9 HET VERZET IN BERGEN Eigenlijk zijn er maar weinig acties van de KP in Bergen be kend. Vermoedelijk heeft de groep ook buiten Bergen ge opereerd. We kennen de volgende drie acties in Bergen. Jan Martin beroofde een Duitse soldaat van een vuur wapen. De soldaat was aan het werk in de smidse van Jans vader en had zijn koppel met pistool aan de kapstok gehangen, zodat de diefstal niet ingewikkeld was. Jan wilde het pistool verstoppen, samen met de handgranaten die zijn broer Bertus had gestolen in de munitiefabriek waar hij werkte. Met zijn vriend Gerrit Brieffies dacht hij de buit ergens langs de Schapenlaan te begraven. Maar daar kwam niet veel van terecht om dat de grond hard bevroren was. Hoe is niet duidelijk, maar de Duitsers waren snel op de hoogte van een en ander. Jan en Bertus Martin en Gerrit Brieffies werden alle drie opgepakt en veroordeeld. Jan Martin werd op 25 juni 1942 in Bloemendaal gefusilleerd. Brieffies werd niet zwaar gestraft en kwam snel weer vrij. Bertus werd voor straf naar Duitsland gestuurd. Na de oorlog kwam hij gelukkig weer heelhuids thuis. Bertus was net als zijn broer ter dood veroordeeld, maar zijn straf werd omgezet in een gevangenisstraf, die van zijn broer niet. Misschien omdat Bertus de handgranaten al voor de oorlog gestolen, zoals de advocaat van de beide jon gens vertelde. Aan het eind van 1944 was er behoefte aan geld voor de hulp aan onderduikers. De KP zou daar wel voor zorgen. Drie mannen zouden de kas legen in een pand van een transportbedrijf dat veel geld verdiende aan de Duitsers. Ben Stienen had de leiding. Hein Poot, de huisarts, zorgde voor ether om de boekhouder bewus teloos te maken zodat er rustig naar het geld gezocht kon worden. Ze maakten veel geld buit, maar de boek houder, J.G. de Haan, is nooit meer bijgekomen. Op 23 november 1944 overleed hij op 32-jarige leeftijd in Bergen. Hij woonde in Heiloo en was getrouwd. Ach teraf was het verstandiger geweest de boekhouder vast te binden, want het zal toch niet de bedoeling geweest zijn hem voorgoed het zwijgen op te leggen. In februari 1945 meldde Sietsma dat er op het vlieg veld een NSB'er, Dirk Bouma, rondliep met een lijst met namen van verzetsmensen. Hij liep er zelfs mee te koop. Zowel Hein Poot als de Alkmaarse kantonrechter Boerrigter werden geraadpleegd. De conclusie was dat Bouma zo snel mogelijk uit de weg moest worden geruimd. Jan Leening zou, bijgestaan door Arie Dekker, het vonnis voltrekken. Op 20 februari 1945 haalde Lee ning, gekleed in een van wachtmeester Van Benthum geleend politie-uniform, de man op voor een verhoor op het politiebureau. In het Spoorlaantje werd Bouma omgebracht en in een vlakbij het Spoorlaantje van te voren gedolven graf begraven. De mannen vonden bij hem de lijst met namen van verzetsstrijders. Van Ulsen vermeldt in zijn boek jammer genoeg niet wie erop stonden. Het hoofd van de politie, Japin, meldde in zijn dagrapport dat Bouma inderdaad op het bureau is geweest, maar daarna weer naar huis is gegaan. Deze Japin was overigens ook nauw betrokken bij de KP-Alk- maar en de liquidatie van de Duitse SS'er Oelschlager. Twee dagen later kwam de Sicherheitsdienst (SD) uit Amsterdam op het vliegveld vragen waar Bouma gebleven is. Van Ulsen merkt in zijn boek op dat het bezoek van de SD wel een bewijs van verraad is. Het lijkt of Van Ulsen al eerder zijn twijfels had. Pas op 5 ok tober 1960 wordt het stoffelijk overschot gevonden en wordt er door de gemeente Bergen een akte van lijk- vinding opgemaakt. Van Bouma was bekend dat hij in het dorp probeerde te achterhalen wie er allemaal naar radio Oranje luisterde. Het is te hopen dat er op zijn lijst niet alleen maar luisteraars naar radio Oranje ver meld stonden, want dan zou hij daarvoor wel erg zwaar gestraft zijn. Nu het toch over executies gaat, moet ook de dood van Jan Henneman aan de orde komen. Jan Henneman woonde aan de Nesdijk en werd, zittend in huis, gedood door een kogel die van buiten door een kozijn kwam en zijn hart trof. Verschillende versies van het gebeurde doen de ronde. Een daarvan is dat Henneman zou zijn getroffen zijn door een kogel van Duitse soldaten die op een afstand van circa 300 meter vanaf het dak van het i'titff Met deze houtsnede gaf de Bergense kunstenaar Bernard Essers in 1942 uiting aan zijn gevoelens over de bezetting. De foto komt uit de collectie van D. van den Akker-van Berge

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2017 | | pagina 11