeren en er waren geen kolen beschikbaar)bleek door vocht zeer geleden te hebben.De ketel is kapot.Er kon spoedig een kachel geplaatst worden en,daar wat kolen toe gewezen werden,kon af en toe,wanneer dat nood zakelijk werd geacht,gestookt worden. Het Museum is ongeschonden door den oorlogs- en bezettingstijd heen gekomen,en,hoewel de vocht zeer nadeeltg was,is er toch aan de voorwerpen gelukkig geen schade toegebracht. Dit stemt zeer dankbaar,vooral als men hoort, hoe vele andere Musea door den oorlog geleden hebben en veel verloren ging. {öj Nadat een grondige schoonmaak was gehouden, A kon het Museum,al was de tijd v©r gevorderd9 nog even opengesteld worden. 27 Februari 194^ werd doop den Gemeenteraad, overeenkomstig onze voordrachtMr. M.Mo ens tot lid onzer Commissie benoemd.Hij werd met het secretariaat belast. VAN HET STERKENHUIS De museumcommissie van museum Het Sterkenhuis heeft geen afzonder lijke jaarverslagen gepubliceerd over de oorlogsjaren, maar kwam in 1947 met een verslag over de jaren 1941 1946, waarvan we hier de eerste twee pagina's afdrukken. Opvallend is dat vandalisme van alle tij den is: in dit verslag wordt vermeld dat de museumruitjes veel te lijden hadden van baldadigheid. In het financiële verslag (hier niet afge drukt) valt verder op dat het museum in de bezettingsjaren wel werd bezocht, met 1547 entrees over de jaren 1941 t/m 1945, waarbij het museum in 1944 werd gesloten. In 1946 steeg het aantal bezoekers explosief tot 1845 in één jaar.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2017 | | pagina 46