Bergens burgemeesters in oorlogstijd In 2013 verscheen het boek Hier ligt Hemelrijk van Bob Polak. Polak schetst daarin een ta melijk negatief beeld van het functioneren van burgemeester Van Reenen tijdens de bezetting. Bij de werkgroep Historisch onder zoek van de Historische Vereniging Bergen NH leefde de vraag of dat wel terecht is. Het bleek dat er in de Bergense Kroniek nog nooit aandacht besteed was aan het doen en laten van de Bergense burgemeesters in oorlogstijd. Dat werd dus hoog tijd. 14 DIRK NOLSON Het onderzoek richtte zich voornamelijk op de verslagen van de Bijzondere Rechtspleging. In het kader van de Bij zondere Rechtspleging werden in de eerste jaren na de oorlog nagenoeg alle burgemeesters in oorlogstijd door gelicht. Waren ze 'goed' of 'fout'? NSB-burgemeesters werden als 'fout' beoordeeld, daar was geen discussie over mo gelijk. Zij werden veroordeeld in de rechtszittingen na de bevrijding. Van burgemeesters die geen lid van de NSB waren geweest, werd nagegaan in hoeverre ze zich aan de bezetter hadden gecompromitteerd. Als ze 'flink' waren geweest en voldoende draagvlak bij de bevolking hadden, konden ze direct weer aan de slag. Vier burgemeesters Tijdens de bezetting kende Bergen vier burgemeesters; achtereenvolgens H.D.A. van Reenen, G.J.H. Fijn, A. Eriks en W.K. Sweerts. Bovendien werd Van Reenen tijdens zijn ziekteverlof vier maanden vervangen door wethouder bui ten dienst J.W. Mac Donald. Deze laatste zal in dit artikel buiten beschouwing blijven. Van de eerste vier heren zijn de in het Nationaal Archief aanwezige verslagen van de Bijzondere Rechtspleging met assistentie van Theo de Graaff zorgvuldig bestudeerd. Verder werd bij het onderzoek dankbaar gebruik gemaakt van de boeken U draagt geen ster van Peter Tammes en Burgemeesters in oorlogstijd van Peter Romijn. 1. H.D.A. van Reenen (burgemeester 1923 - augustus 1942) In 1923 schreef de toen 64-jarige Jacob van Reenen aan de Commissaris der Koningin in Noord-Holland dat hij overwoog met pensioen te gaan. Hij stelde wel dat hij er in dat geval vanuit ging dat zijn zoon Hendrik hem zou mogen opvolgen als burgemeester van Bergen. In die tijd was het op het platteland niet ongebruikelijk dat een bur gemeester werd opgevolgd door een zoon. Aldus werd Hendrik van Reenen in 1923 door koningin Wilhelmina benoemd tot burgemeester van Bergen. Hendrik van Reenen (1889-1972) begon zijn loopbaan op een moment dat de functie van burgemeester aan het veranderen was. De 'moderne burgemeester' deed zijn intrede in Nederland. Het was een overgang van patriar chaal leiderschap naar collegiaal management. In grote gemeenten begon dat omstreeks 1920 en in de kleine Mr. H.D.A. van Reenen, burgemeester van Bergen vanaf 1923; foto ca. 1930. Van Reenen werd in 1942 door de bezetter ontslagen; in 1946 kreeg hij eervol ontslag van de Nederlandse overheid. Collectie: Regionaal Archief Alkmaar (Fotocollectie gemeente Bergen)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2017 | | pagina 16