Piet Baltus (geb. 1928) had geluk!
'In 1943 werden we geëvacueerd
naar Alkmaar. Ik ging werken bij
een bakker en moest soms taartjes
brengen naar Mons Marem in Ber
gen aan Zee als de Grüne Polizei
iets te vieren had. Ik werd daar
altijd feestelijk ontvangen.
In september 1944, net 17 jaar oud, werd ik bij een
razzia in Alkmaar opgepakt voor de Arbeitseinsatz.
Vlak voordat ik op het station de goederenwagon in
moest, herkende de kapitein van de Grüne Polizei me.
Hij riep "Du!", haalde me uit de rij, bekeek m'n Aus-
weis en gaf me een trap onder mijn kont, waarna ik
weg kon rennen. Hij heeft mijn leven gered!'
Bron: Interview door J. Schoen en D. Nolson
De Boschhoek, dat door de Duitsers was gevorderd. De
relatie tussen de toenmalige bewoners en de eigenaren
was kennelijk zodanig dat er iets te regelen viel. Voor
Piet werd er eerst werk in Amsterdam gevonden en la
ter in de buurt van Eindhoven.
Over Jan Ivangh, Dick Blokker, Dick Beeldman en Jan
den Das en twee broers Urbanus hebben we jammer
genoeg geen informatie gevonden.
Conclusie
De twee lijsten van Cees Ruijter, van wie wel en wie niet
voor de Arbeiseinsatz in aanmerking kwam, blijken niet
compleet te zijn. Overigens had Ruijter ook niet de illu
sie dat de lijsten compleet en foutloos zouden zijn. Van
de 39 Bergenaren die volgens Cees Ruijter onvrijwillig
in Duitsland hebben gewerkt, hebben de meesten zich
na een oproep bij het GAB gemeld.
Het beperken tot de geboortejaren van 1920 tot en
met 1925, zoals Cees Ruijter deed, klopt niet met de
geboortejaren die werden opgeroepen, maar dit heeft
wellicht te maken met zijn 'netwerk'. Mogelijk zijn er
van andere jaargangen meer jongens en mannen in
Duitsland terechtgekomen dan Cees Ruijter dacht.
Twee van de 21 jongens die volgens Cees Ruiter niet
in Duitsland hebben gewerkt, kwamen uit een kunste
naarsnest (Van Domselaer, ten Holt); zeven behoorden
aantoonbaar tot de gegoede burgerij (Dekker, Urbanus,
Bos Eijssen, Willig), één (Jan Kollmer) kwam uit een
middenstandsnest en drie hadden een 'witteboorden-
baan'. Van de overige zeven is de sociale status ondui
delijk.
De veronderstelling van Cees Ruijter dat de 21 die niet
naar Duitsland gingen, dat te danken hadden aan het
feit dat ze tot de gegoede burgerij behoorden, is dan
ook iets te kort door de bocht. Maar naar alle waar
schijnlijkheid zijn ze alle 21 wél opgeroepen door het
GAB. Van degenen waar we iets van weten, is de helft
ondergedoken. De andere helft is er - al dan niet met
hulp van ouders - in geslaagd werk te vinden dat een
'vrijstelling' opleverde.
Goede relaties met het gemeentebestuur hielpen
niet. Het was namelijk niet de gemeente die mannen
aanmeldde voor uitzending, dat deden de GAB's. De
gemeente gaf alleen complete 'jaargangen' op. De
oproep kreeg je van het GAB. Vervolgens moest je
weten hoe je een vrijstelling kon bemachtigen bij een
daarvoor gemachtigde instantie, en dat was niet het
gemeentebestuur.
De veronderstelling dat een goede relatie met de be
zetter de reden van de vrijstelling was, klopt maar in
een paar gevallen. Overigens moet men bij 'goede
relaties met de bezetter' niet direct aan collaboratie
denken. Een voorbeeld hiervan is de tewerkstelling in
Duitsland van één van de jongens Nederveen van de
Loudelsweg. Hij was tuinman bij een Duitse majoor
die zich aan de Zuidlaan gevestigd had in een door de
bezetter gevorderde villa. Toen die majoor hoorde dat
Nederveen naar Duitsland moest, regelde hij een werk
plek voor hem op zijn eigen landgoed in het oosten
van Duitsland. Nederveen werd daar met open armen
ontvangen en had niets te klagen. Toen hij na de oorlog
terugkwam, bracht hij een Poolse bruid mee. Ook Chris
Dekker kwam er goed vanaf. De Duitser die hem advi
seerde vrijwillig naar Duitsland te gaan, niet: die werd
na de mislukte aanslag op Hitler ter dood veroordeeld.
Het is wel mogelijk dat de jongens uit de betere krin
gen makkelijker onderdoken. Daar had je behalve fi
nanciële middelen ook kennissen met voldoende woon
ruimte voor nodig.
Kortom, op basis van deze 'steekproef' blijkt dat de
meeste Bergenaren die de Arbeitseinsatz wisten te ont
lopen, onderdoken of een baan hadden die in de ogen
van de Duitsers nuttig genoeg was voor vrijstelling van
de Arbeitseinsatz.
De foto's bij de interviews zijn gemaakt door Yvon Bos
Eijssen, Henk Jellema, Dirk Nolson en Kees Orij.
27
'ARBEITSEINSATZ, WAAROM WIJ WEL EN ZIJ NIET?'
Bronnen
Dertien interviews (zie Voorwoord), de publicaties vermeld in het
nawoord en onderstaande publicaties.
- De oorlogsgids. Website Nationaal Archief.
- J.G. Raatgever. Van dollen dinsdag tot de bevrijding. Amsterdam, De
Telg, 1945.